|
|
|
NIEUWSSELECTIE Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid
|
De calculerende bèta
HET BÈTAPROBLEEM komt in feite neer op een hardnekkig verschuivingsprobleem binnen de bètasector als geheel. Steeds vaker verkiezen studenten 'zachtere' levenswetenschappen als biologie en farmacie boven de 'hardere' opleidingen wiskunde, natuurkunde en scheikunde. Gezien de situatie op de arbeidsmarkt is dat geen onbezonnen daad, eerder getuigt zo'n beslissing van een weloverwogen afweging. Lang niet alle studenten laten zich leiden door fascinatie maar denken aan later. Waarom zou je aan een veeleisende studie beginnen, die ook nog eens een jaar langer duurt, als die studie zich na afloop op geen enkele wijze in de maatschappij laat terugverdienen? Bovendien, zo redeneert de calculerende student, je toekomstige bedrijf biedt je alle ruimte om je kennis op te vijzelen - op kosten van de baas. Om de leegloop te stuiten zouden de harde bètastudies er in dit licht goed aan doen de opleidingen fors te reorganiseren en aantrekkelijker te maken. Daar wordt dit jaar een begin mee gemaakt, maar de vraag is of het na veel touwtrekken binnengesleepte vijfde, extra studiejaar juist niet averechts zal werken. De AWT wil de vernieuwing koppelen aan een vèrgaande concentratie teneinde de opleidingen voldoende 'kritische massa' te geven. De vraag is of dat niet een te grote sprong voorwaarts is. Het zal ongetwijfeld leiden tot grote onrust op de betrokken universiteiten. Aan de Taakverdeling en Concentratie-operatie waarmee minister Deetman in de jaren tachtig diepe wonden sloeg, bewaren maar weinigen goede herinneringen. Beter lijkt het de zes universiteiten, binnen de zojuist door minister Hermans aangereikte autonomie, via effectieve onderlinge samenwerkingsverbanden tot een aantrekkelijker profilering van de betrokken opleidingen te laten komen. Eerste aanzetten op dit terrein zijn volop in ontwikkeling en verdienen een faire kans. Als de uitkomst van dit proces is dat enkele universiteiten zich tot concentratiepunt ontwikkelen, is dat - ook voor de vitaliteit van het onderzoek - mooi meegenomen.
TEN SLOTTE, als de maatschappij werkelijk zo'n dringende behoefte heeft aan meer harde bèta's, moet dat zijn weerslag krijgen in de arbeidsvoorwaarden. Studenten zijn niet gek, bedrijven evenmin.
|
NRC Webpagina's
23 AUGUSTUS 1999
|
Bovenkant pagina |