R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
O O G I N O O G :
Aankondigingen van de dood
FRITS ABRAHAMS
Aan de hand van vier ijzersterke casestory's demonstreerde Zembla welke huiveringwekkende fouten in zulke gevallen soms gemaakt worden. Eén zaak kon ik me uit eigen waarneming bij de (Utrechtse) rechtbank herinneren: die van de man die twintig jaar lang de moord op zijn broer overwoog en ten slotte, na een lange lijdensweg van huisarts naar Riagg en psychiatrische inrichting, de daad bij het voornemen voegde. Over zijn optreden voor de rechtbank schreef ik destijds: ,,Zijn formuleringen zijn onsamenhangend en moeilijk verstaanbaar. Aan al zijn antwoorden en reacties is te merken dat het om een man gaat, die voorgoed verdwaald is in zijn eigen geest.'' De man beweerde dat zijn 'opdrachtgever' een waarzegger was geweest, die had voorspeld dat de kinderen van zijn broer zouden sterven als die broer niet bijtijds uit de weg werd geruimd. Hij was lid van een schietclub, nota bene met medeweten van de politie die wist met welke moordplannen hij rondliep. Op die manier kwam hij aan de revolver waarmee hij zijn broer zou doden. De politie kwam niet op de gedachte de schietclub te waarschuwen. Ook de familie was niet op de hoogte van de moordplannen. Alle instanties wasten later hun handen in onschuld: men had zich immers aan zijn beroepsgeheim moeten houden. ,,Men voelt zich zó sterk aan de privacy-wetgeving gebonden dat men denkt: het zal wel goed gaan'', zei mr. E. Bouwman, de advocaat van de man. Ik herinner me hem vooral als een advocaat - een van de weinigen - die expliciet voor de rechtbank verklaarde, dat hij het niet eens was met zijn cliënt over de gewenste straf. De man wilde alleen gevangenisstraf, geen tbs, maar Bouwman verzocht de rechtbank de eis van de officier - tbs met dwangverpleging - over te nemen. Hetgeen ook gebeurde. ,,Die geheimhouding moet ophouden als men denkt: iemand is gevaarlijk'', zei prof. H. van Marle, adviseur van minister Sorgdrager. ,,De daders zeggen later zelf vaak: had maar ingegrepen.'' Volgens Van Marle zou eenderde van het huidige bestand aan tbs-veroordeelden in een vroeger stadium goed te behandelen zijn geweest: ze lijden immers aan psychoses die met medicijnen te bestrijden zijn. Hij vond verder dat mensen die agressie uitlokken, verplicht opgenomen moeten worden. Wachtlijsten bij de hulpverlening achtte hij voor deze gevallen uit den boze: er zou een soort psychiatrische EHBO moeten komen die 24 uur paraat is. Omdat niet alleen hulpverlening en politie, maar ook PSV faalde, was het bijna onvermijdelijk dat deze uitzendavond in mineur zou eindigen. Daarvoor hadden we het NCRV-programma Het levenslied waarin Paul Nouwen, directeur van de ANWB, en Bob Pinedo, kankerspecialist, samen de problemen van het leven doornamen. Ze deden genoeg moeite om de moed erin te houden, maar écht vrolijk werd ik niet van hun gesprek. Het levenslied heeft een nogal gewrongen formule die in de kern hierop neerkomt: als jij me jouw verdriet vertelt, vertel ik jou het mijne. Toch kennen die gesprekken soms aangrijpende momenten, zoals toen Nouwen vertelde hoe zijn leven veranderd was door de dodelijke ziekte van zijn vrouw. Nouwen: ,,Het was één zin. Ze zei: ik-heb-kanker. Ik voelde meteen: we hebben een nieuwe inwoner thuis, de kanker, de dood. Toen begon een nieuw leven.'' Nouwen vroeg Pinedo hoe hij met zo'n aankondiging van de dood zou omgaan als het hemzelf overkwam. ,,Ik denk dat ik er geen raad mee zou weten'', zei Pinedo eerlijk, ,,ik ben voor mijn eigen patiënten sterker.'' Hij, de kankerspecialist, bekende dat hij 'liever een infarct' zou hebben. Mij lijkt de dood aan de schrijfcomputer wel wat. Halverwege houdt zo'n stukje als dit opeens op. Zó zou het ook afgedrukt moeten worden. De dood als witregel - het is weer eens wat anders.
|
NRC Webpagina's
28 NOVEMBER 1997
|
Bovenkant pagina |