|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Kosovo
|
Kosovaren beleven geen lol meer aan
kaarslicht
PRISTINA, 19 FEBR. "Mag ik bij je onder de douche?" Het is geen ongewone vraag in Pristina. Elektriciteit is schaars, warm water is zeldzaam. Laatst, op een wijn-en-kaas-feestje van een Zwitserse hulpverlener, ontdekte één van de bezoekers stromend water in de badkamer. Snel verdwenen de gasten één voor één onder de douche. Acht maanden lang, sinds de komst van de multinationale vredesmacht KFOR en de Verenigde Naties, zit Kosovo grote delen van de dag zonder stroom. Op het platteland weten de Kosovaren zich aardig te redden - daar is men gewend op houtfornuizen te koken. In de steden draaien de huishoudens echter op stroom. Gasfornuizen en -kachels zijn onbekende verschijnsels; de vrouwen koken op elektrische kookplaten en het water voor de (collectieve) centrale verwarming wordt rondgepompt. In veel appartementen is het toilet al dagen lang niet doorgetrokken. "In het begin was het leuk", zegt een medewerker van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). "Eten bij kaarslicht, met een zaklantaarn over straat. Nu is het ronduit vervelend." Hij zit al vier dagen zonder water; de tandpasta zit aangekoekt in de wasbak. Vorige maand daalde de temperatuur in de Kosovaarse hoofdstad Pristina 's nachts tot min 25 graden. Het advies van de Verenigde Naties luidde: blijf bij elkaar in een kamer. "Ik heb mijn zwangere dochter en drie kleinkinderen naar mijn flat gehaald", zegt een oudere vrouw op straat in Pristina, "en 's nachts kruipen we in twee bedden bij elkaar." De Verenigde Naties hebben berekend 620 tot 640 megawatt nodig te hebben, 200 megawatt meer dan wat Kosovo vandaag de dag krijgt. De oorzaken voor het stroomgebrek zijn divers. Servië, voorheen een belangrijke stroomvoorziener, levert nog nauwelijks stroom aan Kosovo. Het land heeft immers zelf een tekort aan elektriciteit wegens een olieboycot en staat bovendien niet te trappelen het gehate VN-bestuur van stroom te voorzien. Zo is Kosovo aangewezen op de eigen twee elektriciteitscentrales, eenvoudig Kosovo A en B geheten. Maar de door de VN ingehuurde stroomspecialisten zijn zich doodgeschrokken van die op kolen gestookte centrales; het materieel is oud en slecht onderhouden en de kolen zijn van bedenkelijke kwaliteit. Laurence Pycroft van het Britse bedrijf Mott MacDonald moet de elektriciteitsvoorziening van de gebombardeerde Servische provincie weer op gang krijgen. Hij zegt: "Ik zag elektriciteitscentrale A en dacht: die kan zo op de schroothoop. De centrale is vijfendertig jaar oud en hopeloos verouderd, het vuil lag kniehoog tegen de muren." Elekctriciteitscentrale B, gelegen in Obilic, is jonger (negentien jaar) maar helaas, daar brak vorige maand brand uit. "De Albanezen houden de centrale niet schoon. Overal ligt as en olie. Waarschijnlijk is de brand ontstaan door een vonk in een plas olie", aldus een woordvoerder van de VN. Van de kant van de Kosovo-Albanezen krijgen de Verenigde Naties weinig hulp. De Albanezen zijn, sinds Milosevic' aantreden in 1989, consequent uit overheidsfuncties gezet. De Trepca-mijnen, de spoorwegen, de electriciteitscentrale - ze werden het afgelopen decennium door Serviërs geleid. Nu zijn de meeste Serviërs uit Kosovo weggejaagd en weet niemand meer hoe de centrales bediend moeten worden. Enkele weken geleden hadden de VN een oplossing bedacht: "We gaan stroom halen uit Griekenland." Griekenland kon zestig megawatt per dag leveren; dertig megawatt moest over het Macedonische net worden getransporteerd en dertig megawatt over het Albanese net. Maar al snel doemde een nieuw probleem op: de elektriciteitsnetten van Albanië en Macedonië zijn niet berekend op de extra stroom. Albanië heeft sowieso een slechte infrastructuur en Macedonië kampt met een kapotte verbinding met Kosovo - gebombardeerd door de Navo zelf, tijdens de crisis vorig jaar. Maar al snel bleek er een tweede reden voor de Macedonische weigering te zijn: geld. Het net mocht dan niet berekend zijn op extra stroom, Macedonië bood wel aan zijn gesloten Negotino-centrale te heropenen en van daaruit stroom aan Kosovo te leveren, voor de 'lieve' prijs van 220 miljoen dollar voor 140 megawatt. Maar de laatste week is de situatie plotseling verbeterd. Allereerst is de temperatuur gestegen tot zo'n tien graden boven nul. Daarnaast hebben de Britse specialisten de centrales Kosovo A en Kosovo B aan het werk gekregen - al weet Laurence Pycroft niet voor hoe lang. Er zit een lek in één van de boilers en dat wordt iedere dag groter. "Om dat lek te repareren, moeten we de hele centrale voor minimaal vierentwintig uur stil leggen, aldus Pycroft. De medewerkers van Mott MacDonald verwachten het gat volgende week te zullen repareren. Dan zit Kosovo weer zonder stroom.
|
NRC Webpagina's
19 FEBRUARI 2000
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |