U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   B I N N E N L A N D
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Ministerie van Onderwijs

Ontwerp Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan 2000


Weg vrij voor 'modestudies'


Universiteiten en hogescholen moeten zelf weten of ze een nieuwe opleiding openen, vindt minister Hermans. Maar critici waarschuwen voor wildgroei.

Door onze redacteur SHEILA KAMERMAN

DEN HAAG, 22 JAN. Hij zit te wachten op de hogeschool die de opleiding 'big business' gaat aanbieden. Norbert Verbraak, bestuursvoorzitter van de Fontys Hogescholen in Eindhoven: "Waarom niet? De studie 'small business' bestaat al. Die term komt van een slimmerik die dacht daarmee meer studenten te kunnen trekken dan met het meer prozaïsche 'commerciële economie'. In feite is het een variant daarop."

Het is een grap, maar met een serieuze ondertoon. Nu universiteiten en hogescholen in de toekomst de opleidingen kunnen beginnen die ze willen, neemt de kans op aantrekkelijke 'modestudies' om studenten te lokken toe. Minister Hermans (Onderwijs) kondigt de grotere 'zelfregie' voor de instellingen aan in het Hoger Onderwijs en Onderzoeksplan (HOOP) dat maandag in de Tweede Kamer wordt besproken. Hij denkt dat ze dan makkelijker inspelen op de vraag van studenten en bedrijven naar opleidingen. Daardoor kan het tekort aan hoger opgeleiden beter worden aangepakt.

Tot nu toe was het beginnen van een nieuwe opleiding behoorlijk lastig. Plannen moeten worden voorgelegd aan de Adviescommissie Onderwijs (ACO), die ze onder meer toetste op 'doelmatigheid'. (Is er behoefte aan? Wordt dezelfde opleiding niet om de hoek ook aangeboden?) De ACO wees behoorlijk wat aanvragen voor nieuwe opleidingen af: de laatste vijf jaar 227 van de 325. Hogescholen en universiteiten reageren daarom met opluchting op het plan om de ACO op te heffen. Ze vonden de commissie een rem op vernieuwing. "De markt staat niet stil, daar moet je snel op kunnen reageren", zegt Jos Elbers, bestuursvoorzitter van de Ichthus Hogeschool in Rotterdam en de Hogeschool Delft. Zijn collega Sijbolt Noorda van de Universiteit van Amsterdam: "We zullen de ACO niet missen."

Onderwijswoordvoerders van PvdA, D66 en CDA kunnen zich vinden in een grotere verantwoordelijkheid voor universiteiten en hogescholen en het verdwijnen van de 'bureaucratische en langzame' ACO-procedure. Maar ze vrezen voor een wildgroei aan opleidingen als de doelmatigheidstoets geheel verdwijnt. Lambrechts (D66): "We moeten niet de situatie krijgen dat grote hogescholen de kleintjes eruit concurreren."

Ook verschillende bestuurders zien het gevaar van een ongebreidelde toename van studies in de slag om de student. Met name in het HBO, omdat de onderlinge concurrentie daar het hevigst is. Juist daarom bouwde de minister een voorbehoud in: hogescholen mogen alleen opleidingen ontwikkelen binnen de sector die ze al hebben. Dus een technische hogeschool mag niet opeens een lerarenopleiding starten.

Sinds het plan van Hermans in september 1999 bekend werd, legden de 55 hogescholen vele tientallen plannen op tafel. "Je móet wel meedoen", verzucht Henk van Kessel, bestuursvoorzitter van de Hogeschool voor Economische Studies (HES) in Amsterdam. "Zeker een hogeschool in de Randstad kan zich niet permitteren dat anderen de populaire studies wegkapen. Ik vergelijk het wel met een uitvaartmaatschappij. Lange tijd was adverteren onfatsoenlijk. Toen eentje begon, moesten de anderen mee."

De hogescholen willen laten zien de 'zelf- regie' aan te kunnen. Daarom hebben ze in overleg met de HBO-raad besloten het onderwijsaanbod per regio onderling af te stemmen. "Het is een beetje geven en nemen", zegt Elbers. "Wij wilden bijvoorbeeld graag de opleiding verpleegkunde starten. Maar die heeft onze buurman, de Hogeschool Rotterdam, al. Die vond dat niet prettig, dus doen we het niet."

