M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Wim Dik vertrekt na twaalf jaar voorzitterschap bij
telecombedrijf
KPN mag meedoen met de groten
DEN HAAG, 18 FEBR. De modelspoorbaan die Wim Dik de komende jaren gaat aanleggen in zijn achtertuin mag niet al te nadrukkelijk aanwezig zijn. "Mijn tuin is voormalig weideland, waarin met bomen en heuveltjes een soort Brabants landschap is gemaakt. Dan moet je niet overal rails zien liggen", zegt de scheidend bestuursvoorzitter van KPN. Modelspoortreinen moeten bovendien rijden, vindt Dik (61) "Sommige mensen hebben een stuk rails en dan om de paar meter een stationnetje waar de trein stopt. Dat stationnetje hoeft van mij niet zo." Voor tussenstops was weinig tijd in de twaalf jaar dat de voormalig staatssecretaris en Unilever-bestuurder de baas was van Nederlands grootste telecommunicatie en (tot voor kort) postbedrijf. Driemaal veranderde het Staatsbedrijf der PTT van naam, nog vaker van gedaante. KPN werd verzelfstandigd, geprivatiseerd, ging naar de beurs en werd gesplitst. Aan de vooravond van Diks vertrek is KPN een serieuze rol toebedeeld in de fusieslag die de branche heeft gegrepen. Sinds de ingenieuze overname van het Duitse E-Plus (mobiele telefonie) geldt KPN nauwelijks nog als prooi voor een overname. Dik: "We zijn af van de denigrerende toon van: laat je nou toch overnemen." KPN mag dan meedoen met de groten, in Nederland wordt het bedrijf geconfronteerd met problemen die veel lijken op die van een decennium geleden. De kwaliteit van de dienstverlening is vorig jaar op een dieptepunt beland. Een in 1998 aangekondigde reorganisatie - de derde in vijf jaar - bleek te veel van het goede. De ingreep, die 4.000 banen kost, is opgeschort. "Er is nog nauwelijks iemand uitgegaan", zegt Dik. "We hebben de mensen nu nodig om te zorgen dat onze klanten niet in de kou blijven staan." Verontschuldigend: "Ik voelde [eind 1998] de noodzaak tot veranderingen. Daarbij hebben we zaken over het hoofd gezien. Mensen die je verplaatst zijn uit hun oude patroon. En dan blijkt dat de informele organisatie veel oplost wat de formele organisatie niet klaar krijgt." De dienstverlening van KPN is niet terug op het oude niveau. "Op onderdelen zitten we er nog ver vanaf", zegt Dik. "Nieuwe vormen van billing en nummerportabiliteit moeten we allemaal aan die oude computersystemen hangen. We hebben zo snel niet kunnen voorzien dat je daarvoor je systemen al vanaf 1995 had moeten moderniseren. Daar zijn we nu dus mee bezig. Heel het jaar 2000 nog, zeker. Tegelijk proberen we de klachten terug te brengen naar een aanvaardbaar niveau." De internationale expansie van KPN - met de overname van E-plus als hoogtepunt - verliep met vallen en opstaan. Vallen gebeurde in Europa met Unisource, maar ook in Indonesië. "We hadden daar groot willen worden en het land willen gebruiken als stepping stone voor heel Azië", zegt Dik nu. "Dat kón helemaal niet. Nog even los van de Aziatische crisis, hadden wij toch onvoldoende macht en kracht om een grootmacht te worden in Indonesië, als strategische partner van PT Telkom." Op een vertrek van KPN uit Azië hoeft volgens Dik voorlopig niemand te rekenen. "We hebben onze kantoren in Singapore en Jakarta, we hebben Wipro in India we hebben New Blue Communications nog in China. Op dit moment doen we daar even niks mee. Er is een joint venture met een kantoor waar niemand zit. Zie het als een vakantiehuisje. Ik kan er zo weer in wonen." Dik acht het moeilijk denkbaar dat KPN zijn investeringen in Azië te gelde maakt, bijvoorbeeld als bijdrage aan de ruim honderd miljard gulden die nodig zou zijn om het Britse Orange (mobiele telefonie) op te slokken. "Telkomsel is onderdeel van ons mobiele- telecommunicatiebedrijf. Als Mobiel een slag kan slaan waarvoor het al zijn andere deelnemingen zou willen opgeven is dat een beslissing van Mobiel. Verstandig? Het lijkt op de redenering dat je een hele mooie hoed op kunt zetten als je eerst je beide benen laat amputeren." Als KPN opnieuw met een buitenlandse partner in zee gaat, heeft de overheid meteen de kans haar belang in het telecombedrijf terug te brengen, oppert Dik. "Stel dat wij een bedrijf vinden en de staat vertellen dat we het niet erg zouden vinden als dat bedrijf een stevig belang in ons verwerft - zoals we dat ook van BellSouth gezegd hebben. Dan maakt de staat een miljardenwinst en hoeven beleggers niet bang te zijn dat er plots een sloot aandelen KPN op de markt komt. Dan is iedereen happy." Voor Dik is overigens de vraag of overname van Orange hoge prioriteit moet hebben. De concurrentie in het Verenigd Koninkrijk is moordend. De Franse markt is eigenlijk interessanter. Op het nieuwe KPN-hoofdkantoor aan het Haagse Maanplein, door Dik - voorlopig tevergeefs - Telecomplein gedoopt, loopt de bezoeker eerst twee zingende employees en dan een fluitende tegen het lijf. Een baliemedewerker in het gebouw naast dat van de raad van bestuur herkent de naam Dik niet. Op de verdieping van de raad van bestuur is de sigarenrook van Diks opvolger Paul Smits nadrukkelijk aanwezig. Dik gaf per 1 januari van dit jaar al de dagelijkse leiding uit handen. "Smits zit op mijn stoel", zegt hij. "Centraal in de halve cirkel van de raad van bestuur. Ik zit aan de kant en luister. Dat is lastig. Maar het bevordert het proces van onthechting." Met een hoogleraarschap in Delft, bijna een handvol hobby's (lezen, varen, drummen, modeltreinen) en "leuke" commissariaten (onder meer Holland Casino's, museum Boerhaave en theater Carré) is Dik niet al te bevreesd voor de zee van tijd die ontstaat als hij straks aftreedt. Hij hoopt daarnaast "een of twee" startende ondernemers bij te gaan staan. En een commissariaat bij KPN? "Over twee jaar. Als ze me willen natuurlijk."
|
NRC Webpagina's
18 FEBRUARI 2000
|
Bovenkant pagina |