R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
T V V O O R A F :
Een echte auto van katoen
BRAM POLS
Maar dat verhinderde niet dat het ranke en fragiele wagentje toch meteen mikpunt werd van spot voor de BMW of Mercedes rijdende westerling, die met zure moppen de dartele 'Trabi' definitief het nekschot gaf (Hoe kun je in één keer de waarde van een Trabant verdubbelen? Door 'em vol te tanken. Waarom heeft een Trabant achterruitverwarming? Om te voorkomen dat de duwers koude handen krijgen. Waarom kwam die Trabant niet weg bij het stoplicht? Omdat 'ie op een uitgespuugd kauwgommetje stond. etc., etc.). Met de 'Mauer' zou op 9 november '89 ook de Trabant vallen. Oost- Duitsers stortten zich massaal op westerse tweedehands auto's en de verkoop van de types 601 en 1,1 stortte ineen. Het op het nippertje introduceren van een nieuw model lukte niet, omdat de toenmalige VEB Sachsenring Automobilwerke Zwickau geen geld had voor een behoorlijke advertentiecampagne. De laatste Trabi 601 liep in de fabriek in Zwickau op 25 juli 1990 van de band. Diezelfde dag werd in diezelfde fabriek de serie-productie van de Volkswagen Polo ter hand genomen. Op 30 april van het jaar daarop reed de laatste Trabant 1,1 de fabriek uit om rechtstreeks naar het automuseum August Horch Zwickau te rijden. Een periode van 33 jaar, waarin 3.096.099 Trabants werden gemaakt was definitief ten einde. De geschiedenis van de Trabant gaat terug tot het begin van de Koude Oorlog in 1948 toen Oost-Duitsland door een staalembargo werd getroffen. Daardoor moest worden omgezien naar kunststof. In West-Duitsland ontwikkelde zich inmiddels de productie van merkwaardige 'Kleinwagen', een soort overkapte motorfiets. Die wilden de Oost-Duitsers ook. Het kader achtte die West-Duitse kobolten op de weg echter een waan van de dag en nam de beslissing om een kleine, maar echte auto te gaan bouwen. Op 10 juli 1958 was de nieuwe P50 gereed om in productie te worden genomen. De auto was opgetrokken uit 'Duroplast', een kunststof die was samengesteld uit katoen en 'Phenolharz' en gedurende tien minuten met behulp van stoom op een mal werd gevormd. Het voertuig voldeed aan een viertal essentiële eisen: de grondstoffen waren goedkoop en betrouwbaar: hij was nauwelijks storingsgevoelig en eenvoudig te repareren, onderdelen waren gemakkelijk verkrijgbaar en in geval van schade kon de berijder die zelf repareren. De naam Trabant zou volgen na het uitschrijven van een prijsvraag. Trabant is het Duits voor 'kompaan', maar herinnerde ook aan de Russische Spoetnik die op 4 september 1957 werd gelanceerd. De VPRO ging terug naar Zwickau, waar ooit 13.000 mensen werkten. Ze wérkten er niet alleen, Trabant was hun leven. De fabriek voorzag naar goed Sovjet-voorbeeld in crèches, scholen, ziekenhuizen en zelfs een kroeg. Zoals de meeste reportages uit het voormalige Oostblok is het ook hier treurnis troef. Een 'verzamelaar' loopt rond op zijn verregende Duroplast-kerkhof. De chef van de research and development- afdeling nu gepensioneerd laat melancholiek schaalmodellen zien die door onwil om te investeren nooit 1 op 1 zijn gemaakt. De voormalige Trabant-kroegbaas zit praktisch alleen in zijn drankwetgelegenheid omdat het bier niet meer in pfennigs, maar in marken moet worden afgerekend. Een rally-coureur geeft wel fors gas in zijn Trabi, maar kan met het geweld van de tegenwoordige 4x4's niet meer mee. Het blijft fascinerend, maar wel meer van hetzelfde. Een andere, meer verrassende reportage was ook mogelijk geweest. De fabriek is nu immers 'alive and kicking' en levert onderdelen aan Volkswagen, Daimler-Benz en General Motors. De omzet van Sachsenring Automobiltechnik AG is tussen '95 en '98 verdrievoudigd, maakte in '97 voor het eerst winst en is hét toonbeeld van entrepreneurschap in wat vroeger Oost-Duitsland heette.
Trabant, de kunststof kameraad, zondag, Ned.3, 21.15-22.10u.
|
NRC Webpagina's
13 EN 14 FEBRUARI 1999
|
Bovenkant pagina |