U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   S P O R T
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
Voetbal.nl: overzicht scheidsrechters

Ondergeschoven kind in miljoenenspel

Door Hans Klippus
Wie anders kan beter voor de voetbalscheidsrechters opkomen dan Dick Jol, vorige week leidsman van de eerste WK-finale voor clubs? "We zijn het ondergeschoven kind in het voetbal. Maar ik moet in anderhalf uur meer beslissingen nemen dan Wim Kok in een jaar."

Het voetbal heeft een schrikbarend tekort aan arbiters. Het verhaal van Dick Jol zou mensen moeten aansporen om het zwarte pak aan te trekken. De 43-jarige Scheveninger was ooit als voetballer een plaag voor scheidsrechters en werd er toen, uitgedaagd door zijn voorzitter, zelf één. Vorige week floot hij de eerste WK-finale voor clubs in het heilige Maracana-stadion in Rio de Janeiro. "Het is voor mij door de jaren heen net het Rad van Avontuur geweest. Het werd elke ronde mooier. Mooiere kleedkamers, mooiere velden, grotere stadions, belangrijkere wedstrijden."

Toch zegt de gebruinde Jol, net terug op de koude thuisgrond: "Ik heb bewondering voor de mannen die nu op cursus gaan. Zij komen straks in een jungle terecht." De scheidsrechter is tegenwoordig vooral bij de amateurs vogelvrij, constateert Jol. Het is een maatschappelijk probleem. "Mensen accepteren geen gezag meer. Er hoeft maar iets te gebeuren en de scheidsrechter moet het ontgelden. Als thuis de papegaai ziek is of de koelkast kapot, dan gaat zo'n man op het voetbalveld over de rooie. En wij zijn weer een scheidsrechter kwijt! Clubbesturen moeten hun leden duidelijk maken dat ze met hun klauwen van de scheidsrechter moeten afblijven. En wie dat niet kan, moet niet gaan voetballen."

Het steeds maar groter wordende tekort aan arbiters is volgens Jol een onderschatte bedreiging voor de toekomst van het voetbal. "Heb jij weleens een wedstrijd zonder scheidsrechter gezien? Ik niet. Zonder scheidsrechter kan er niet worden gevoetbald, dat is simpel." Hij wijst, hoewel de laatste tijd weer een kleine stijging valt te bespeuren, op verontrustende cijfers. In vijftien jaar tijd zakte het aantal voetbalarbiters in Nederland van 20.000 naar 8.000. Jol, zelf docent bij de scheidsrechterscursus: "Trek die lijn eens door. Hoeveel scheidsrechters hebben we dan over twintig jaar nog over? Een paar honderd? Dan heb je echt een probleem!"

Zelf heeft hij nooit overwogen om er de brui aan te geven, ook niet als hij vanaf de tribunes weer eens voor 'kankerjol' was uitgemaakt. Drie keer al moest Jol dit seizoen een wedstrijd stilleggen. "Er mag best wat worden geroepen, dat hoort bij het voetbal. Hondenlul, eikel, dat vind ik best. Maar het mag niet kwetsend worden, niet alleen voor de scheidsrechter, maar ook niet voor de spelers en trainers. Er bestaat geen lijstje met verboden woorden. Maar 'teringaap', 'pleuris bruine' of 'kankerjol' kan absoluut niet. Dat vind ik walgelijk. Ik ben niet snel geraakt, maar als ze over kanker gaan roepen, dan wel. Mijn vader is er aan overleden."

Het is voor hem de onplezierige kant van de medaille. Jol legde tot nu toe slechts tijdelijk wedstrijden stil. "Voor mij hoeft het moment dat ik definitief moet staken nooit te komen. Want je geeft toe aan dat hele kleine gedeelte van het publiek dat niet goedwillend is." Toch is het niet uitgesloten dat hij de spelers een keer echt zal laten inrukken. "Ik heb al eens op het punt gestaan", geeft Jol toe. "Nee, ik zeg niet welke wedstrijd. Maar het hing er echt om. Ik had oogcontact met de vierde official. Ik heb een gebaar gemaakt van: laat ik maar doorgaan. Er was niet zo lang meer te spelen."

Jol roept alle supporters die zich misdragen op de tribune op om zelf scheidsrechter te worden. Zo is hij ruim twintig jaar geleden ook scheidsrechter geworden. Jol, betaald voetballer in België en Nederland (NEC), was een sterke spits, die, zoals hij het zelf zegt, "een draak" kon zijn voor tegenstanders en scheidsrechters. "Ik was heel ondeugend", bekent hij. De meeste kaarten kreeg Jol voor "ouwehoeren". Na zijn zoveelste vergrijp daagde de voorzitter van zijn toenmalige amateurclub hem uit om zelf te gaan fluiten. "Hij zou die cursus voor me betalen als ik zou slagen. En dat gebeurde."

