|
|
|
NIEUWSSELECTIE Regering Israel Palestijnse Nationale Autoriteit
|
Top mislukt, kans op vrede groter dan ooit
TEL AVIV, 26 JULI. Hoewel de vredestop in Camp David op een fiasco is uitgedraaid, vooral door de kwestie-Jeruzalem, zijn in het Israelisch- Palestijnse onderhandelingsproces toch stevige stappen in de richting van vrede gezet. Hoe paradoxaal het na het drama in Camp David ook lijkt, de kansen op een echte vredesdoorbraak zijn groter dan ooit. Met de intensieve inzet van de Amerikaanse president Bill Clinton hebben de Israelische premier Ehud Barak en de Palestijnse leider Yasser Arafat de afgelopen twee weken de grenzen van hun politieke en diplomatieke mogelijkheden tot het uiterste afgetast. In dit grote duel tussen de leiders van twee volkeren die al honderd jaar om hetzelfde land vechten, zijn enkele historische taboes als stukken op het schaakbord gevallen. Voor de eerste maal hebben Israeli's en Palestijnen uitputtend onderhandeld over Jeruzalem, over grenzen en over het eveneens zeer gevoelige probleem van de Palestijnse vluchtelingen. De vooruitgang die op deze onderwerpen is gemaakt, biedt een nieuwe basis om na een periode van inkeer en bezinning de draad van het vredesproces weer op te pakken. Een alternatief hebben Israeli's en Palestijnen niet. Dat neemt niet weg dat een intermezzo van geweld - van zeer ernstige botsingen tussen Israelische strijdkrachten en kolonisten met de Palestijnse politie en intifada-strijders - aan hervatting van het vredesoverleg vooraf kan gaan, gezien de spanningen tussen beide partijen. Het is nooit anders geweest. Geweld en onderhandelingen volgen elkaar in het Israelisch- Palestijns conflict als een mathematische wetmatigheid op. In de magere eindverklaring van de top in Camp David verplichten de partijen zich van geweld af te zien. Deze bezwerende formule kan echter niet verhullen dat Israeli's en Palestijnen zich serieus op bloedvergieten hebben voorbereid. President Clinton heeft goede redenen Barak voor zijn moed te prijzen zonder Arafat als het zwarte schaap in Camp David af te schilderen. Barak kan hoogstens overmoed of politieke naïviteit worden toegeschreven, niet alleen omdat hij lang bij Clinton aandrong de top in Camp David te beleggen, maar ook omdat hij daarbij veronderstelde geschiedenis te kunnen maken als de Israelische leider die een einde wist te maken aan het Israelisch-Palestijnse conflict. Met dat doel voor ogen heeft Barak in het voetspoor van de vermoorde vredespremier Yitzhak Rabin in Camp David een heel duidelijke vredesconcept op tafel gelegd, gebaseerd op het akkoord van Oslo. Hij bood Arafat op een zilveren schaaltje een levensvatbare Palestijnse staat aan op meer dan negentig procent van de westelijke Jordaanoever en in de strook van Gaza. Arafat kreeg zelfs uitzicht op een Palestijnse vlag op de moskeeën op de Tempelberg en, indien de informatie daaromtrent juist is, ook Palestijnse soevereiniteit over de islamitische wijk in Oost-Jeruzalem. Ook zouden de Palestijnen vanuit Abu Dis, een Palestijns dorp in 'Groot-Jeruzalem', vrije toegang krijgen tot de Tempelberg. Barak zou Arafat ook hebben voorgesteld alle Israelische nederzettingen in de strook van Gaza te ontruimen zodat meer dan een miljoen Palestijnen in dat overbevolkte gebied wat gemakkelijker adem kunnen halen. Onmiddellijk na het falen van de top in Camp David verklaarde premier Barak dat de concessies die hij aan Arafat had gedaan, geen uitgangspunt kunnen zijn voor hernieuwd vredesoverleg. De Palestijnse leider heeft daar echter geen boodschap aan. Ook al keert hij zonder akkoord naar Gaza en Ramallah terug, hij is in Camp David dichter dan ooit bij de stichting van een onafhankelijke Palestijnse staat naast Israel gekomen. Israelische commentatoren zeggen dat Arafat in Camp David een historische vredeskans door zijn vingers heeft laten glippen, vergelijkbaar met de blunder die de Palestijnen maakten toen zij in 1947 het VN-delingsplan voor Palestina, in een joodse en Palestijnse staat, verwierpen. Dat is echter niet de perceptie die Yasser Arafat heeft van het verloop van de onderhandelingen in Camp David. Hij meent met 'winst' op Israel naar zijn volk terug te keren en wacht geduldig de uitkomst af van het verdere Israelische politieke debat over de vredesvoorwaarden met de Palestijnen. Bovendien staat de Palestijnse leider in Gaza en op de westelijke Jordaanoever een heldenontvangst te wachten omdat hij heeft bewezen miet voor de druk van Clinton en Barak te wijken als het gaat om essentiële Palestijnse belangen. Lange tijd is Arafat niet zo populair geweest als nu, na het mislukken van de top in Camp David het geval is. Barak daarentegen keert in feite zonder regering en zonder een parlementaire meerderheid naar een verdeeld Israelisch volk terug. Door zijn ideologische tegenstanders uit de rechtervleugel van de Israelische politiek wordt hij gelijktijdig verguisd en geprezen. Verguisd omdat hij in Camp David concessies aan Arafat, in het bijzonder over Jeruzalem, heeft gedaan waarop niet kan worden teruggekomen. Hem wordt verweten de Israelische consensus over de ondeelbaarheid van Jeruzalem te hebben gebroken. Daarentegen wordt hij door dezelfde politici geprezen omdat hij, ondanks deze inbreuk op heilige waarden, uiteindelijk niet voor de eisen van Arafat is geweken. De vraag is of het falen van de top in Camp David Barak in staat stelt zijn regeringscoalitie te herstellen en de partijen die vóór de top uit zijn regering stapten, kan terugroepen. Als dat niet lukt en een regering van nationale eenheid, met Likoed er in, evenmin haalbaar is, zit er voor Barak waarschijnlijk niets anders op dan vervroegde verkiezingen uit te schrijven. Die zullen dan geen uitspraak opleveren van het Israelische volk over een vredesregeling met de Palestijnen, maar wel de Israelische voorwaarden voor beëindiging van het conflict met de Palestijnen tot inzet hebben.
Zie ook:
Witte Huis: geen akkoord Camp David (25 juli 2000) |
NRC Webpagina's 26 JULI 2000
|
Bovenkant pagina |
|