M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Een redelijk bemoeizuchtig manneke
HENK VAN GELDER
René Stokvis (57) is algemeen directeur van een bedrijf waar intussen 'over de honderd mensen' werkzaam zijn: zo'n 35 in vaste dienst en de rest op basis van een 'structurele arbeidsverhouding'. Monter noemt hij zichzelf een 'redelijk bemoeizuchtig manneke', maar die bemoeienissen betreffen tegenwoordig vooral de bedrijfsleiding, de ontwikkeling van nieuwe programma's en de 'sales-kant'. Zelf programma's maken, zoals vroeger, is er zelden meer bij. "Als een programma eenmaal werkt, neem ik er afscheid van." Zijn succes is, denkt hij, mede te danken aan zijn eigen opvatting over de verkoop van programma's: "Voor ons als extern producent is de kunst om niet met een hele grote mand vol spullen rond te gaan, maar eerst heel precies te informeren wat voor soort programma's men van ons wil. Wat is de plek in het schema, wat is het genre dat je zoekt, formuleer je doelgroep, geef een budget-indicatie, wat voor ratings heb je voor ogen - en dan ga ik kijken of ik wat voor je heb. Je moet je markt kennen." Voor de helft is hij ook nog eigenaar van René Stokvis Producties; de andere helft is sinds een half jaar in handen van Endemol. Daar ging echter heel wat aan vooraf. Eerst was er immers, een jaar of vijf eerder, een deal met de NOS, die namens de publieke omroepen de helft van de aandelen kocht om de toegang tot Stokvis' formats veilig te stellen. Maar die band werd verbroken toen de publieke omroep een andere bestuursvorm kreeg. "De nieuwe voorzitter Gerrit Jan Wolffensperger en ik waren het er snel over eens, dat de samenwerking onder deze omstandigheden niet echt de kans zou krijgen om tot volle bloei te komen. Toen heb ik het aandeel teruggekocht en redelijk lang nagedacht over de vraag wat ik zou doen." Zijn eerste optie was, zegt hij, te stoppen. "Ja, een heleboel mensen roepen tegen mij: leg eens uit waarom je nog elke dag om acht uur achter je bureau zit, terwijl dat economisch gezien helemaal niet meer hoeft. Maar ik vind het nog steeds veel te leuk om ermee op te houden. De tweede optie was autonoom verder, en de derde was het groeimodel. Toen belde John de Mol. Je kunt baas in eigen huis blijven, zei hij, want voor de Nederlandse markt hoeven we niet samen te gaan - daar hebben we allebei onze eigen positie. Maar op de internationale markt zou je door een contract met Endemol International een inhaalslag kunnen maken." De overeenkomst kwam snel tot stand, aldus Stokvis, al was het maar omdat De Mol en hij elkaar al zo lang kennen. "We hebben heel lang samengewerkt bij de TROS, ik als regisseur en hij als piepjonge producer. Ik heb nog foto's waar we samen op staan met Ivo Niehe, die daar toen hoofd amusement was." Vroeger werkte zijn bedrijf hoofdzakelijk voor de publieke omroepen, zo was het nu eenmaal gegroeid. Nu schat hij de verhoudingen op 65 procent publieke omroep en 35 procent voor de commerciële stations: "Ik zie een duidelijke accentverschuiving, en dat is geen toeval." Hoewel hij zelf nog geen reden tot klagen zegt te hebben, wordt het nu eenmaal lastig zaken te doen met een omroepbestel dat aan alle kanten onder vuur ligt. "Bij de publieke omroepen merk ik een enorme onzekerheid, en daardoor ook veel besluiteloosheid. Niemand weet hoe het in elkaar zit en hoe het gaat worden. Als je een omroep beschouwt als een onderneming - en volgens mij zou je dat zo moeten zien - zou ik zeggen dat je moet blijven geloven in je eigen kracht. Maar in de praktijk heerst er een groot gebrek aan strijdlust. Terwijl er ook in tijden van bestuurlijke chaos altijd een plek is voor creativiteit. Ik ben niet zo'n doemdenker."
|
NRC Webpagina's
22 JANUARI 2000
|
Bovenkant pagina |