U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Geluidsfragment
Geluidsfragment Simbagwe Tambú

Speciaal rapport Koninkrijksrelaties


De eigen taal van tumba en tambú

Kom niet aan geuzenliederen


Ambtenaren leek het een goed idee om op de Antillen een carnavalslied tegen emigratie naar Nederland te laten schrijven. Hun plan leidde tot een tropisch carnavalsrelletje.

door Margriet Oostveen

'Verkiezing Koning Tumba loop volledig uit de hand', kopte de Antilliaanse krant Amigoe deze week. Het ging over de enorme hoeveelheid carnavalsnummers, de zogeheten tumba's, waaruit een jury op Bonaire vorig weekend een winnend lied moest kiezen. "Om half vier in de ochtend kon iedereen een zucht van verlichting slaken", schreef de nog merkbaar uitgeputte verslaggever. Na ruim vijf uur waren alle liederen eindelijk gezongen. "De nieuwe tumbakoning was geboren."

Hetzelfde weekend is ook op Curaçao een nieuwe Tumbakoning gekozen, tijdens het jaarlijks muziekfestival. "Een opvallend actueel thema" in de tumbaliederen, schreef Amigoe, "was dit jaar de migratie." Marisol Rodriquez zong Bolbe kas: 'Kom thuis'. Ompi Stefania bezong Curaçao speciaal voor Antillianen die in Nederland wonen, in Ta mi kos ('Het is mij eigen'). Andere teksten gingen over de miserabele economie van de Antillen: "Het volk wil leven, het wil brood, brood, brood".

Toch hebben ambtenaren besloten dat er nóg een tumba over Nederland moest komen. Het begon weer eens met de beste bedoelingen. Met een protocol, waarna een werkgroep is geformeerd die een communicatieplan bedacht. En toen ging het mis.

Het was een idee van de Antillianen zelf, zeggen ambtenaren van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in den Haag nu. Niet waar, is te horen in Willemstad, zoiets verzinnen alleen politici die niets van ons begrijpen. Het voorlopig resultaat is een tropisch carnavalsrelletje met culturele allure.

Het protocol is vorige maand getekend, en verplicht Antilliaanse jongeren die naar Nederland willen migreren eerst op de Antillen zelf een inburgeringscursus te volgen. Duizenden kansarme Antillianen willen jaarlijks naar Nederland en hier probeert het kabinet dat af te remmen. De Antiliaanse economie mag miserabel zijn, is de boodschap, wie alleen Papiaments spreekt en geen schooldiploma heeft, krijgt het ook in Nederland moeilijk. Nu is het zaak hiervan ook de meest hopeloze sloppenwijken van Willemstad te doordringen. De werkgroep, met Antilliaanse en Nederlandse ambtenaren, voorziet in een 'communicatieplan' (een 'ontmoedigingsplan' mag dat niet heten). Er zouden billboards op Curaçao komen. Wellicht een educatieve televisieserie. En zou het niet aardig zijn ook een Antilliaanse tumbaband te vragen een tekst over het onderwerp te schrijven?

Kom niet aan geuzenliederen. Dat is vragen om problemen.

Handenwrijvend gaf het actualiteitenprogramma Nova de voorzet. Hans Dorrestijn en de Antillaanse muzikant Edsel Juliet werden uitgenodigd alvast een anti-migratie-tumba te maken. Refrein: 'Blijf op de Antillen, wordt geen emigrant/ Slik liever zelfmoordpillen, maar ga nooit naar Nederland'.

Nova maakte er een videoclip bij, met veel regen en verkouden mensen. Die werd getoond aan staatssecretaris De Vries (Koninkrijksrelaties). Was dit het soort tumba dat de staatssecretaris voor ogen stond? De Vries schoot er in de uitzending nog wel om in de lach, maar later werd hij woedend. Nova zou 'afspraken' hebben geschonden, want De Vries zou in het programma meer over het 'communicatieplan' hebben mogen uitleggen en dat had Nova er allemaal uitgelaten.

De tumba-clip is in de Nova-uitzending ook getoond aan Antilliaanse jongeren in De Amsterdamse Bijlmer. Niks ironie. Zij waren diep beledigd. "Wij komen hier om te studéren!"

Gereserveerd

Hans Siepel, plaatsvervangend directeur communicatie bij Binnenlandse Zaken, keerde deze week terug van Curaçao. Als lid van de werkgroep hoopte hij er definitieve afspraken met een band te maken voor de migratie-tumba. Het is vooralsnog mislukt. "De Nova-uitzending heeft op de Antillen tot nogal wat gereserveerdheid geleid", zegt hij. Gisteren was volgens Siepel nog altijd 'niet bekend' welke groep de tumba zou schrijven.

"Ze zullen nooit een band vinden. Niemand op de Antillen zal zijn handen aan dat lied willen branden", zegt in Amsterdam John Leerdam, die net naar Curaçao heeft gebeld om de stemming te peilen. Hij is artistiek directeur van het Cosmic theater en Antilliaan. Zijn kennis van de Antilliaanse cultuur wordt door Nederlandse beleidsmakers nogal eens ingeschakeld. Maar deze keer niet. "Het hele idee voor die tumba kan alleen afkomstig zijn van iemand die de culturele codes van de Antillen volstrekt niet begrijpt", zegt Leerdam. "Deze tumbakwestie is dé metafoor voor alles wat misgaat in de communicatie tussen Nederland en de Antillen."