Ook bestuursvoorzitter Verbraak (Fontys) vindt het onderling overleg tamelijk succesvol. "Ik schat dat we het aanvankelijke aantal aanvragen met eenderde zullen terugbrengen. Enkele collega's hadden zich echt misdragen en zeiden een onwaarschijnlijk aantal nieuwe opleidingen te willen starten. Het kan ook zijn dat ze wat uit te ruilen wilden hebben."

De opleidingen waarover onenigheid blijft bestaan, worden voorgelegd aan een arbitragecommissie die de HBO-raad heeft ingesteld. De ACO zal daarna de opleidingen beoordelen. Zelfs als de plannen van Hermans door de Tweede Kamer worden goedgekeurd, is de commissie nog niet zomaar weg. Daarvoor is een wetswijziging nodig. Wel wordt aangenomen dat de ACO, gezien de richting die Hermans op wil, niet te lastig zal zijn bij de beoordeling.

ACO-voorzitter Will Koppelaars zet vraagtekens bij de marktwerking "tout court" die Hermans introduceert. "De arbeidsmarkt is niet zo beweeglijk, dat nieuwe opleidingen steeds nodig zijn. Wel moeten opleidingen kunnen vernieuwen; vaak kan dat binnen het bestaande programma."

Daarnaast denkt Koppelaars dat de instellingen wellicht te vroeg juichen. Weliswaar wil Hermans de ACO en daarmee de doelmatigheidstoets afschaffen, de minister wil wel dat nieuwe opleidingen vooraf getoetst worden op kwaliteit. Koppelaars: "De voorwaarden zijn strenger dan bij de huidige ACO-toets."

Bestuurders zijn niet bang voor hoge kwaliteitseisen. "Logisch", reageert Elbers. "We hebben het over publiek geld." Volgens Elbers zullen hogescholen wel drie keer nadenken een nieuwe opleiding te starten, omdat het veel geld kost. "Voor een nieuwe alfa- of gammaopleiding moet je al snel een miljoen gulden neerleggen. In de bètahoek een veelvoud daarvan."

Van Kessel (HES) beaamt dat, maar wijst erop dat hogescholen met nieuwe opleidingen veelal willen voortborduren op reeds bestaande. De infrastructuur en de docenten zijn al aanwezig, de kosten dus te overzien. "Je moet soms met een loep de verschillen zoeken", zegt Van Kessel. "Zo bestaan er zes varianten op de opleiding toerisme. Windowdressing, noem ik dat."

Volgens Verbraak zit daar juist de crux. "Je hebt nu hogescholen die de studie 'Asian Trade' aanvragen. Maar dat is gewoon commerciële economie met een regionaal sausje. Straks krijg je nog aanvragen voor Canadian Trade en South American Trade." Volgens hem zou de minister het aantal opleidingen moeten beperken tot zestig of zeventig hoofdrichtingen. "Hogescholen moeten dan heel goede redenen hebben om nog iets nieuws te beginnen, want eigenlijk hebben we alles al. Wel moeten instellingen zich kunnen profileren met verschillende afstudeervarianten. Met Asian Trade bijvoorbeeld."

Voorstellen in HOOP

  • De Adviescommissie Onderwijsaanbod (ACO), die voorstellen voor nieuwe opleidingen toetst, verdwijnt. Instellingen mogen voortaan zelf weten of ze een opleiding willen starten.

  • Een bestuurlijke fusie tussen universiteiten en hogescholen wordt mogelijk. Voorwaarde is wel dat de HBO- en universitaire opleidingen apart herkenbaar blijven, waarbij het HBO vooral gericht is op de beroepspraktijk en het universitaire onderwijs verweven is met onderzoek.

  • Publieke en particuliere opleidingen (zoals de LOI) krijgen een formeel keurmerk wanneer aan bepaalde kwaliteitseisen is voldaan. Hierdoor worden de opleidingen - zowel nationaal als internationaal - beter vergelijkbaar.

  • Er komt een klein experiment met vouchers op de lerarenopleidingen. In dit systeem krijgt de student een aantal bonnen waarmee onderwijs gekocht kan worden. Wanneer en waar kan de bezitter van het bonnenboekje zelf bepalen. In september 2001 start een uitgebreider experiment.

  • Het hoger onderwijs zal binnen tien jaar zijn geënt op het Angelsaksische systeem. De opleidingen zullen dan bestaan uit een brede bachelorsfase van drie vier jaar en een meer specialistische mastersfase van een twee jaar.

  • NRC Webpagina's
    22 JANUARI 2000


    ( a d v e r t e n t i e s )

        Bovenkant pagina

    NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)