|
|
|
NIEUWSSELECTIE De Internet Movie Data Base over:
Le Dernier tournant (1939)
|
Vijf filmers en 'The Postman Always Rings
Twice'
De landloper en het moordwijf
door Pieter Steinz Het verhaal is zo oud als de wereld: een jonge man wordt verliefd op de mooie vrouw van zijn oudere beschermheer. Soms loopt dat uit op oorlog, zoals in het geval van Paris, Helena en de Spartaanse koning Menelaos; soms op de Liebestod van het overspelige koppel, zoals bij Tristan en Isolde. Maar meestal leidt het tot moord en doodslag, met de bedrogen echtgenoot als eerste slachtoffer. Zo ook in The Postman Always Rings Twice, de superkorte misdaadroman waarmee de Amerikaanse auteur James M. Cain (1892-1977) debuteerde. In iets meer dan honderd bladzijden wordt beschreven hoe de charmante landloper Frank Chambers wordt verleid door Cora, de ontevreden vrouw van de restauranthouder Nick Papadakis. Ze beramen een moord, die in tweede instantie slaagt, verraden elkaar tijdens de daaropvolgende rechtszaak, worden dankzij een truc van hun cynische advocaat vrijgesproken, verzoenen zich en komen ellendig aan hun eind. Er is veel dat The Postman Always Rings Twice onderscheidt van de honderden stuiversromans die in de afgelopen eeuw over hetzelfde onderwerp zijn verschenen. Cains minimalistische stijl bijvoorbeeld. Fastpaced en hardboiled wordt die genoemd, net als het proza van zijn collega's Chandler en Hammett; maar de vergelijking met de uitgebeendheid van Hemingway's verhalen ligt meer voor de hand. Cain suggereert spanning en complexe psychologie met een handvol ruige dialoogzinnen, erotiek met de terloopse verwijzing naar een stukje been, en groezelige seks met zinnetjes als 'We deden een heleboel'. Hij werkt volgens het ijsbergprincipe van Hemingway: alleen het topje is zichtbaar, de rest zit onder de oppervlakte, en de fantasie van de lezer mag het werk afmaken. Ook Cains hoofdpersonen hebben meer diepgang dan het gemiddelde thrillerpersonage. De Grieks-Californische restauranthouder is een goeiige, hartelijke man, waardoor het aanvankelijk moeilijk is om te sympathiseren met zijn moordenaars, hoe zwart-romantisch hun relatie ook is. Maar de wanhoop en de hunkering van Cora, die als jong meisje uit armoede getrouwd is, wordt voelbaar genoeg om medelijden op te roepen; terwijl Frank, de verteller van het verhaal, op een aandoenlijk laconieke manier duidelijk maakt dat hij zowel een slachtoffer van de omstandigheden is als een berouwvolle zondaar. The Postman Always Rings Twice, waarvan de titel spreekwoordelijk zou worden om aan te geven dat aan het lot niet te ontkomen valt, is een een roman over eeuwige verliezers, over de gevaarlijke chemie tussen twee doodgewone hoofdpersonen, en over de onmogelijkheid van de perfecte moord. Vooral dat laatste maakt Cains roman zeer geschikt voor verfilming. Sinds 1934, toen The Postman... uitkwam (en in sommige landen verboden werd wegens gewelddadigheid en impliciete erotiek), hebben ten minste vijf regisseurs zich aan een bewerking gewaagd - wat het boek tot een van de meest verfilmde uit de 20ste-eeuwse literatuur maakt. De Europeanen Pierre Chenal (Le dernier tournant, 1939) en Luchino Visconti (Ossessione, 1942) waren de eersten; daarna volgden de Amerikanen Tay Garnett (1946, met Lana Turner) en Bob Rafelson (1981, met Jack Nicholson en Jessica Lange); en in 1998 maakte de Hongaar György Fehér Passion (Szenvedély), dat deze week in Nederland in première is gegaan en eergisteren op de filmpagina werd besproken. Allemaal legden ze hun eigen accenten, op hun beurt gestuurd door de cultuur waarin hun film tot stand kwam.
