|
|
|
NIEUWSSELECTIE Algemene Rekenkamer Rapport Rekenkamer Beleidsinformatie Betuweroute Profiel Infrastructuur (november 1998) Tegenspraak Betuwelijn (augustus 1999)
|
Rapport Rekenkamer
Besluit over Betuwelijn afgekraakt
Door een onzer redacteuren
Volgens de Rekenkamer is relevante informatie niet optimaal benut en is de kwaliteit van wel gebruikte informatie onvoldoende gewaarborgd. De ministers Netelenbos (Verkeer en Waterstaat) en Pronk (VROM) delen de conclusies van de Rekenkamer op hoofdlijnen en hebben toegezegd de aanbevelingen voor nieuwe infrastructuurprojecten te zullen overnemen. Het behoeft volgens hen 'geen betoog dat de gang van zaken [...] niet de schoonheidsprijs verdient'. Ze zien echter geen aanleiding de aanleg van de Betuwelijn te heroverwegen. Een Kamermeerderheid steunt hen daarin. De aanleg van de Betuwelijn, een project van tien miljard gulden, is geen lichtvaardig besluit geweest. Vier ministers van Verkeer en Waterstaat hebben zich ermee beziggehouden. Mede onder invloed van aanhoudende maatschappelijke kritiek heeft het eerste paarse kabinet het besluit bij zijn aantreden expliciet heroverwogen. Ook Netelenbos zette kort na haar aantreden op verzoek van de Tweede Kamer alle argumenten voor de goederenspoorlijn van de Maasvlakte naar Zevenaar nogmaals op een rij. Telkens was de conclusie: doorgaan. "Het besluitvormingsproces is gedomineerd door het uitgangspunt dat de Betuweroute van strategisch belang is voor economie en milieu. Het verzamelen van beleidsinformatie ter ondersteuning van dit standpunt had geen hoge prioriteit", schrijft de Rekenkamer in haar conclusie. Het hoge college van staat bekeek vooral hoe kabinet en parlement in de besluitvorming gebruik hebben gemaakt van vervoersprognoses, milieuberekeningen en informatie over alternatieven voor de spoorlijn. In het rapport Beleidsinformatie Betuweroute komt de Rekenkamer tot de slotsom dat een goede kosten-batenanalyse nooit is gemaakt. Dat kon ook nauwelijks, omdat de onderzoeksrapporten slechts deelaspecten belichtten en veelal verschillende en deels verzwegen uitgangspunten hanteerden. Een centrale rol in de discussie over de noodzaak van de Betuwelijn speelden de vervoersprognoses. De Rekenkamer schrijft daarover dat deze "vaak niet goed onderbouwd waren en bovendien nogal eens gebaseerd waren op florissante veronderstellingen". De Rekenkamer beschuldigt het ministerie impliciet zelfs van bedrog: in prognoses die zijn verstrekt aan potentiële private financiers telde het ministerie de (gunstige) effecten van allerlei beleidsmaatregelen ten onrechte dubbel mee. Toch zag geen enkel bedrijf er perspectief in, zodat de overheid de exploitatie van de spoorlijn zelf ter hand zal nemen. Over de milieuaspecten van de diverse vervoerswijzen was volgens de Rekenkamer onvoldoende informatie voorhanden. De informatie die er wel was, sprak zeker niet ondubbelzinnig in het voordeel van de spoorlijn: "De Betuweroute werd gepresenteerd als een spoorlijn die goed was voor het milieu, terwijl dat uit de onderliggende beleidsinformatie niet zonder meer bleek."
Zie ook:
De Betuwe-trein is niet te stoppen (22 juni 2000) |
NRC Webpagina's 22 JUNI 2000
|
Bovenkant pagina |
|