NIEUWSSELECTIE
KORT NIEUWS
RADIO & TELEVISIE
MEDIA
|
DAVID OGILVY (1911-1999)
Reclame geen kunst
Door HENK VAN GELDER
AMSTERDAM, 22
JULI. David Ogilvy, de beroemdste reclameman ter wereld, is gisteren op
88-jarige leeftijd overleden in het middeleeuwse kasteel ten zuiden van
Parijs dat hij de laatste 25 jaar bewoonde. Hij was oprichter van een
van de grootste internationale ketens van reclamebureaus, maar werd
vooral bekend door een aantal boeken waarin hij zijn ideeën over
succesvolle reclame vastlegde in daadkrachtige bewoordingen. Dat hij
daarmee ook terdege aan zijn eigen imago bouwde, gaf hij volmondig toe:
"Als je geen reclame kunt maken voor jezelf, hoe zou je dan in
vredesnaam in staat kunnen zijn reclame voor iets anders te maken?"
Ogilvy was een Engelsman, die geschiedenis studeerde in Oxford, maar
niet aan afstuderen toekwam. Hij begon zijn loopbaan als keukenhulpje
in hotel Majestic in Parijs, liep de deuren langs om Aga-fornuizen te
verkopen en vond in 1935 zijn draai bij een reclamebureau in Londen.
Drie jaar later emigreerde hij naar Amerika, waar hij emplooi vond bij
het pas opgerichte onderzoeksbureau van George Gallup. In 1948 richtte
hij in New York zijn eigen reclamebureau op, dat snel faam verwierf met
campagnes voor Hathaway-shirts, die opvielen omdat het mannelijk
fotomodel een ooglapje droeg, Schweppes en Rolls-Royce. Uit die eerste
jaren dateert ook de meest bewonderde kopregel die hij schreef: "At
60 miles an hour the loudest noise in this new Rolls-Royce comes from
the electric clock."Terwijl zijn bureau, Ogilvy & Mather,
uitgroeide tot een organisatie met 141 vestigingen in 40 landen,
grossierde David Ogilvy in donderspeeches. Met de uitroep "Sell or
else..." trachtte hij zijn medewerkers te doordringen van het feit
dat de reclame geen vak is voor lieden die eigenlijk kunst willen
maken: "Als ik een advertentie schrijf, wil ik niet te horen krijgen dat
die 'creatief' is. Ik wil dat u haar zó interessant vindt dat u
het product gaat kopen." Maar anderzijds toonde hij zich een
tegenstander van geestdodende reclame die de consument onderschat: "De
consument is geen imbeciel. Het is je eigen vrouw. Beledig haar
intelligentie dus niet." En als de maker van een saaie reclamecampagne
met het excuus kwam dat het te adverteren product ook zo saai was, zei
hij: "Saaie producten bestaan niet, er bestaan alleen saaie
reclameteksten." Zijn ideale reclame was onderhoudend, spitsvondig,
fatsoenlijk en overtuigend.
Door pakkende slagzinnen ook in boekvorm te publiceren, zette Ogilvy een
toon die minstens twee generaties reclamemakers heeft beïnvloed.
Zijn eerste boek, Confessions of an Advertising Man, verscheen
in 1963. Zijn tweede volgde in 1983 en werd ook in Nederland, onder de
titel Ogilvy over reclame, op ruime schaal verkocht.
Ogilvy & Mather was een van de eerste Amerikaanse reclamebureaus die
naar de beurs gingen. Tien jaar geleden werd het bureau verkocht aan de
holding WPP - zeer tegen de zin van Ogilvy, omdat WPP-president Martin
Sorrell nog nooit van zijn leven een advertentie had geschreven. Wel
bleef hij nog drie jaar lang in functie als een goeroe met rode bretels
die langs alle vestigingen reisde en inspirerende adviezen gaf. Ook bij
het O&M-kantoor in Amsterdam, dat vorig jaar met werk voor Bols, IBM,
Ford en Kodak ruim 50 miljoen gulden omzette, werd hij herhaaldelijk
met eerbied ontvangen.
David Ogilvy wordt morgen op zijn Franse landgoed begraven. Tot zijn
laatste stokpaardjes behoorden een felle afkeer van politieke
campagnes, die hij per definitie oneerlijk vond, en van reclameborden
die naar zijn mening het landschap vervuilen. "Maak nooit een
advertentie", hield hij zijn mensen voor, "die je niet aan je eigen
familie zou durven laten zien."
|
NRC Webpagina's
22 JULI 1999
|