In zijn kantoor praten we over het verschil tussen tumba's en tambú. Beide muziekstijlen, die door buitenstaanders nogal eens worden verward, zijn nauw verweven met de geschiedenis van de Antillen. Tumba's kwamen op de eilanden via de caribische kust van Zuidamerika. "Het zijn niet zomaar carnavalsliederen zoals die van jullie", zegt Leerdam. "In Nederland is het 'jo-ho-delie' en je hebt een carnavalshit. Met een tumba is men maanden bezig en het resultaat heeft altijd een morele boodschap." Eén boodschap, zegt Leerdam, wil een tumba altijd uitdrukken: "Saamhorigheid. Daarom is het voor Antillianen zo pijnlijk dat de Nederlandse overheid nu juist een tumba wil gebruiken om ze uit Nederland te weren. Want zo vatten Antillianen dit op." Blazers en een dwingend twaalf-achtste ritme zijn cruciaal in tumba. Tumba wordt door de Antilliaanse overheid gesubsidieerd, zegt Leerdam. Want tumba's trekken toeristen. Tumba is vrolijk.

Tambú is andere koek. In alle opzichten anarchistischer en grimmiger: een doolhof van steeds wisselende ritmes en het felste slagwerk bij de zang. De ritmes kwamen uit Afrika. Tambú ontwikkelde zich op de plantages van Curaçao. Slaven gingen er met een stukje ijzer op hun schoffels slaan toen praten verboden was. Tambú was vanaf het begin geheimtaal. De ritmes op de schoffels werden codes die ook op plantages verderop gehoord en begrepen werden. Later gingen de slaven er geuzenteksten bij zingen. En hier werd de ironie uit nood geboren.

Omdat de shons, de slavendrijvers, het niet mochten begrijpen, zijn tambúteksten vanaf het begin dubbelzinnig geweest. En dat is altijd zo gebleven. Je hoort niet wat je hoort.

Koeien melken

Giechelend vertaalt John Leerdam een moderne tambútekst die hem te binnen schiet: "Je ouders hebben niet op de knoek [plantage, MO] gewerkt en je ouders hebben ook niet de koeien gemolken", zong hij in het papiaments. "Maar elke keer als je een koe ziet sta je klaar om haar te melken." Voor alle duidelijkheid: Nederlander, u bent de koe. En tambú is ook graag behoorlijk scabreus.

Inmiddels is tambú een geprezen cultuurgoed dat ook beleefd ten gehore wordt gebracht voor Nederlandse gasten. Maar het echte werk vind je aan het einde van het jaar in de stegen van de volkswijken van Willemstad. Hier wordt het jaar dan in tambúteksten samengevat. Hier komen de beroemdste, vaak ruim tienkoppige tambúgroepen zingen. Peuters met verhitte hoofdjes staan in adoratie vooraan, ze oefenen al meppend op hun eigen schoffeltjes. Oudere vrouwen aaien de jonge zangers over de bol en delen bier en limonade uit. Ernstige mannen in het wit komen dansen, sidderend, geconcentreerd op duivels voetenwerk. Hier is geen onderwerp taboe en lacht het publiek om teksten over een vertrek naar Nederland, met je buik vol ingeslikte cocaïne om het ticket te kunnen betalen. Een tambúzanger zingt "Ze laten zich snappen, de sukkels!", en iedereen lacht en weet dat het over uitzichtloosheid gaat. En roept instemmend "éh- éééh!'Teksten die voor Nederland waarschuwen bestonden dus allang. Ongesubsidieerd. Sinds de eerste Nederlanders graag naar de Antillen wilden, om precies te zijn.

Tambú wordt in het Papiaments gezongen. Maar er is een uitzondering. De tienkoppige groep 'Simbagwe Tambú' maakte in Nederland een tambú-cd met één lied over Nederland in het Nederlands. Vorig jaar hebben de zangers Richard Rifaela en Signald Bernadina er al eens mee in deze krant gestaan. Nu leek het gepast de tekst nog eens af te drukken.

'Chato' Rifaela en 'Papi' Bernadina waren deze week onvindbaar. Hun telefoons worden niet beantwoord, niemand kon zeggen waar ze zijn. Teruggekeerd naar Curaçao? Chato had heimwee. Wie De aap begrijpt, kan dát begrijpen. En voor wie het nog niet snappen wil: niet de zanger maar u, Nederlander, bent de 'ik' in dit lied. "Leg dat in godsnaam goed uit", had John Leerdam gezegd. "Want daar gaat het dus steeds mis. Nederlanders begrijpen onze codes niet."

Geluidsfragment

De Aap

Een aap ontsnapt uit de bos op Curaçao En plotseling verschijnt- ie in de Bijlmer En nu vermomt hij zich als Antilliaan En toch herken ik hem als een baviaan

Aap wat is dat nou met jou Je moet terug naar Curacao Gesloten in een kooi Zonder kleren, zonder staart

Hij is en blijft een stomme aap Vermom je maar als Antilliaan(...) Je hoort toch in een boom te zijn Je hoort toch in een bos te zijn(...) Voor mij ben je een chimpansee Of ben je toch een Antilliaan Wat doet een aap in de bebouwde kom Wat doet een aap in de binnenstad?

Een aap ontsnapt uit de bos op Curaçao En plotseling verschijnt-ie in Rotterdam-zuid En nu vermomt-ie zich als Antilliaan En toch herken ik hem als een baviaan

Aap wat is dat nou met jou Je moet terug naar Curacao Gesloten in een kooi Zonder kleren, zonder staart

NRC Webpagina's
18 FEBRUARI 2000

Archief
Cultureel Supplement


( a d v e r t e n t i e s )

Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) DECEMBER 1999