NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS 
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 26 JAN. De verordening van de Nederlandse Orde van Advocaten, die fusie of vergaande samenwerking tussen advocaten- en accountantskantoren verbiedt, is strijdig met de Mededingingswet en moet daarom van de baan.

Dat stelde de Amsterdamse advocaat mr. H.J.M. Boukema vanochtend bij de Raad van State, waar een beroepsprocedure dient tegen een uitspraak van de Amsterdamse rechtbank van 7 februari 1997. Die stelde de Orde in deze kwestie eerder in het gelijk. Boukema's cliënt, Arthur Andersen Corporate Finance BV, wil samengaan met het kantoor Wouters Advocaten. Arthur Andersen, dat over de hele wereld 389 kantoren heeft met 105.000 personeelsleden, van wie ruim 1.200 in Nederland, wil 'multidisciplinaire dienstverlening' bieden. Volgens de verordering mag het daarvoor echter geen advocaten in huis halen.

De meeste grote accountantskantoren - zoals PricewaterhouseCoopers, dat ook deelneemt aan het beroep - willen hun klanten de mogelijkheid tot 'one stop shopping' aanbieden. Daardoor kunnen ze door één kantoor worden bediend op de gebieden van accountancy, belastingadvies en 'juridische structurering'. De Mededingingswet is sinds 1 januari 1998 van kracht. Ten tijde van de procedure bij de Amsterdamse rechtbank kon de verordening van de Orde dus niet aan die wet worden getoetst. De concurrentiebeperkende samenwerkingsverordening van de Orde dateert van 1993, maar moet volgens Boukema 'nu wijken, omdat er intussen een regel is van hogere orde, namelijk artikel 6 van de Mededingingswet'. De raadsman verwees daarbij naar een voorlopige uitspraak van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, die vorige week in een andere zaak bepaalde dat 'gedragsregels en verordeningen van de Orde, die autonoom zijn vastgesteld en waarbij mededinging op de Nederlandse markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst' dienen te verdwijnen. Dat de Nederlandse Orde van Advocaten een publiekrechtelijk lichaam met een verordenende bevoegdheid is op grond van de Advocatenwet doet daarbij niet terzake, meent Boukema. ,,Zelfs de overheid valt onder de bepaling van de Mededingingswet.'' En dat bovendien de verordening niet is bedoeld om concurrentie te beperken, zoals raadsman mr. N.J.S. Koeman namens de Orde stelt, doet daarbij naar de mening van Boukema niet terzake.

Zie ook:
Advocaat mag in risico zaak delen (22 januari 1998)

NRC Webpagina's
26 JANUARI 1999

( a d v e r t e n t i e s )