U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
24/7 Media Europe ad
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B I N N E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Land- en tuinbouworganisatie

Landbouw-Economisch Instituut

Ministerie VROM

CBS


De 'ontboering' van het platteland


Elke dag verdwijnen er gemiddeld tien boerenbedrijven. Eén op de vier boeren leeft op de armoedegrens, blijkt uit recente CBS-cijfers. Over stille armoede in een bloeiende economie.

Door onze correspondent KARIN DE MIK

LEEUWARDEN, 6 JUNI. Ze zijn in naam miljonair, maar leven toch op de armoedegrens.

Dat is eenvoudig uit te leggen, zegt boerin Ymkje Brandsma. Haar man Binne en zij hebben een middelgroot veehouderijbedrijf in Friesland van dertig hectare land met vijftig koeien. "Onze grond en de melkrechten hebben een waarde van drie miljoen gulden. Maar daar kunnen we niet van eten."

Het echtpaar Brandsma en hun drie kinderen leven van een inkomen van rond de 40.000 gulden per jaar. Hun agrarisch gezin is een van de vier die leeft op de armoedegrens. Uit recent onderzoek van de Landbouw Universiteit Wageningen blijkt dat tien procent van de agrariërs niet rondkomt van zijn inkomen. Volgens de onderzoekers heerst er schroom om met het armoedeprobleem naar buiten te treden.

Dat geldt ook voor het gezin Brandsma. Ze durven uit schaamte niet met hun echte naam in de krant. Toch willen ze hun verhaal kwijt. Omdat de stille armoede van boerengezinnen in hun ogen onvoldoende bekend is bij de rest van de bevolking. "De economie groeit en bloeit, maar de agrariërs profiteren er niet van mee", zucht Ymje. Steeds meer agrariërs op vooral middelgrote bedrijven komen in de problemen en zullen met het bedrijf stoppen. Veel boerenbedrijven worden verkocht aan projectontwikkelaars, stedelingen of grote boeren.

Ondanks de financiële zorgen willen de Brandsma's hun land en melkquota niet te gelde maken. "Misschien is dat dom", geeft Binne toe. "Maar boer zijn is een manier van leven. Ik word blij als ik tussen de koeien loop." Zijn vrouw vult aan: "In ons hart zijn we gelukkig. Als straks het gras wordt gemaaid en je tussen de jonge vogels in de weilanden loopt. Je houdt van het boerenleven en van je vee." Toch valt het leven van alledag niet mee. De bank moest meermalen worden gevraagd om geld over te maken, zodat Ymkje boodschappen kon halen. "Dat is vreselijk ja, maar nòg vreselijker is het om niet te kunnen pinnen."

Een nieuwe wasmachine zit er niet in. Ze wonen in een eenvoudige prefab woning van een halve ton. 'Hoe woont het in dat kippenhok?', vragen bekenden wel eens.

Reden van de armoe zijn de relatief lage melkprijs en de toenemende wet- en regelgeving. "Het management van het boerenbedrijf is in de meeste gevallen goed", legt Ymkje uit. "Maar de melkprijs is bijvoorbeeld de laatste twintig jaar niet gestegen. In 1980 kreeg je 77,5 cent per kilogram melk, nu is dat 72 cent." Binne: "Een prijsdaling van vijf cent betekent voor ons bedrijf, dat jaarlijks vier ton kilogram melk produceert, een inkomstenvermindering van 20. 000 gulden per jaar."

Ook de dioxinecrisis in België, de crises in Rusland en Azië voelen de boeren in hun portemonnee, stelt Binne. "Je produceert niet alleen voor de Nederlandse markt. We zijn lid van een wereldwijd opererende coöperatie, waaraan we onze melk leveren."

Bovendien zijn de vaste kosten de afgelopen jaren volgens Binne "gigantisch opgelopen" door strakke wet- en regelgeving. "Neem de waterschapslasten of de investeringen in het milieu. We moesten een extra mestopslag bouwen van twee ton, omdat de mest niet meer over het land mag worden uitgereden, maar moet worden geïnjecteerd. Als we daarvoor een loonbedrijf inhuren, kost dat ons nog eens 6.000 gulden."

De oplossing? Ymkje: "Als de consument bereid is een dubbeltje meer te betalen voor een fles vla zou dat helpen." Om het bedrijf in stand te houden, zoekt ze een baan buitenshuis, voor drie vier dagen per week. Ze is al een het solliciteren. Veel boerinnen doen dat, weet ze. "Hun inkomen is hard nodig als ondersteuning van de bedrijfsvoering." Maar dat argument wordt zelden genoemd. "Ze zeggen dat ze iets anders om handen willen hebben. Ik zeg eerlijk dat ik niet voor de lol ga werken, maar daartoe gedwongen ben. Omdat we anders met het bedrijf moeten stoppen."

De verknochtheid aan het boerenbestaan is de belangrijkste reden dat agrariërs niet snel besluiten hun bedrijf te verkopen, weet ook Hanneke Meester van de Telefonische Hulpdienst Agrariërs, die acht jaar geleden werd opgericht. "Ze gaan heel ver om boer te kunnen blijven. Want daar ligt hun hart. Vaak uit emotionele overwegingen." Jaarlijks bellen ongeveer 250 agrariërs de hulplijn. Het ontbreken van toekomstperspectief is bij vrijwel alle bellers het hoofdthema. Meester: "Het probleem is dat het bedrijf niet slecht draait, maar dat er te weinig liquide middelen zijn." Ze noemt het voorbeeld van een vrouw van een varkenshouder die een krantenwijk nam om aan huishoudgeld te komen. "Omdat de rente en aflossing wel opgebracht moeten worden." Als Ymkje een baan heeft, zal Binne deels huisman worden. Daar heeft hij geen moeite mee. "Al zal de omgeving er misschien raar van opkijken. Ik kan goed met de kinderen overweg. Ik heb vaak meer geduld met ze dan mijn vrouw."

NRC Webpagina's
6 JUNI 2000


( a d v e r t e n t i e s )

24/7 Media Europe ad

24/7 Media Europe ad

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad