F I L M V O O R A F :
Picnic at hanging rock
EDO DIJKSTERHUIS
"Boodschappen doe je maar bij
Albert Heijn", is een vaak gehoorde uitroep van kunstenaars die niet
gediend zijn van een rol als maatschappelijk orakel. Daartegenover staan
de dogmatici, die een kwestie zo rechtlijnig mogelijk uitwerken om
vervolgens tot een oordeel te komen dat de wereld scherp verdeelt in
goed en slecht. Tussen deze twee uitersten opereren de ware kunstenaars;
zij brengen onderwerpen van belang te berde, maar laten het oordeel aan
de kijker.
Regisseur Peter Weir behoort tot de laatste groep. Met The Truman
Show (1998), het verhaal over een man wiens leven een geregisseerde
soap blijkt, wist hij de discussie aan te zwengelen over het
manipulerend vermogen van de media. In Witness (1985) liet hij
Harrison Ford als politieman worstelen met de keus tussen het beschermen
van een moordgetuige en zijn beroepsplicht. Maar ook voor zijn overstap
van Australië naar Hollywood had Weir al laten zien niet vies te
zijn van grote, moeilijke onderwerpen. Zijn Picnic at Hanging
Rock (1975), zaterdag te zien op Nederland 1, is niet minder dan een
fraai gekostumeerd onderzoek naar ontluikende seksualiteit.
Middelpunt van alle stille verlangens en onbegrepen bedoelingen die als
een zware sluier over de film hangen, is Miranda. Deze blonde schone
wordt vereerd en begeerd door alle inwoonsters van het Victoriaanse
Applegate College voor meisjes. De Franse gouvernante noemt haar een
Botticelli-engel, haar kamergenote Sarah schrijft haar liefdesgedichten
en de rest van de meisjes - verstikt in korsetten, zwarte kousen en
geaffecteerde maniertjes - kijken tegen haar op als een halfgodin. Het
is uitgerekend deze Miranda die tijdens een picknick-uitje op
Valentijnsdag 1900 vermist raakt met drie medescholieren en een
wiskundelerares. Er worden geen lijken gevonden of kledingstukken. De
privé-zoektocht van buurjongen Michael, nog een gevangene van het
verlangen naar Miranda, levert slechts één overlevende op.
De Freudiaanse symboliek ligt er dik bovenop. Dat het verhaal zich
afspeelt in Victoriaanse tijden verleent iedere afgestroopte kniekous al
seksuele lading, maar Weir heeft die beelden nog eens aangevuld met
vochtige spelonken en exotische amfibieën met gespleten tongen. Op
de geluidsband wisselen panfluit, aanzwellende koren en hysterische
synthesizerklanken elkaar af. De sfeer is traag, broeierig en ondanks
de zonovergoten fotografie - donker.
Maar of de meisjes moesten boeten voor hun naïeve romantiek of dat
zij door te verdwijnen hun cipiers, waaronder het schoolhoofd, straffen,
daar spreekt Weir zich niet expliciet over uit. Het einde van zijn film
is even ongrijpbaar als de gedoemde liefde die eraan vooraf gaat. Maar
ja, Weir is dan ook een filmauteur en geen boodschappenjongen.
Picnic at Hanging Rock (Peter Weir, 1975, Australië),
zaterdag, Ned.1, 22.54-0.34u.