|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Rijksbegroting |
Rijk komt nog tekort, ondanks overschot
DEN HAAG, 13 JAN. De rijksbegroting is nog niet in evenwicht. Het vorige week gepresenteerde overschot van circa 0,25 procent in 1999 is een bescheiden overschot op de collectieve uitgaven. Dit overschot is te danken aan de lagere overheden en de sociale fondsen. De rijksoverheid als zodanig zal het boekjaar 1999 afsluiten met een hardnekkig tekort van ruim zes procent van het bruto binnenlands product. Sinds het Verdrag van Maastricht geldt een nieuwe berekeningswijze voor het vaststellen van financieringstekorten en -overschotten. Alle collectieve bestedingen worden hierbij meeberekend. De uitkomst is het zogenoemde EMU-saldo, dat in het afgelopen jaar uit de rode cijfers is geraakt. Strikt genomen zou minister Zalm nog zwaar moeten ingrijpen om de rijksbegroting op orde te krijgen. Maar in het afgelopen decennium is politiek geaccepteerd geraakt dat sociale premies worden beschouwd als 'gewoon belastinggeld'. Minister Zalm mag zijn eigen tekorten wegstrepen tegen overschotten in de sociale fondsen. Het is een boekhoudkundige relativering bij alle euforie over het begrotingsoverschot die dezer dagen is losgebarsten. En het is niet de enige kanttekening. Volgens een berekeningsmethode van de OESO (de organisatie van rijke industrielanden), waarbij het tekort is gecorrigeerd voor conjuncturele invloeden, kan Nederland zich ook nog niet laten voorstaan op een positief EMU-saldo. Het structurele tekort zou nu liggen op 1,9 procent. De OESO waarschuwt al enkele jaren dat de sanering van de Nederlandse collectieve uitgaven stagneert. Vooruitgang is vooral geboekt in de eerste helft van de jaren negentig. Sinds 1996 blijft het tekort steken op circa 2 procent. En toch. De paarse coalitie is in de ban van het overschot. Wat te doen met meevallende inkomsten en uitgaven? De VVD en D66 willen de staatsschuld versneld aflossen, waardoor de jaarlijkse rentelasten van de staat kunnen dalen. Ruw berekend zouden de rentebetalingen (dit jaar bijna 30 miljard gulden) stapsgewijs omlaag kunnen: met 1,5 miljard gulden in 2002, drie miljard in 2005, ruim zes miljard in 2010. De PvdA wil vooral meer investeren - in onderwijs, in zorg, in infrastructuur. Deze investeringen moeten bijdragen aan een voortdurende economische groei van minimaal 3 procent. Het aandeel van staatsschuld en rentelast in de Nederlandse economie zou dan 'vanzelf' dalen. D66 pleit eveneens voor extra uitgaven, maar wil die ten koste laten gaan van nog meer lastenverlichting. Wat D66 betreft is er met 6 7 miljard gulden 'smeergeld' bij de invoering van het herziene belastingstelsel, volgend jaar, wel genoeg voordeel geboden aan burgers en bedrijven. Wat te doen? Voor De Nederlandsche Bank en het Centraal Planbureau is het antwoord helder.
|
NRC Webpagina's
13 JANUARI 2000
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |