|
|
|
NIEUWSSELECTIE Technische gegevens Concorde
|
Haarscheurtjes mogelijk irrelevant
Motor brandde al bij start Concorde
Door onze redacteur KAREL KNIP
Daarmee vervalt praktisch gesproken de mogelijkheid dat de vermoeiings- scheurtjes die eerder deze week in het nieuws waren, enige rol hebben gespeeld. Ook de mogelijkheid van een terroristische aanslag lijkt klein. De motoren zijn voor buitenstaanders vrijwel onbereikbaar. Bovendien wordt vaak een ontstekingsmechanisme gebruikt dat met radiosignalen wordt geactiveerd of dat reageert op drukverlaging of op het passeren van een bepaalde tijd. Volgens een Britse ooggetuige brandden de linkermotoren van de Concorde al tijdens de start zózeer dat brandend materiaal op de startbaan achterbleef. Op een foto van een Hongaarse toerist is te zien dat vlammen met een lengte van tientallen meters uit de motoren kwamen, terwijl het vliegtuig nog nauwelijks hoogte had. Inmiddels zijn de 'flight data recorder' en de 'cockpit voice recorder' gevonden. Als de inhoud daarvan intact is kan meer helderheid ontstaan over de oorzaak van de motorstoring. Waarschijnlijk is het de piloten niet ontgaan dat er al tijdens de start een motor in brand ging, maar had de Concorde al zijn zogenoemde snelheid V1 bereikt waarbij de start niet meer kan worden afgebroken. De Delftse hoogleraar dr.ir. J.A. Mulder: "Dan vlieg je door, want je hebt geen keuze. Je schakelt de motor ook niet uit, daarvoor ontbreekt de tijd. Pas als je op een hoogte van zo'n duizend voet bent gekomen ga je je maatregelen nemen. De melding 'engine fire' klinkt voor een piloot ook minder verontrustend dan 'engine failure'. Een brandende motor levert altijd nog wel enig vermogen." Wat er haperde aan de in brand gevlogen motor is nog onduidelijk. Air France heeft bevestigd dat er kort voor vertrek nog was gewerkt aan één van de motoren, maar kon niet zeggen welke. Mulder neemt de mogelijkheid van een vogelaanvaring zeer serieus. "Straalmotoren zijn gebouwd op aanvaring met een enkele vogel, maar niet op een zwerm." Niet uit te sluiten valt dat het motor-onderhoud zelf de fatale schade toebracht. De Concorde is uitgerust met motoren van het type Olympus 593 die door het Britse Rolls-Royce en het Franse Snecma in samenwerking worden geproduceerd. Het bijzondere eraan is dat ze zijn uitgerust met naverbranders die het toestel extra stijgkracht moeten geven bij de start. De deltavleugels met hun verhoudingsgewijs geringe oppervlak ontwikkelen bij lage snelheid onvoldoende 'lift'. Naverbranders brengen extra brandstof rechtstreeks in de uitlaat van de motor. Maar dat de naverbranders een rol hebben gespeeld, zoals al is gesuggereerd, staat allerminst vast. De meest voor de hand liggende verklaring voor het ongeluk is 'motor desintegratie': door de hoge toerentallen die karakteristiek zijn voor gasturbines zijn schoepen of andere onderdelen losgesprongen. Doordat de Concorde zijn vier Olympus motoren twee aan twee zeer dicht tegen elkaar heeft opgehangen is het mogelijk dat weggeslingerd materiaal van de ene motor ook de aangrenzende motor onklaar maakte. Bij de lage snelheid die de Concorde nog had was het vliegtuig daarna niet langer meer in de lucht te houden. Zie ook:
Concorde stort neer bij Parijs (25 juli 2000) |
NRC Webpagina's 26 JULI 2000
|
Bovenkant pagina |
|