U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S e l e c t i e


Televisie

Radio

F I L M   V O O R A F :
Bloot voor jonge meisjes

MARTIJN MEIJER
Meneer Savijn is een idealist. En een slecht mens. Hij heeft een boek geschreven tegen de wet op het kleinbedrijf, die hem verbiedt een eigen zaak te beginnen zonder diploma's en vergunningen. En hij heeft het verlangen om zich in het openbaar te ontbloten voor jonge meisjes. Dat hij de kracht mist om zich hiertegen te verzetten, zegt hij, komt doordat hij te vroeg ter wereld kwam: hij is een zevenmaandskindje.

Savijn, steeds gebukt gaand onder de vrees voor gramschap des Heeren en zijn strenge zusters, wordt voortreffelijk vertolkt door Bert Luppes in De Wet op het Kleinbedrijf. Deze verfilming van een verhaal van Jan Wolkers (uit De Hond met de blauwe Tong, 1964) werd gemaakt door Kees Vlaanderen, werkzaam voor het Humanistisch Verbond. De film werd vorig jaar genomineerd voor een Gouden Kalf en won de Genève Europa Prijs voor het script. Het script blijft dicht bij Wolkers' verhaal, dat zich afspeelt in Leiden in de oorlogsjaren. Kunstacademie- student Wouter ontmoet in een door de bezetting, armoede en het gereformeerde geloof getekende atmosfeer meneer Savijn, een figuur uit zijn jeugd die hem toen vooral schrik aanjoeg. Nu sluiten de twee een verbond: meneer Savijn komt in het geheim op zijn atelier naakt voor hem poseren. In Wouter (Peter Paul Muller) vindt hij voor het eerst iemand, die zonder afschuw naar hem kijkt en naar zijn masochistische bekentenissen luistert. De prestaties van de acteurs voorkomen dat de film aan een teveel aan symboliek ten onder gaat. De kwaadaardige gebochelde en theologiestudent Leendert (Fedja van Huet) verstoort met zijn pesterijen het wankel verbond tussen Savijn en Wouter. Als Savijns droom om naakt voor een club van jonge meisjes te staan werkelijkheid wordt, vernedert Leendert hem ten diepste door hem op zijn lelijkheid en viesheid te wijzen. Daarna kan Savijn niet langer volhouden dat hij een schepsel Gods is. Leendert zet Savijn een bos ijzerdraad op zijn hoofd en zegt pathetisch, als Pontius Pilatus toen die Jezus aan het volk toonde, 'Ecce homo' - 'zie hier de mens'. Wouter kijkt toe en grijpt niet in. Wat we zien is dus het failliet van het geloof, van de kunst én van de medemenselijkheid. Wat kan een humanistische omroep hierna nog betekenen?

Jan Wolkers: De Wet op het Kleinbedrijf, Ned.1, 23.23-0.16u.

NRC Webpagina's
26 JANUARI 2000


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)