|
|
|
NIEUWSSELECTIE 'Thank you Assad' (Assad.org) Portret Assad (BBC) Ministerie van Informatie van Syrië Syria - A country study (Library of Congress)
|
Dood van Assad is winst voor Arafat
TEL AVIV, 14 JUNI. Israels premier Ehud Barak heeft Bashar al-Assad op indirecte manier een handje geholpen om op zo soepel mogelijk in de voetstappen te treden van zijn vader, de Syrische president Hafez al- Assad. Barak kreeg zaterdag van de Israelische militaire inlichtingendienst al snel het bericht van Assads dood, maar liet zijn staf zwijgen om een officiële Syrische aankondiging niet voor te zijn. Enkele uren later meldde de Syrische televisie de dood van president Assad. Dit tijdsverschil kan van belang kan zijn geweest voor Bashar om de macht over te nemen zonder zijn tegenstanders in de eerste fase van het machtsspel in Damascus een kans te geven hem de voet dwars te zetten. Jeruzalem rouwt niet om het heengaan van Assad: het heeft zijn hoop gevestigd op diens zoon. Hooggeplaatste politieke en militaire bronnen in Israel concluderen dat tot dusverre de overdracht van de macht in Damascus soepel verloopt en de situatie in Syrië stabiel lijkt. Achter deze beoordeling gaat desalniettemin grote bezorgdheid schuil over de toekomst van de betrekkelijk onervaren Bashar. Zijn benoeming tot opperbevelhebber van de Syrische strijdkrachten kan niet verhullen dat zijn regime in hoge mate afhankelijk is van de generaals en de verschillende Syrische veiligheidsdiensten. Vandaar de algemene Israelische opvatting dat er tijdens het presidentschap van Bill Clinton geen kijk meer is op een vredesdoorbraak tussen Israel en Syrië. Het wachten is niet alleen op de opvolger van Clinton in het Witte Huis maar ook op de manier waarop Bashar al-Assad zich als president van Syrië ontpopt. Daar kan geruime tijd overheen gaan. Pas wanneer hij stevig in het zadel zit, kan hij het zich veroorloven het vredesproces met Israel voort te zetten. Dat hij als nieuwe Syrische leider minder van Israel kan eisen dan zijn vader deed, wordt in politieke kringen in Jeruzalem zeer onwaarschijnlijk geacht. In enkele interviews met Arabische media die kort voor het overlijden van president Hafez al-Assad werden afgenomen stelde de 'troonopvolger' zich op het standpunt dat vrede met Israel slechts mogelijk is indien dat inhoudt dat de hele Hoogvlakte van Golan, tot de laatste vierkante centimeter, onder de Syrische vlag terugkeert. Tenzij Bashar aan de modernisering van Syrië en economische ontplooiing van zijn land een hogere prioriteit toekent dan aan de territoriale kwestie, is een compromis met Israel mogelijk. Indien premier Barak tot de conclusie komt dat Bashar zich pragmatisch opstelt zou hij terwille van de versteviging van diens binnenlandse positie ook soepeler kunnen zijn over een compromis over de laatste meters bij het meer van Tiberias die nog tussen vrede tussen Israel en Syrië staan. Beëindiging van het conflict in het Midden-Oosten is niet alleen de droom maar ook het politieke programma van de Israelische premier. In Israel wordt verondersteld dat Bashar al-Assad niet dezelfde diepe emoties heeft over de Golan als zijn vader, die dit strategisch belangrijke gebied in 1967 aan Israel verloor. Hafez al-Assad was toen minister van Defensie en commandant van de Syrische luchtmacht. Vanuit Israel gezien luidt de dood van president Hafez al-Assad, de laatste Arabische nationalist van de oude stempel in het Midden-Oosten, een nieuw tijdperk in. Dat kan ook een onrustige periode worden, indien er een machtsstrijd in Syrië uitbreekt. Instabiliteit in Syrië kan gevolgen hebben voor de ijzeren discipline die president Hafez al-Assad zijn strijdkrachten langs het front met Israel op de Golan oplegde. De instabiele situatie in Zuid-Libanon, na de Israelische terugtocht uit dat gebied, heeft de potentie te ontaarden in een militair treffen tussen Israel en Syrië. Onruststokers zijn genoeg om dit vuurtje aan te wakkeren. De dood van de Syrische sterke man is in de huidige fase van het vredesoverleg tussen Israel en de Palestijnen politieke winst voor de Palestijnse leider Yasser Arafat. De Palestijnse kwestie is daardoor het eerste punt op de vredesagenda geworden. Nu het Israelisch-Syrische vredesoverleg de facto bevroren is, heeft Barak geen ruimte meer om Arafat uit te spelen tegen Syrië. Bovendien moet president Clinton er in de nadagen van zijn presidentschap, zonder uitzicht op een Israelisch-Syrische vrede, op gebrand zijn om alsnog eer te behalen in een Israelisch-Palestijnse vredesregeling. In Israel wordt gezegd dat Arafat de nodige concessies moet doen om dat mogelijk te maken. De Palestijnen verwachten dat Clinton in de zo cruciale territoriale kwestie dichter bij het Palestijnse dan Israelische standpunt staat. Clinton kon de ideoloog Hafez al-Assad onlangs in Genève niet overreden een vanuit Israel bezien zeer pijnlijk vredescompromis te sluiten. Zal Yasser Arafat deze week in het Witte Huis pragmatischer zijn dan de Syriër, die hem ook wegens zijn handtekening onder het akkoord van Oslo verafschuwde? Zie ook:
Hafez al-Assad in de hemel der onsterfelijken (13 juni 2000) |
NRC Webpagina's 14 JUNI 2000
|
Bovenkant pagina |
|