U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Internet verdringt televisie


Het monsterverbond van 's werelds grootste Internetaanbieder America Online en mediaconcern Time Warner creëert een ongekend conglomeraat. Nemen Internetbedrijven in de traditionele mediasector de macht over?

Door
JOCHEN VAN BARSCHOT en MICHIEL VAN NIEUWSTADT

ROTTERDAM, 11 JAN. Ted Turner, de man die Time Warner groot maakte, hield gisteren zijn reputatie hoog als man van gepeperde uitspraken. Turner heeft zijn pakket aandelen in Time Warner (negen procent) aan AOL overgedragen. Met evenveel enthousiasme als toen hij 42 jaar geleden voor het eerst de liefde bedreef, zo vertrouwde hij zijn gehoor toe. Toch zat Turner er gedurende de persconferentie wat nukkig bij. Hij verkocht zijn belang tegen een lucratieve opslag. Maar hij wierp ook de handdoek in de ring.

Time Warner vertegenwoordigt een veelheid aan gerenommeerde Amerikaanse merken zoals nieuwszender CNN, filmmaker WarnerBros en kabelmaatschappij HBO. In de afgelopen jaren heeft het mediabedrijf geworsteld met de vraag hoe deze merken op Internet te gelde konden worden gemaakt. Veel aandacht trok een experiment met een zogeheten portaaldienst (pathfinder), een centrale verzamelbak voor websites die veel verkeer had moeten genereren. In april vorig jaar besloot Time Warner het experiment te staken. "We hebben veel geleerd in de afgelopen jaren", aldus Gerald Levin, nu nog de hoogste baas bij Time Warner gisteren op een bijeenkomst voor analisten. "Onder meer dat het verdomd moeilijk is om een Internetbedrijf op te bouwen."

Nog niet zo lang geleden konden conventionele mediabedrijven gebrek aan een Internetstrategie op een radicale manier compenseren. Ze namen gewoon een van die kleine spelers eenvoudig over. Nog onlangs zette Time Warner een dochter op die omgerekend een miljard gulden aan risicokapitaal in deze sector moest gaan investeren. Had Time Warner met zijn indrukwekkende palet aan merken niet beter zelf zijn Internetbedrijf kunnen uitbouwen? "Zo makkelijk gaat dat niet" , zei Turner gisteren tegen een verslaggever van Bloomberg. "Je kunt AOL niet zo maar kopiëren. Zelfs Bloomberg kopieer je niet zo maar."

Met de koop van Time Warner zijn de rollen tussen conventionele mediabedrijven en Internetondernemingen omgedraaid. America Online, ruim tien jaar oud, koopt het gerenommeerde Time Warner, voortgekomen uit een tijdschrift dat in de jaren twintig werd opgezet. De stroom kasgeld die Time Warner genereert, een fundament onder de waardering van ondernemingen op de beurs, is vier keer zo hoog als die van America Online. Toch krijgen de aandeelhouders van AOL met een belang van 55 procent een ruime meerderheid in de nieuwe onderneming. Als beide bedrijven hun respectievelijke beurswaarden als uitgangspunt hadden genomen waren de aandeelhouders van Time Warner afgescheept met 35 procent. Gelukkig voor Time Warner had AOL-bestuursvoorzitter Steve Case nog enig oog voor de harde inkomsten van vandaag.

In één belangrijk opzicht zetten AOL en Time Warner een oude traditie voort. Mediabedrijven zoeken naar methoden om de mediavulling die zij produceren (muziek, informatie, nieuws, films) via zoveel mogelijk distributiekanalen aan te leveren bij de consument. In theorie moeten de eigenaren hun kabels, telefoonlijnen of satellieten ter beschikking stellen aan alle aanbieders van mediavulling (content). De mediabedrijven nemen liever het zekere voor het onzekere.

Een cruciale toegangsweg naar de consument is de kabel. Met de 13 miljoen kabelabonnees van Time Warner haalt AOL op dit terrein 's lands tweede aanbieder in huis (na AT&T). Kabelaanbieders hebben zwaar geïnvesteerd in het gereedmaken van hun aansluitingen voor videobeelden en snelle Internetverbindingen. Amerikaanse toezichthouders hebben bepaald dat de eigenaren van de kabels hun aansluitingen tegen betaling en redelijke voorwaarden aan derden ter beschikking moeten stellen. Maar AOL, dat zijn 22 miljoen Internetabonnees nu via telefoonlijnen bedient, heeft de kabelaansluitingen liever in eigen hand. "Het leek ons beter dit probleem uit handen te nemen van Washington en het terug te brengen naar de markt", aldus Case.

AOL Time Warner kan door de nieuw verworven distributiekanalen een breed palet van mediadiensten pompen. Levin heeft vooral hoge verwachtingen van de muziekdistributie via Internet: "Die business zal van deze overeenkomst het meest profiteren. Internet zal voor de muziekindustrie doen wat de compact disc deed in de jaren tachtig."

Een definitief oordeel over het succes van de nieuwe combinatie is pas mogelijk als AOL Time Warner zijn heilige graal verovert: het versturen van snelle bewegende videobeelden via Internet. "Manipulatie van bewegende videobeelden is onze ultieme doelstelling", zei Case. "Met Time Warner zullen we de manier waarop mensen informatie tot zich nemen, met elkaar communiceren, producten kopen en vermaakt worden fundamenteel veranderen."

De nieuwe diensten die mogelijk zijn als computergebruikers televisiebeelden via de computer kunnen gaan bekijken en gebruiken staan echter nog in de kinderschoenen. Of de consument er veel geld voor over heeft is onzeker.

Media- en Internetbedrijven zullen niet op duidelijkheid wachten. In de Verenigde Staten steeg het aandeel WaltDisney gisteren op grond van speculaties over een overname door het Internetbedrijf Yahoo. In Amsterdam profiteerden uitgevers van het fusienieuws. Koopt Worldonline straks Wegener en Endemol? Of vormen UPC, de Telegraaf en SBS één mediaimperium?

Vooralsnog werken Europese uitgevers zelfstandig aan de opbouw van een Internetbedrijf. Ze zijn gewaarschuwd. Volgens Levin van Time Warner is het in de VS te laat voor eigen initiatief. "We hadden nog een decennium nodig gehad om zelfs maar in de buurt van het niveau van AOL te komen."

NRC Webpagina's
11 JANUARI 2000


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)