|
|
|
NIEUWSSELECTIE
|
Europa dwingt tot andere opzet zorg
Door een onzer redacteuren
Tot deze conclusie komt de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg in het advies 'Europa en de gezondheidszorg', dat vandaag wordt aangeboden aan minister Borst (Volksgezondheid). De raad is de belangrijkste beleidsadviseur van de minister. Ook de manier waarop de tarieven en budgetten worden vastgesteld, kan volgens de raad de toets met Europese regels niet doorstaan. De raad heeft de gevolgen onderzocht van een uitspraak van het Europese Hof op het Nederlandse zorgstelsel. Het ging in de uitspraak, die in 1997 werd gedaan, om het vergoeden van een bril die zonder toestemming van de verzekeraar in het buitenland was aangeschaft en om een bezoek aan een tandarts. Dit vonnis, het zogeheten Kohll-Decker-arrest, bevestigde eerdere uitspraken dat ook de gezondheidszorg onderworpen is aan de Europese regels voor vrij verkeer van personen, goederen en diensten. De mengeling van private en publieke verzekeringen voor de financiering van de gezondheidszorg in Nederland maakt het stelsel bijzonder kwetsbaar voor de Europese regels. Dit komt onder meer doordat private verzekeraars met publieke taken worden belast, wat gemakkelijk kan leiden tot hogere vergoedingen dan strikt nodig. Dit laatste kan dan als (verboden) overheidssteun worden aangemerkt door Brussel. Daarnaast is de Wet op de Toegang Ziektekostenverzekeringen (WTZ), die het aanbieden van standaardpakketten door particuliere verzekeraars aan vooral ouderen en studenten regelt, volgens de raad 'zeer kwestieus'. Dat geldt ook voor de manier waarop deze verzekeraars bij hun verzekerden de solidariteitsheffing voor de oververtegenwoordiging van ouderen in de ziekenfondsen (de zogeheten MOOZ-heffing) moeten innen. De raad pleit ervoor WTZ en MOOZ zo snel mogelijk in te trekken, omdat ze in strijd zijn met Europese regels. Dit maakt een ingrijpende herziening van het gehele stelsel nodig, omdat daardoor het evenwicht tussen private en publieke financiering zou verdwijnen. Minister Borst zelf pleitte in november voor verdere collectivisering van het zorgstelsel. In het regeerakkoord staat dat de discussie over het nieuwe zorgstelsel bij de volgende kabinetsformatie moet zijn afgerond. Bij de inrichting van een nieuw zorgstelsel moet de minister nadrukkelijk rekening houden met het Europese perspectief, aldus de Raad voor Volksgezondheid en Zorg. Volgens de raad moet worden gekozen voor óf verdere collectivisering (waarvan de minister in november zei er de voorkeur aan te geven) óf verdere vergroting van de rol van de private verzekeraars. Onder een aantal voorwaarden kan ook het huidige stelsel in hoofdlijnen worden gehandhaafd. Ook in dat geval wil de RVZ de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, voor een (kleiner) pakket van onverzekerbare risico's zoals gehandicaptenzorg, scheiden van de rest. Maar wat de keuze ook is, aldus de raad, er moet ook kritisch worden gekeken naar de manier waarop de rest van de zorg is georganiseerd. Zo moet er nu al een eind komen aan het net ingevoerde beleid van staatssecretaris Vliegenthart (Welzijn) om een in een regio dominante verzekeraar in de vorm van een 'zorgkantoor' exclusief te belasten met de uitvoering van de AWBZ. Zo'n constructie maakt het voor elders gevestigde andere verzekeraars onmogelijk te concurreren. De RVZ pleit er voor om de zorgkantoren onafhankelijk van verzekeraars hun regionale rol, die onder meer voorziet in coördinatie van voldoende zorg, te laten vervullen. Daarnaast riekt de manier waarop de tarieven en budgetten worden vastgesteld en waarop verzekeraars hulpverleners en instellingen contracteren volgens de raad ook naar (verboden) kartelvorming. Daar zou de Nederlandse Mededingingsautoriteit kritisch naar moeten kijken. Door het aanbod te reguleren hoopt de overheid de uitgaven voor de zorg in de hand te kunnen houden. Hierdoor kunnen buitenlandse aanbieders en verzekeraars echter geen voet aan de grond krijgen
|
NRC Webpagina's
11 JANUARI 2000
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |