|
|
|
NIEUWSSELECTIE CBS Vereniging van Nederlandse Gemeenten |
Grote verschillen in stijging lokale lasten
DEN HAAG, 6 JAN. Geldermalsen was in 1999 het duurst. Het nieuwe lijstje is er nog niet, maar de Gelderse gemeente hoopt dit jaar de eerste plaats over te geven. "Het is niet leuk om daarop bovenaan te staan", zegt burgemeester S. van Schaijck. Maar het kon niet anders, want Geldermalsen stond onder curatele van het Rijk en was verplicht een maximale bijdrage van haar burgers te vragen. "Maar dit jaar gaat de onroerend zaakbelasting vijf procent omlaag", roept Van Schaijck trots. Geldermalsen is waarschijnlijk een uitzondering, in de rest van Nederland nemen de heffingen weer toe, zo blijkt uit CBS-onderzoek. Bij de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn ze een beetje zuur. Elk jaar lijkt het weer dat de gemeenten ongebreideld hun heffingen verhogen. "Er is geen wethouder Financiën die dat leuk vindt, want het is hèt onderwerp dat leeft bij hun kiezers. Maar ze moeten wel", zegt R. Verkuijlen, coördinator belastingzaken bij de VNG. Dat in tweede helft van de jaren negentig de gemeentelijke heffingen jaarlijks gemiddeld met 7,5 procent zijn gestegen, komt volgens Verkuijlen doordat het Rijk steeds hogere milieunormen is gaan opleggen, zonder dat daar een vergoeding tegenover stond. "Gescheiden inzamelen van afval vinden we allemaal goed, maar het is erg duur." De laatste jaren zijn gemeenten wel gecompenseerd voor milieumaatregelen, maar de stijging heeft toch doorgezet. Dat de stijging van de lokale lasten ook dit jaar weer ver boven de inflatie uitkomt kan de VNG niet ontkennen. Het CBS concludeerde vorige week op basis van onderzoek van begrotingen van lokale overheden dat de lokale lasten voor 2000 met acht procent zullen stijgen, net als voorgaande jaren. Gemeenten zullen 10,9 miljard gulden gaan innen, waterschappen 3,3 miljard en provincies 1,6 miljard. De cijfers van het CBS hoeven op zichzelf nog geen stijging van de lokale lasten voor huishoudens te betekenen. Immers: een stijging van de opbrengst van de lokale lasten kan ook veroorzaakt worden door een volumestijging. De totale opbrengst aan lokale lasten van bijvoorbeeld de gemeente Almere is de laatste jaren flink toegenomen, maar die stijging is voor een belangrijk deel veroorzaakt door de groei van die stad. Hoe meer inwoners en bedrijven, des te hoger de belastingopbrengsten. En toch, werkgeversorganisatie VNO-NCW reageerde vorige week geprikkeld, omdat de voortdurende stijging ingaat tegen het landelijke beleid van lastenverlichting. De vakbonden lieten echter weten geen aanleiding te zien om hun looneisen op te schroeven. Maar ze zullen het ongetwijfeld gebruiken als argument om bij de komende CAO- onderhandelingen hun eis van circa vier procent kracht bij te zetten. Het ministerie van Financiën brengt jaarlijks een doorrekening van de lokale lasten 'op micro-niveau' uit, de Monitor Lokale Lasten. Daaruit blijkt dat er grote individuele verschillen bestaan tussen de huishoudens. Logisch ook als je bedenkt dat bijvoorbeeld toeristenbelasting, hondenbelasting en parkeergelden slechts door een beperkte groep wordt betaald. Voor onroerend zaakbelasting, rioolbelasting en reinigingsbelasting geldt dat in mindere mate, maar ook daar blijkt een inkomensafhankelijke component mee te spelen. In 1999 bleek dat de totale opbrengst van de lokale lasten met 7,3 procent was gestegen. De micro-lasten voor de gemiddelde gezinnen stegen echter met 2,3 tot 5,1 procent, afhankelijk van het aantal personen in een gezin, de vraag of er sprake was van huur- of koopwoningen en het inkomen. Verkuijlen van de VNG wijst er op dat in de meeste gemeenten de minima een groot deel van de lokale heffingen worden kwijtgescholden. Ook de introductie van de Zalm-snip in 1998, een jaarlijkse korting op de lokale heffingen van honderd gulden per huishouden, heeft een - zij het eenmalig - dempend effect gehad op de trend van stijgende lasten. Wie in Zoetermeer op zaterdag wil trouwen betaalt 1.948 gulden, in het Noord-Hollandse Stede Broec kun je daarvoor vier keer trouwen. Volgens Verkuijlen nemen de verschillen tussen gemeenten wel af. Dat komt met name doordat drie jaar geleden een nieuwe verdeling is gemaakt van bijdragen die gemeenten krijgen uit het gemeentefonds. Daardoor waren gemeenten die voorheen meer kregen van het Rijk genoodzaakt de onroerende zaakbelasting meer te verhogen dan de arme gemeenten die er op vooruit gingen door de nieuwe verdeling. Ondanks het grote verschil tussen gemeenten onderling is op macro- niveau het uiteindelijke inkomenseffect van de lokale lasten marginaal. Gemiddeld genomen kost de stijging van de lokale lasten een gezinshuishouden dit jaar 0,1 procent van het inkomen. Dat is gering, maar toch. Nog geen twee maanden terug viel zo ongeveer de hele Tweede Kamer over het feit dat in de Belastingherziening 2001 de middeninkomens er slechts 0,7 procent op vooruit dreigden te gaan in plaats van 1 tot 1,5 procent. Premier Kok moest eraan te pas komen om te garanderen dat de middeninkomens evenredig zouden profiteren. Discussies over belastingen gaan nu eenmaal vaak over tienden van procenten. Verkuijlen van de VNG stelt dat, net als bij de Rijksoverheid, de inkomsten van de gemeenten uiteindelijk weer grotendeels terugvloeien naar de burgers. Hij begrijpt de ophef over de stijging van lokale lasten (het CDA heeft Kamervragen gesteld) over de lokale heffingen dan ook niet. "Als de landelijke belastinginkomsten hoger zijn dan verwacht, dan heet dat een meevaller. Als de opbrengsten van lokale overheden hoger zijn, dan is dat meteen een lastenverzwaring."
|
NRC Webpagina's
6 JANUARI 2000
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |