U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Een redelijk bemoeizuchtig manneke

HENK VAN GELDER
René Stokvis weet niet zo snel een antwoord op de vraag of het dagelijkse spelletje Get the picture, na het recente mega-contract met AVRO en KRO voor 940 afleveringen, nu ook het grootste project van zijn productiebedrijf René Stokvis Producties is geworden. Hij denkt er hardop over na; het dagelijkse Barend & Van Dorp voor RTL4 is immers ook niet mis. "Ik zou het moeten narekenen," zegt hij, "want er is nog zo veel méér. We hebben nu twintig programma's die op dit moment worden uitgezonden of voor later dit seizoen in de schema's staan, breed verdeeld over de publieke omroepen op Nederland 1 en 2, RTL4 en 5, Veronica en Net5. Spelletjes, medische series, journalistieke producties en zeephellingenprogramma's."

Die laatste categorie, belichaamd in het onverslijtbare Te land, ter zee en in de lucht, vormde in 1978, samen met het door Mies Bouwman gepresenteerde Telebingo, de start van Stokvis' onderneming. Als regisseur bij de TROS had hij het zomerse spektakel een paar jaar eerder verzonnen; het is nu verreweg het langst lopende amusementsprogramma van de Nederlandse televisie. Zijn tweede specialiteit, de medische programma's, kwam er gaandeweg bij. Dit seizoen draaien er zeven: Het kinderziekenhuis, Het ziekenhuis, Chirurgenwerk en Ingang Oost bij de EO, De gezondheidslijn bij RTL5 en 24 uur Ziekenhuis en 24 uur Ambulance bij Net5. "Het zijn allemaal verschillende programma's, en dat kan ook makkelijk: er zijn óók zeven verschillende kranten."

René Stokvis (57) is algemeen directeur van een bedrijf waar intussen 'over de honderd mensen' werkzaam zijn: zo'n 35 in vaste dienst en de rest op basis van een 'structurele arbeidsverhouding'. Monter noemt hij zichzelf een 'redelijk bemoeizuchtig manneke', maar die bemoeienissen betreffen tegenwoordig vooral de bedrijfsleiding, de ontwikkeling van nieuwe programma's en de 'sales-kant'. Zelf programma's maken, zoals vroeger, is er zelden meer bij. "Als een programma eenmaal werkt, neem ik er afscheid van."

Zijn succes is, denkt hij, mede te danken aan zijn eigen opvatting over de verkoop van programma's: "Voor ons als extern producent is de kunst om niet met een hele grote mand vol spullen rond te gaan, maar eerst heel precies te informeren wat voor soort programma's men van ons wil. Wat is de plek in het schema, wat is het genre dat je zoekt, formuleer je doelgroep, geef een budget-indicatie, wat voor ratings heb je voor ogen - en dan ga ik kijken of ik wat voor je heb. Je moet je markt kennen."

Voor de helft is hij ook nog eigenaar van René Stokvis Producties; de andere helft is sinds een half jaar in handen van Endemol. Daar ging echter heel wat aan vooraf. Eerst was er immers, een jaar of vijf eerder, een deal met de NOS, die namens de publieke omroepen de helft van de aandelen kocht om de toegang tot Stokvis' formats veilig te stellen. Maar die band werd verbroken toen de publieke omroep een andere bestuursvorm kreeg. "De nieuwe voorzitter Gerrit Jan Wolffensperger en ik waren het er snel over eens, dat de samenwerking onder deze omstandigheden niet echt de kans zou krijgen om tot volle bloei te komen. Toen heb ik het aandeel teruggekocht en redelijk lang nagedacht over de vraag wat ik zou doen."

Zijn eerste optie was, zegt hij, te stoppen. "Ja, een heleboel mensen roepen tegen mij: leg eens uit waarom je nog elke dag om acht uur achter je bureau zit, terwijl dat economisch gezien helemaal niet meer hoeft. Maar ik vind het nog steeds veel te leuk om ermee op te houden. De tweede optie was autonoom verder, en de derde was het groeimodel. Toen belde John de Mol. Je kunt baas in eigen huis blijven, zei hij, want voor de Nederlandse markt hoeven we niet samen te gaan - daar hebben we allebei onze eigen positie. Maar op de internationale markt zou je door een contract met Endemol International een inhaalslag kunnen maken." De overeenkomst kwam snel tot stand, aldus Stokvis, al was het maar omdat De Mol en hij elkaar al zo lang kennen. "We hebben heel lang samengewerkt bij de TROS, ik als regisseur en hij als piepjonge producer. Ik heb nog foto's waar we samen op staan met Ivo Niehe, die daar toen hoofd amusement was."

Vroeger werkte zijn bedrijf hoofdzakelijk voor de publieke omroepen, zo was het nu eenmaal gegroeid. Nu schat hij de verhoudingen op 65 procent publieke omroep en 35 procent voor de commerciële stations: "Ik zie een duidelijke accentverschuiving, en dat is geen toeval." Hoewel hij zelf nog geen reden tot klagen zegt te hebben, wordt het nu eenmaal lastig zaken te doen met een omroepbestel dat aan alle kanten onder vuur ligt. "Bij de publieke omroepen merk ik een enorme onzekerheid, en daardoor ook veel besluiteloosheid. Niemand weet hoe het in elkaar zit en hoe het gaat worden. Als je een omroep beschouwt als een onderneming - en volgens mij zou je dat zo moeten zien - zou ik zeggen dat je moet blijven geloven in je eigen kracht. Maar in de praktijk heerst er een groot gebrek aan strijdlust. Terwijl er ook in tijden van bestuurlijke chaos altijd een plek is voor creativiteit. Ik ben niet zo'n doemdenker."

NRC Webpagina's
22 JANUARI 2000


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)