U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Leven op de campus van Microsoft

Cola, pizza en computercode


Een kledingcode is er niet, al zijn spijkerbroek, bloes en gympen er bijna tot norm verheven. Sommige werknemers verschijnen zelfs in korte broek. Microsofts hoofdkwartier in Redmont bij Seattle oogt als een moderne universiteitscampus. Personeelsleden prijzen de informele sfeer en snappen weinig van de aanvallen op hun bedrijf.

Door Stéphane Alonso

De geboorte van Windows 2000 was een zware bevalling, waarvan de 16.000 werknemers van Microsoft in Redmond, thuisbasis van de softwaremaker, nog steeds napuffen. Met enige vertraging werd de jongste versie van het besturingsprogramma deze week de wereld ingestuurd. Daar wachtte het, zo bleek meteen al, geen warm onthaal. Van Windows 2000 werd voor verschijning al gezegd dat het allesbehalve een verbetering is. Het aantal bugs - onvermijdelijke programmeerfouten - zou ditmaal echt stuitend zijn.

Als klap op de vuurpijl onderzoekt nu ook de Europese Unie, in navolging van de Amerikaanse overheid, of Microsoft zich bezighoudt met duivelse monopoliepraktijken. Microsoft móet aan de schandpaal, zo lijkt het wel. In Redmond, een voorstad van Seattle, groeit de verbazing over alle kritiek. " Het druist in tegen mijn rechtvaardigheidsgevoel", zegt Gerrit Bergsma, een 36-jarige Nederlander die anderhalf jaar geleden de overstap maakte van Microsoft Benelux naar Seattle. Bergsma "beleeft" het bedrijf heel anders. Het is niet de moloch van het type IBM, de computerfabrikant die ooit berucht was om zijn strenge gedrags- en kledingcodes en bij vlagen de prententies van een autonome staat had.

Bergsma benadrukt dat Microsoft met beide benen in de samenleving staat. Hij ziet onder zijn collega's een "oprechte bevlogenheid" om software steeds weer te verbeteren. Macchiavelli woont hier niet, zo weet de Nederlander zeker. Maar wie dan wel?

Ongeveer de helft van alle Microsoft-werknemers (ruim 34. 000 wereldwijd) werkt en woont in de noordwestelijke staat Washington, waarvan Seattle - met zijn karakteristieke spaceneedle - de hoofdstad vormt. De grootste softwarefabrikant ter wereld is de opvallende afwezige in het straatbeeld van Seattle, dat vooral wordt gedomineerd door de talrijke Internetbedrijven die de stad telt. Maar wie een gesprek aanknoopt met een willekeurige voorbijganger merkt al snel dat iedereen wel iemand kent die bij Microsoft werkt, en anders wel bij vliegtuigfabrikant Boeing, het andere boegbeeld van de stad.

Vlak buiten Seattle, tegenover Lake Washington, ligt 'Microsoft-stad'. Het bedrijvencomplex begint dusdanig uit z'n voegen te groeien dat de plaatselijke autoriteiten hebben besloten tot de aanleg van een aparte snelweg-afrit. Niet alleen voor Microsoft-werknemers overigens. In het kielzog van het softwarebedrijf hebben branchegenoten, zoals spelletjesmaker Nintendo, zich ook in Redmond gevestigd. Er wordt overigens alleen gewerkt op de campus. De meeste werknemers wonen in de natuurrijke omgeving van Redmond.

Meer dan als een hoofdkwartier, oogt Microsoft-stad als een moderne universiteitscampus, waarvan de gebouwen soms sfeervol liggen verscholen in de naaldbossen. "De vroegste werknemers van Microsoft kwamen rechtstreeks van college af en dus werd besloten een kopie van een college-campus voor ze te bouwen zodat ze zich thuis zouden voelen", zegt voorlichter Mark Peterson. De oudste gebouwen van de 'stad' stammen uit 1986, toen duidelijk werd dat Microsoft een blijvertje was in pc-land. Deze gebouwen, '1' tot en met '6' gedoopt, kregen een x-vorm (van bovenaf), zodat het aantal ramen kon worden gemaximaliseerd. Het ontwerp was afgekeken van IBM, waarmee Microsoft in de jaren tachtig intensief samenwerkte.

Tegenwoordig telt het hoofdkwartier 82 gebouwen (grotere en kleinere), verspreid op een oppervlakte van ruim 4,5 miljoen vierkante meter. Lopen is onbegonnen werk, dus rijden er de hele dag shuttlebusjes af en aan. Zelfs de eigen mensen van Microsoft verdwalen voortdurend in en buiten de gebouwen. Een van de populairste gebouwen op de campus is de winkel (naast het museum) waar, uitsluitend voor werknemers, software tegen fikse kortingen wordt verkocht. Jaarlijks wordt er gemiddeld achttienduizend keer verhuisd op de campus. Dagelijks wordt er twaalfduizend keer lunch geserveerd en worden er drieduizend pizza's gegeten. Elke dag worden er drie miljoen e-mailberichten verzonden.

Het is lunchtijd en op de campus ontrolt zich een multi-culturele manifestatie. Mensen in alle kleuren en maten verruilen hun kantoren voor de tientallen kantines op het terrein - op weg naar de warme chili-hap, de versbelegde boterham of de doorsnee hamburger. Microsoft werft over de hele wereld. "Er zijn 2000 vacatures", zegt Peterson. Het tekort aan techneuten gaat op voor de gehele software-industrie.

