CBS weigert inflatiemeter voor senioren

Door onze redacteur MENNO TAMMINGA
AMSTERDAM, 7 JULI. De ouderenorganisaties krijgen geen aparte prijsindex die de koopkracht van senioren weerspiegelt. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft het verzoek om zo'n inflatiemeter afgewezen.

De ouderen willen de nieuwe prijsindex gebruiken in hun onderhandelingen met besturen van pensioenfondsen om een hogere aanpassing van hun pensioenen te krijgen voor gestegen kosten van levensonderhoud.

Volgens L. Hoven, plaatsvervangend hoofd van de sector consumentenprijzen bij het CBS, geeft de Centrale Commissie voor de Statistiek, die het meerjarenprogramma van het CBS goedkeurt, "geen prioriteit" aan de samenstelling van prijsindexcijfers voor aparte bevolkingsgroepen. "De cijfers moeten een algemeen maatschappelijk belang dienen."

Veel pensioenfondsen verhogen jaarlijks de uitkeringen op basis van een prijsindexcijfer dat is ontdaan van bijvoorbeeld gestegen gemeentelijke heffingen. Daardoor blijft de verhoging achter bij de inflatie. Voorzitter R. Schieven van de pensioencommissie van het NVOG, de koepel van verenigingen van gepensioneerden van grote ondernemingen, spreekt van "uitgeklede cijfers". Hij schat dat het inflatiecijfer voor het consumptiepakket van ouderen 0,3 tot 0,4 procentpunt hoger uitvalt dan het algemene prijsindexcijfer van het CBS. Dat houdt onder meer verband met een groter beroep door ouderen op zorgdiensten en met fiscale effecten.

Gepensioneerden uiten de laatste jaren geregeld irritatie over de karige compensatie voor prijsstijgingen. Terwijl hun koopkracht achterblijft, zien ze werkgevers en werknemers volop profiteren van de gunstige conjunctuur. De krapte op de arbeidsmarkt leidt voor werknemers tot flinke loonstijgingen en betere secundaire arbeidsvoorwaarden, terwijl menig werkgever extra profijt heeft van de hoge rendementen bij pensioenfondsen. Werkgevers betalen daardoor lagere pensioenpremies. Sommige bedrijven, zoals Rabobank, Philips en Unilever, krijgen zelfs honderden miljoenen guldens terug van hun pensioenfondsen.

Hoven van het CBS kan zich voorstellen dat gepensioneerden belang hebben bij een speciale prijsindex; senioren zijn een groeiende bevolkingsgroep en hun consumptiepatroon wijkt af van het gemiddelde. Het meeste werk dat het CBS zou hebben aan zo'n index is de samenstelling van "een boodschappenlijstje" dat de uitgaven van senioren weerspiegelt. Om de vijf jaar moet die analyse worden herhaald.

( a d v e r t e n t i e s )