Goulash The Postman zindert vanaf de eerste bladzijden, en omdat het verhaal zich afspeelt in een benzinepomp-annex-wegrestaurant is het de keuken waarin voor het eerst de vlam in de pan slaat. Aanrecht en keukentafel zijn dan ook in bijna alle verfilmingen belangrijke rekwisieten - of Cora nu pasta kookt in de Po-vlakte, goulash maakt op het Hongaarse platteland, of hamburgers bakt langs de weg naar Los Angeles. In Ossessione, gemaakt onder het oog van de fascistische censor, wordt de seks net als in Cains roman vooral gesuggereerd: je ziet hoe de zwartharige Giovanna (Clara Calamai) verleidelijk haar benen over de rand van de keukentafel laat bengelen, maar verder beperkt ze zich in aanwezigheid van Gino (Massimo Girotti) tot wat gefriemel met verse eieren. Het zwijgzame, in vlekkerig zwart-wit gedraaide Passion is minder verhullend; tegenover het aanrecht spelen zich de meest dramatische momenten van de verziekte driehoeksverhouding af, van een vuistgevecht tussen minnaar en man tot een halve verkrachting op de keukentafel. Voor de seks tussen de potten en pannen, die niet terug te vinden is in het boek, heeft György Féher zich ongetwijfeld laten inspireren door de memorabelste scène uit The Postman Always Rings Twice van 19 jaar geleden. Regisseur Rafelson en scenarist David Mamet baarden destijds opzien door Jack Nicholson en Jessica Lange een wilde vrijpartij op de keukentafel te laten spelen. Vooral de manier waarop Lange, op haar rug liggend, met een weids armgebaar de vleesmessen en versgebakken broden van het tafelblad maait om ruimte te maken, is een generatie filmkijkers op het netvlies gebrand - net als de sexy manier waarop ze eerder het deeg heeft gerold en haar handen aan haar schort heeft afgeveegd. Veel bloot liet Rafelson trouwens niet zien; net als Fehér schudde hij het publiek vooral wakker met de agressiviteit van de seks. "Als de omhelzingen van Frank en Cora niet dezelfde bruutheid hebben als de moord op Cora's echtgenoot," zei hij in 1981 tegen Vrij Nederland, "dan heb je vanuit Cain misgekleund." Hij had gelijk, want de relatie tussen Cora en Frank is in de roman sado-masochistisch gekleurd. De twee geliefden katten elkaar niet alleen voortdurend af, ze hebben ook een voorkeur voor kinky sex. "Bijt me," zegt Cora al bij de eerste zoen, waarna het bloed uit haar lip spuit; en als ze Nick hebben doodgeslagen en Cora flink is toegetakeld om de enscenering van een auto-ongeluk zo echt mogelijk te maken, neuken ze hartstochtelijk, naast het wrak en halverwege het ravijn waarin ze de auto hebben gemanoeuvreerd. De voorgangers van Rafelson konden dat allemaal niet laten zien. Pierre Chenal, de Postman-pionier die het verhaal in de bergen bij Nice situeerde, had te maken met het Franse puriteinse klimaat van vlak voor de Tweede Wereldoorlog, en veranderde Cains explosieve cocktail in een kabbelend verhaal over schuld en boete. Visconti verdedigde het scenario voor Ossessione bij de filmcommissie van Mussolini als een aanklacht tegen overspel, en kwam uiteindelijk met een realistische (en onmoralistische) zedenschets over het werkmansleven onder het fascisme - de eerste neorealistische film, volgens naoorlogse critici. En Tay Garnett werd beperkt door de Hays Code, het stelsel van moralistische verboden en geboden dat Hollywood van 1934 tot 1966 in zijn greep had. "Het was een hele opgave," zou hij later zeggen, "maar ik denk dat ik er in geslaagd ben de seks er toch in te krijgen."
Lipstick De trots van Tay Garnett was gestoeld op de saucy dialogue (Lana Turner tegen John Garfield: 'You won't find anything cheap around here') en op de suggestieve beeldtaal in zijn Postman. Heel mooi is de manier waarop de eerste verschijning van Cora wordt ingeleid: een lipstick rolt vanaf de deuropening naar Frank toe, waarna de camera het spoor van de huls over de vloer volgt, om via de blote benen en de shorts van Turner bij haar (nog lipstickloze) gezicht uit te komen. Onnodig te zeggen dat dezelfde lipstick aan het eind van de film uit Cora's hand rolt wanneer ze bij een echt auto-ongeluk - de postbode belt altijd tweemaal! - het leven laat. Garnett ontdeed Cains Postman van de groezeligheid die het verhaal zo direct maakte. Zijn Frank is een beschaafde jongen die zijns ondanks op het slechte pad raakt; zijn Cora lijkt verdwaald in het wegrestaurant en heeft niets van het kokkerellende moordwijf dat Jessica Lange en haar Italiaanse en Hongaarse collegae gestalte geven - iets wat al blijkt als ze onbeholpen in een pannetje roert in de enige keukenscène die de film rijk is. Maar deze versjieking was niet het enige geweld dat