Jol zou zich nu als voetballer anders tegen de arbitrage gedragen dan vroeger. "Ik heb destijds scheidsrechters verkeerd benaderd. Ik was ruw, a-sociaal. 'Hé klootzak, zie je het nou weer niet!' Ik weet nu dat een scheidsrechter graag op een prettige manier benaderd wil worden. Als een speler vervelend doet, werkt dat onbewust tegen hem. Ik waarschuw jonge spelers weleens. Die denken soms dat ze het hebben uitgevonden en dreigen te ontsporen. 'Hé vriend, tot hier!' Dan ben ik opvoedkundig bezig."

Een speler mag bij Jol best proberen hem te beïnvloeden. Als het maar niet onbeschoft wordt. In de WK-finale van vorige week kwamen de voormalige PSV'ers Romario en Vampeta af en toe in het Nederlands bij hem zeuren. Jol deed het steeds met een kwinkslag af. "Hoe gaat het met je hond, vroeg ik aan Vampeta. Dat sloeg nergens op. Je zag hem ook denken: hond, wat nou hond? Maar de druk was er wel meteen af."

Jol noemt elke wedstrijd die hij mag fluiten 'een feest'. "Ik vind het leuk om leiding te geven en ik ben een enorme liefhebber van voetbal. Ik zie het fluiten als een wedstrijd. Ik probeer negentig minuten geen vergissingen - ik heb het bewust nooit over fouten - te maken. Maar dat lukt me nooit. In de WK-finale ging het heel lekker, maar toch waren er nog wel een paar dingen die beter hadden gekund."

Hij had amper een week na terugkeer uit het tropische Brazilië vanavond alweer in de Hollandse vrieskou Volendam-Haarlem moeten fluiten, maar die wedstrijd is uitgesteld wegens het geval van open tbc bij Volendam-speler Binken. Jol: "Ik had kunnen laten zien dat het niets uitmaakt of ik in het Maracana-stadion in Rio sta, of in het Veronica-stadion in Volendam. Ook die jongens daar hebben recht op een gemotiveerde scheidsrechter. Ik moet weer presteren, het is mijn werk. Je kan geen wedstrijd op de automatische piloot fluiten. Anders ga je er aan. Spelers ruiken het als je niet scherp of gemotiveerd bent."

Eigenlijk is elke wedstrijd voor Jol meegenomen. Vijf jaar geleden werd hij er ten onrechte van beschuldigd illegaal te gokken op wedstrijden die hij zelf leidde. De KNVB zette hem onmiddellijk op non-actief en zijn loopbaan leek voorbij. Maar de rechter gelastte de voetbalbond Jol weer aan te stellen. Na zes maanden was Eindhoven-RBC weer zijn eerste wedstrijd. Hij was destijds nerveuzer dan vorige week bij Corinthians- Vasco da Gama. "Ik wist niet hoe de spelers zich ten opzichte van mij zouden gedragen. Nu kan ik zeggen er trots op te zijn dat de spelers, trainers en bestuurders in Nederland me hebben geaccepteerd. Ze hebben me allemaal omarmd, van RBC tot Ajax."

Hij zegt de hele affaire van zich te hebben afgezet. "Ik relativeer makkelijk. Ik ben al blij als ik 's ochtends weer gezond mag opstaan. Mijn vader kon het altijd mooi zeggen. 'Je bent langer dood dan je leeft.' Daarom geniet ik er nu nog meer van dat ik van mijn hobby mijn beroep heb kunnen maken." Natuurlijk denkt hij nog weleens terug aan die zwarte periode in zijn leven. "Ik vraag me nog steeds af waarom ze mij moesten hebben. Ik heb zes maanden tegen spoken gevochten. Dat was niet makkelijk. Afgezien van mijn vriendin en familie was mijn advocaat, Clarian Bottinga, mijn enige houvast. Als ik bij haar was geweest, dan was ik weer fris en zag ik de zon weer."