Een kledingcode is er niet, hoewel 'casual' (spijkerbroek, bloes en gympen) hier bijna tot norm lijkt verheven. Stropdassen zie je in elk geval niet. Een enkeling draagt een lichtblauwe bloes met het Microsoft-logo of wappert voorbij in een lange leren jas en luguber hardrockshirt.

"Die informele sfeer is heerlijk", zegt Bergsma tussen twee happen door. " In Nederland zat ik altijd strak in het pak." Zijn collega John Dongelmans (25), die hier pas vijf weken zit, heeft inmiddels geobserveerd dat sommigen " zelfs in korte broeken" op het werk verschijnen. Bergsma, die op de verkoopafdeling werkt, en Dongelmans, van de spelletjesafdeling, zien er vergeleken met hun buitenlandse collega's bijzonder netjes uit. Vooral Bergsma valt uit de toon met zijn kaki-broek, leren schoenen en pullover. De Nederlanders zijn vooral onder de indruk van de sociale betrokkenheid op de campus. Die komt het beste naar buiten tijdens de jaarlijkse giving campaign, een liefdadigheidsactie. Bij die gelegenheid worden allerlei "leuke dingen" gedaan ("voor 10 dollar mag je een taart in iemands gezicht gooien"). Het verzamelde geld wordt uiteindelijk verdubbeld door Microsoft. Dat zijn ook de momenten dat de werknemers Bill Gates, een van de oprichters van Microsoft en tegenwoordig de rijkste man op aarde, te zien krijgen.

In de loop der jaren zijn er veel relaties opgebloeid binnen de 16.000 leden tellende Microsoft-familie. (Hiervan zijn geen cijfers, maar een zegsvrouw verzekert dat het veelvuldig voorkomt). Het beroemdste voorbeeld is Gates zelf, die in 1994 trouwde met het hoofd van zijn marketingafdeling, Melinda French. Echtparen die behoefte hebben aan huwelijksbemiddeling krijgen de kosten vergoed.

Microsoft heeft de afgelopen twintig jaar een forse demografische verandering ondergaan. In 1983 was de gemiddelde leeftijd 22, anno 2000 is dat 35. Zeventig procent van de werknemers is ouder dan dertig. Door de 'vergrijzing' is een hele reeks nieuwe problemen ontstaan, waarvan de huwelijksperikelen een voorbeeld zijn. Veel werknemers raken met zichzelf in de knel omdat ze hun oude leventje ("cola, pizza en computercode") moeilijk kunnen combineren met de verplichtingen van een gezinsleven, zegt Mark McKenna, belast met personeelskwesties. "Sommige werknemers worden een 'risico' naarmate ze ouder worden."

De 'uitval' van werknemers valt niettemin mee. "Ongeveer zeven procent per jaar", zegt McKenna. "Dat is ongeveer de helft van wat normaal is in de software-industrie."

Een reden om te blijven zijn de aantrekkelijke aandelenopties die Microsoft zijn werknemers in het vooruitzicht stelt. Ze zijn overigens ook een goede reden om te vertrekken want wie zijn aandelenportefeuille goed beheert, kan in principe miljonair worden. Volgens McKenna moet het belang van de opties niet worden overschat. "Als je het werk niet meer leuk vindt, kunnen de opties veranderen in gouden handboeien."

De 35-jarige Nederlander Gert Drapers, die het in vijf jaar heeft geschopt tot hoofd van de productgroep SQL Server (software voor bedrijven), had zo zijn eigen redenen om bij Microsoft te gaan werken. "De baan in Seattle bood mij de mogelijkheid om een product te maken dat door heel veel mensen wordt gebruikt", zegt Drapers in zijn kantoor in gebouw 6. Drapers wilde graag " carrière maken in de techniek". Bij Microsoft Benelux, dat zich uitsluitend met verkoop en service bezighoudt, is dat onmogelijk. "Daar wordt je al heel snel het managementpad op gedwongen."

De campus omschijft Drapers als "200 kleine bedrijfjes" die allemaal met elkaar concurreren voor een bijdrage uit de centrale geldpot. Ook wordt er tussen de productgroepen strijd geleverd voor het beste personeel. "Het is belangrijk je eigen mensen tevreden te houden, want ze kunnen zo 'overlopen' naar een andere groep." Drapers denkt dat hij zijn werk goed doet "want voorlopig groeit mijn team alleen maar".

Even verderop, op het grasveldje tegenover gebouw 8 waar gewoonlijk tijdens pauzes wordt gevoetbald, staan zevenendertig boze jongeren, geobserveerd door tweemaal zoveel politie-agenten. Ze zijn vandaag naar de campus gekomen om te demonstreren tegen de nieuwe economische wereldorde. Het zijn de naweeën van de rellen die uitbarstten tijdens de bijeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in december. Microsoft was een van de sponsors van die bijeenkomst. De pijlen van het 'Direct Action Network' zijn vooral gericht op Gates, hoewel deze sinds vorige maand niet meer aan het hoofd staat van de onderneming. Zijn opvolger, Steve Ballmer, is blijkbaar nog te onbekend om door te kunnen gaan voor het gezicht van het kapitalistische kwaad. Het protest - 'straattheater' genoemd - wekt op de lachspieren, maar maakt niettemin duidelijk dat de tijden dat Gates en de zijnen jonge honden waren die de pc-industrie op z'n kop zetten definitief voorbij zijn. Er wordt vandaag in ieder geval niet gevoetbald.

NRC Webpagina's
19 FEBRUARI 2000


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)