M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Archief graficus Eppo Doeve naar Nederlands
Persmuseum
Prenten lagen in een container
AMSTERDAM, 6 JAN. Het Nederlands Persmuseum heeft ruim 2500 politieke prenten, illustraties en schilderijen verworven van de tekenaar en graficus Eppo Doeve. Ze vormen een belangrijke aanvulling voor de collectie politieke spotprenten die het museum al in huis heeft. Het is de bedoeling een keuze uit het materiaal ten toon te stellen in een nieuwe expositieruimte, die volgens de plannen in november wordt geopend. Eppo Doeve (1907-1981) werkte voor de oorlog al voor diverse opiniebladen en kwam kort na de bevrijding naar het nieuwe Elseviers Weekblad, waaraan hij tot zijn dood verbonden bleef. Wekelijks maakte hij een politieke prent, meestal naar suggesties uit de redactie, en vaak leverde hij ook de illustraties bij binnen- en buitenlandse reportages. Daarnaast ontwierp Doeve affiches, decors, reclamecampagnes en de bankbiljetten uit de jaren vijftig. Ook schilderde hij portretten. Al enkele jaren geleden heeft het Persmuseum circa 2500 politieke tekeningen in langdurig bruikleen gekregen van de uitgeverij Elsevier. De nieuwe collectie bleek zich, om nog niet opgehelderde redenen, te bevinden in het archief van een drukkerij in Badhoevedorp die inmiddels in Engelse handen was gekomen. Het materiaal, opgeslagen in een container in een fabriekshal, stond voor ruim een miljoen gulden op de balans van dit bedrijf. Door bemiddeling van de affichehandelaar Piet van Sabben, die eerder zonder succes trachtte het werk ter veiling te brengen, kwam een bruikleenregeling met het Persmuseum tot stand. Een eerste blik op de collectie leert dat Doeve in veel verschillende stijlen bedreven was. Behalve de kloeke lijnen van de cartoonesk- politieke prenten tekende hij ook waarheidsgetrouwe taferelen met een gedetailleerde penvoering, soms zelfs met de verfijning van een gravure, stadsgezichten met een bijna fotografisch realisme en vaardig getroffen landschapjes in zwierige krijtstrepen. 's Mans werk loopt uiteen "van gevoelige, sfeervolle evocaties tot het grotesk-surreële of magisch realistische," schreef Hans Redeker in 1967 in het Algemeen Handelsblad. Opvallend is het formaat: Doeve maakte zijn prenten bijna zo groot als een krantenpagina, ruwweg twee keer zo groot als de reproductie in het blad. De collectie moet de komende maanden worden geïnventariseerd en ontsloten. Ook zal dan duidelijk worden wat het Persmuseum in eigen huis houdt. "De politieke prent is ons uitgangspunt," zegt assistent- conservator Stef Severt, "omdat die in veel gevallen beeldbepalend is geweest voor dag- en opiniebladen en een directe relatie heeft met de actualiteit. En daar horen ook de journalistieke tekeningen bij reisreportages bij. Maar deze collectie omvat ook heel wat schilderijen, en dat is nieuw voor ons. We zullen nog moeten bekijken wat we daarmee gaan doen." De veelomvattende Doeve-collectie wordt toegevoegd aan de nu al omvangrijke collectie van het Nederlands Persmuseum, met vrijwel alle werk van befaamde politieke tekenaars als Albert Hahn sr, diens stiefzoon Albert Hahn jr, Tjerk Bottema en Lex Metz. Vanaf november kunnen daaruit tentoonstellingen worden samengesteld, omdat het museum dan een permanente expositieruimte krijgt. Om die reden wordt nu ook een actiever acquisitiebeleid gevoerd, aldus Severt. "Tot dusver wachtten we nogal passief af wat ons werd aangedragen. Maar nu we voor het eerst als museum echt zichtbaar gaan worden, willen we ook veel meer werk maken van het verwerven van materiaal." In een voormalige opslagruimte op de begane grond van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis aan de Cruquiusweg in Amsterdam, waar het museum sinds 1989 onderdak vindt, wordt een uitstalling over de geschiedenis van de Nederlandse krant gebouwd met wisseltentoonstellingen die vooral over persgrafiek en -fotografie zullen gaan. Het museum krijgt een glazen uitbouw en een eigen ingang aan de achterkant van het IISG-gebouw, aan het water van de Zeeburgerkade. De verbouwing en inrichting beginnen dit voorjaar. De kosten (twee miljoen gulden) worden gedragen door de Nederlandse dagbladindustrie en diverse culturele fondsen.
|
NRC Webpagina's
6 JANUARI 2000
|
Bovenkant pagina |