Hij weet niet wat hij zonder "dit fantastische beroep" had moeten beginnen. Toch valt volgens Jol nog veel aan de positie van de scheidsrechter te verbeteren. Hij noemt vooral wat betreft honorering de scheidsrechter het ondergeschoven kind in een miljoenenspel. In Nederland krijgen de toparbiters 2.100 gulden per wedstrijd; veel te laag, vindt Jol. In landen als Italië en Spanje zitten zijn collega's op bedragen rond de 4.500 gulden. "Je gaat echt niet beter fluiten als je meer geld krijgt", weet Jol. "Maar het geeft je wel de gelegenheid om aan je toekomst te bouwen. Ik kan niet zeggen dat ik nu aan het sparen ben. Voor een wedstrijd denk ik er weleens aan dat de nummers zestien van de twee ploegen die ik moet fluiten zich geen zorgen over hun toekomst hoeven te maken en ook nog een vrije dag hebben. En ik lig te prakkiseren hoe ik over vijf jaar verder moet. Want wat moet ik als ik straks ben uitgefloten? Het is waanzin, echt waanzin!

"Ik kan er naast het fluiten geen baan bij hebben. Wie wil me hebben? Ik ben vorig jaar alleen al 45 werkdagen in het buitenland geweest. Ik heb te maken met assistenten die de hele week op een ladder of op een steiger hebben gestaan. Vind je het gek dat ze dan niet honderd procent fit zijn? Maar ze moeten misschien wel een beslissing nemen die een club miljoenen kan schelen. Dat klopt niet. Wij zijn topsporters. Ik train vier dagen in de week, laat me regelmatig masseren, let op m'n eten en drinken en verdiep me in de spelsystemen van de ploegen. Ik moet in anderhalf uur voetbal meer beslissingen nemen dan Wim Kok in een jaar. Hij heeft ook nog adviseurs en kan er over nadenken. Ik moet la minuut beslissen en word afgerekend door 25 camera's. Laag, midden, hoog, slomo. Er is geen ontkomen aan." Daarom vindt Jol dat de arbiter ook uit andere hoeken steun zou moeten krijgen. Zoals meer mentale begeleiding door de KNVB. "Ik moest Ierland-Engeland staken. Het was verschrikkelijk wat daar op de tribunes gebeurde. Ik heb er veel last van gehad, maar moest drie dagen later wel weer NEC-De Graafschap fluiten. Ik had toen wel wat nazorg kunnen gebruiken. Hetzelfde geldt als je na een wedstrijd twee dagen lang in de pers wordt afgemaakt."

Jol is voorstander van elektronische hulp. "Een oog op de achterlijn, met een lampje dat gaat branden. Je kan niet alles zien. Soms gaat het spel zo snel of staat er een speler voor je kokosnoot. Met zo'n simpel lampje zorg je ook voor duidelijkheid bij spelers en toeschouwers. Niemand zal er dan nog over zeuren."

Ook spelers zouden de scheidsrechter kunnen helpen door zich beter te verdiepen in de spelregels. "Een goede prof moet de regels kennen", vindt Jol. "Ik maak het mee dat spelers, die al tien jaar in het betaald voetbal zitten, me vragen als ik mijn arm in de lucht steek of het een directe vrije trap is. 'Nee, ik sta naar mijn vriendin op de tribune te zwaaien.' Ik ga het in het veld toch niet allemaal uit staan leggen. Als de spelers de regels kennen, zullen ze beslissingen beter begrijpen en accepteren. Dat werkt dan ook door naar het publiek. Als hun helden iets accepteren, dan doen de toeschouwers dat ook." Jol was dit seizoen op bezoek bij de selecties van NAC en Roda JC en gaf tussen twee trainingen door uitleg over spelregels. "We hadden na een wedstrijd een meningsverschil over een beslissing van mij en toen hebben we afgesproken dat ik eens langs zou komen." Het waren prettige en vooral nuttige bijeenkomsten. "Ik merk dat die ploegen tijdens wedstrijden al anders reageren."

Hij heeft zich er over verbaasd dat de spelers van PSV tijdens de Champions-Leaguewedstrijd tegen Valencia niet reageerden op een tegendoelpunt dat ten onrechte werd goedgekeurd. Jol: "Claudio Lopez nam een vrije trap, schoot tegen de scheidsrechter op, kreeg de bal terug en knalde hem in het doel. Maar twee keer raken zonder tussenkomst van een ander mag niet. Dus was het geen doelpunt. Je mag van spelers die zo veel verdienen toch verwachten dat ze zich in de spelregels verdiepen. Maar niet één PSV'er protesteerde. Ze hadden het gewoon niet door!"

NRC Webpagina's
22 JANUARI 2000


( a d v e r t e n t i e s )

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)