U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Documentaire tegen de fetisjering van het maagdenvlies


De filmster Fatima Jebli Ouazzani wil met haar film 'In het huis van mijn vader' vooral voorlichten. ,,Ik zou hopen dat er onder Marokkanen meer openheid komt op het gebied van seksualiteit'', zegt ze.

Door onze redacteur RAYMOND VAN DEN BOOGAARD

AMSTERDAM, 27 NOV. In het huis van mijn vader heette eerst 'Oude couscous'. Zo noemt de grootvader van filmmaakster Fatima Jebli Ouazzani meisjes die vóór het huwelijk hun maagdelijkheid hebben verloren. Het grote belang dat in meer traditionele Marokkaanse kring aan de maagdelijkheid van de bruid wordt gehecht is het onderwerp van In het huis van mijn vader, naast de verwijdering tussen Fatima Jebli Ouazzani zelf en haar vader, omdat de dochter - geboren in 1959 en sinds 1970 in Nederland wonend - in Nederland een vrijere levensstijl heeft gekozen.

In het huis van mijn vader bewandelt in hoog tempo vele wegen van de hedendaagse documentaire: gespeelde gedeelten (een verbeelding van de relatie tussen dochter en vader, waarvoor Jebli Ouazzani in Marokko leken-acteurs vond), reportage (over een kleurrijk berber-huwelijk in Essaouira) en het persoonlijk verhaal van de filmmaakster: op het einde doet zij een poging om per telefoon het contact met haar vader te herstellen.

Aan haar film kent zij een voorlichtende taak toe, blijkt als we Jebli Ouazzani een dag voor de première van haar eerste documentaire op het IDFA treffen. ,,Ik zou hopen dat er onder Marokkanen meer openheid komt op het gebied van seksualiteit, en dat zoiets als het maagdenvlies niet meer zo bepalend wordt'', zegt zij. ,,Als al die ouders, broers, ooms door de film maar bereikt worden''.

Voor het moment moet ze echter constateren dat traditionele huwelijken zoals er in de film één getoond wordt, en waarbij op de ochtend na de ontmaagding een bebloede doek van hand tot hand gaat, steeds populairder worden. Ook onder Marokkaanse jonge vrouwen in Nederland, want het huwelijk dat in de film wordt getoond is tussen een bruid en bruidegom uit Nederland. ,,Ik had wel redelijk moderne vriendinnen hier, die toch bij hun huwelijk wilden laten zien dat ze nog maagd waren. Er wordt ook veel gespaard voor zulke grootscheepse bruiloften, die wel 20.000 gulden kunnen kosten. Misschien is het de hang naar de herleving van een oud Arabisch sprookje. Tenslotte heeft koning Hassan ook het voorbeeld gegeven door zijn dochters in een sprookjesachtige sfeer te laten trouwen''.

De filmmaakster ageert in In het huis van mijn vader tegen de fetisjering van het maagdenvlies, onder andere door een Nederlandse gynaecoloog te laten vertellen dat maar weinig vrouwen ooit een maagdenvlies van enige betekenis hebben. ,,Hem had ik uitgekozen omdat ik wist dat hij vroeger wel maagdenvliezen herstelde of aanbracht'', vertelt ze. Ook komt er een Marokkaanse sociologe aan het woord die vertelt met welke kunstgrepen ervoor gezorgd kan worden dat een vrouw bij de eerste geslachtsgemeenschap in de huwelijksnacht bloedt.

De kwestie van het maagdenvlies staat in de film voor een cultuur van patriarchale onvrijheid: geen keuzemogelijkheden voor de vrouw, uitgehuwelijkt worden. Jebli Ouazzali toont de echtelijke ruzies van haar grootouders in Rabat, die mede samenhangen met het feit dat de uitgehuwelijkte grootmoeder - naar eigen zeggen - nooit van haar man heeft gehouden. ,,Ze hadden er helemaal geen bezwaar tegen dat we filmden hoe ze tot elkaar veroordeeld zijn'', zegt de maakster over deze beelden. ,,We zijn drie dagen bij ze geweest en we hebben ze nooit gevraagd of ze expres voor de camera wilden kijven''.

In het huis van mijn vader op het IDFA: vandaag 20.00 Calypso 1, za 29 16.15 Alfa 1, ma 1 16.15 NFM-Grolsch Zaal.

NRC Webpagina's
27 NOVEMBER 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)