Garnett Cain aandeed. Hij versimpelde ook de plot, die geweven is rond een verzekeringskwestie met twee dubbele bodems, en kon de verleiding niet weerstaan om een stijlvol product af te leveren, met een hoofdrol voor de typische film-noir-heldin Lana Turner. Ook in de Franse Postman-bewerking is Cora de kwade genius, een femme fatale die Frank tegen zijn zin meesleept in haar wraak op de man die haar in haar ogen kleineert. (En net als bij Garnett wordt Nick getekend als een trieste goedbloed die zijn droeve lot niet verdient). Zo'n oudtestamentisch stramien, waarbij Eva Adam de appel door de strot duwt, ontbreekt in Ossessione. Giovanna en Gino zijn daar tragische krabbelaars, die allebei even schuldig en gedwongen door de omstandigheden zijn. Hoewel Visconti en zijn co-scenarist Giuseppe De Santis zich vrijer opstelden ten opzichte van het boek - om de censor te misleiden stonden titel en auteur niet eens tussen de credits - bleven ze dichter bij Cains zwarte wereldbeeld dan Chenal en Garnett. Het is nog niets vergeleken met de Hongaarse Passion, waarin helemaal niemand sympathiek is en praktisch alle liefde en troost is uitgebannen. De regisseur schetst een amoreel universum, waarin iedereen iedereen koud laat. Geen wonder dat hij het niet nodig vond om Frank een ellendig einde te bezorgen. In de roman wordt Frank (ten onrechte) beschuldigd van moord op Cora, en krijgt hij de strop die hij eerder ontlopen is. Bij Fehér eindigt de film niet met beelden van Frank in de dodencel, maar met een citaat uit Openbaringen (20:12), waaruit moet blijken dat God de enige is die over de mensen zal oordelen.
Flintertje Van alle Postman-versies zijn die van Rafelson en Visconti het trouwst aan het boek, en is die van Fehér de vreemdste, al was het alleen maar omdat er zo weinig in wordt uitgelegd. Cains roman heeft een sterk plot; het was een specialiteit van de schrijver, die tijdens zijn leven nog drie andere romans van zijn hand verfilmd zag (Double Indemnity, Mildred Pierce en Serenade). Maar wie zonder voorkennis naar Passion kijkt, zal daar niets van merken. De film, die na een halfuur van zwijgende scènes in keuken en garage plotseling overgaat naar de eerste moordpoging, is zelfs onbegrijpelijk voor wie niet het boek heeft gelezen of een van de eerdere filmbewerkingen heeft gezien. Als van de ijsberg bij Caine het topje boven water steekt, dan is bij Fehér niet meer dan een flintertje zichtbaar. Goedbeschouwd is Passion een postmoderne versie van de Postman: we zien een collage van fragmenten uit het boek en de voorgaande films, en worden geacht daar zelf een verhaal uit te construeren. Met een fijn gevoel voor ironie gaf Fehér zijn film zo ouderwets mogelijk vorm, met een statische cameravoering en een zwart-witfotografie die doet denken aan halfvergane jaren-twintigfilms. "Ik heb altijd een film willen maken die lijkt op de laatste print van een verloren gewaande film," zei de regisseur bij de presentatie van Passion in Cannes. Maar het werd een film die niet anders dan aan het eind van de twintigste eeuw gemaakt had kunnen zijn. Als je de filmversies van The Postman Always Rings Twice achter elkaar ziet - en die mogelijkheid is er, want het Nederlands Filmmuseum organiseert een retrospectief - dan is dit het eerste dat opvalt: de films zijn veel meer een product van de tijd dan van het land waarin ze ontstonden. De setting, aan de Côte d'Azur, in Padania, in California of op de poesta, is een bijzaak. Zoals Fehér een postmoderne Postman maakte, zo maakte Rafelson er een van na de seksuele revolutie, en Chenal een van ver daarvoor. En waar Visconti het verhaal gebruikte als kapstok voor zijn neorealistische vernieuwingsdrang, daar onderwierp Garnett het aan de wetten van de film noir. De perfecte verfilming, gruiziger dan Ossessione en minder uitgesponnen dan Rafelsons versie, is er in de afgelopen 65 jaar niet gekomen. Maar in het geval van The Postman Always Rings Twice is dat wel toepasselijk. Per slot van rekening is perfectie in de visie van James M. Cain altijd een onmogelijkheid - in de liefde net zo goed als in moordzaken.
De Nederlandse vertaling van 'De postbode belt altijd tweemaal' is onlangs heruitgegeven in de Crime Klassiek-reeks van Archipel (f25,-). 'Passion' draait vanaf deze week in het Nederlands Filmmuseum aan het Vondelpark in Amsterdam, waar ook drie andere versies van de Postman worden vertoond: 'Le dernier tournant' (16/1, 19u30), 'The Postman...' van Bob Rafelson (18/1, 19u30 en 23/1 16u), en 'Ossessione' (25/1, 19u30).
|
NRC Webpagina's 14 JANUARI 2000
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |