U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    O P I N I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

H O O F D A R T I K E L :
Baskisch verdriet

SPANJE HEEFT andermaal bewezen dat als het er op aan komt het volk massaal de straat op trekt om zijn verontwaardiging te tonen over de wreedheden van het terrorisme.

Het miljoenenprotest tegen de moordcommando's van de Baskische afscheidingsbeweging ETA is massaal, oprecht en indrukwekkend. Het probleem van de ETA is echter complex en hardnekkig. De terreur die de ETA zaait is, zoals de Spaanse filosoof Fernando Savater concludeert, niet zo onlogisch en irrationeel als vaak wordt beweerd. Het is de ijzeren consequentie van een antidemocratische ideologie. Daarin zijn concessies onmogelijk en is de gewapende strijd onlosmakelijk verbonden met het opdringen van een minderheidsstandpunt aan de rest van de Basken. Volgens deze interne logica komt het gelijk uit de loop van een pistool. Dat hadden de demonstranten de afgelopen dagen goed begrepen. ,,Zonder jullie wapens ben je niks'', zo was een van de protestkreten.

Een efficiënter politie-optreden is een van de middelen die tegen de ETA moeten worden ingezet. Te vaak blijken de Spaanse autoriteiten steken te laten vallen in hun strijd tegen het terrorisme. Neem alleen al het probleem van openbare orde in de straten van San Sebastián en Bilbao. Jongeren die door de ETA worden betaald zaaien met hun molotovcocktails angst bij de bevolking. Boekhandels worden aangevallen, hun boeken verbrand. Rechters en de lokale Baskische regiopolitie durven vaak niet op te treden uit angst voor vergelding. En politici houden zich koest wil hun huis niet in brand worden gestoken.

MAAR ETA is niet uitsluitend een zaak van openbare orde. Een laag dieper ligt het probleem van het Baskische nationalisme. Ontstaan in de vorige eeuw, kent dit nationalisme een sterk racistische en antidemocratische ondertoon. Onder Franco ondervond het Baskische nationalisme evenwel een herwaardering als een emancipatoire beweging die tegen de dictatuur streed. Ruim twintig jaar na het herstel van de democratie is het vooral de als ,,gematigd'' omschreven Baskisch-nationalistische PNV (29 procent van de stemmen in Baskenland), die hiervan de vruchten plukt. Baskenland is inmiddels zo onafhankelijk, zo juichte onlangs de Baskische regiopresident Ardanza (PNV), dat het bijna de zestiende staat binnen de Europese Unie is.

Paradoxaal genoeg vormt dat succes ook een probleem voor het nationalisme, een ideologie die per slot van rekening bestaat bij de gratie van bedreigingen van volk en vaderland. In de persoon van Xavier Arzalluz, de onbetwiste leider van de PNV, kent de partij een creatieve geest bij het verzinnen van vijanden. De grillige Arzalluz haalt zich regelmatig de woede van niet-nationalistische partijen op de hals met zijn publieke scheldpartijen tegen ,,zij uit Madrid''. Arzalluz, die zijn partij en niet in de laatste plaats zichzelf graag met de Baskische natie vereenzelvigt, schroomde er niet voor om het geweld van ETA ,,even erg'' te noemen als de rol van de Spaanse staat. Enkele dagen na de moord op een rechter van het Hooggerechtshof in Madrid afgelopen februari beweerde de nationalistische leider dat het een ,,goed moment'' was om met de ETA te gaan onderhandelen. En toen de gevangenismedewerker Ortega Lara (niet Baskisch, inwoner van Burgos), na anderhalf jaar gijzeling door de ETA, half gek door de politie werd bevrijd kon er geen bezoekje af. ,,Ze haten ons'', concludeerde de Baskische leider grimmig naar aanleiding van de vreugde van heel Spanje over de bevrijding.

MET DERGELIJKE politici hebben de Basken geen vijand nodig. Door een tweeslachtige houding tegenover het geweld van de ETA, waarmee de PNV haar nationalistische achtergrond deelt, en een even dubbelhartige positie tegenover de Spaanse staat, waarvan de PNV nog steeds de Grondwet weigert te erkennen, zorgt deze grootste partij van Baskenland voor een klimaat waarin de terreur van de ETA gedijt. Wat is er anders te verwachten van een regio waar de leider van de grootste partij zich beklaagt over het ontbreken van grensposten aan de Ebro of de loftrompet steekt over authenticiteit van het Baskische ras?

Wil de ETA werkelijk verdwijnen, dan zal de sociale en politieke basis onder deze terreurbeweging moeten verdwijnen. De aangekondigde isolering door de rest van de partijen van Herri Batasuna (HB), de politieke arm van de ETA, lijkt vooral symbolisch: de leden van deze partij waren toch al zelden op hun post in de parlementen. Dat de PNV zich hierbij aansloot en HB veroordeelde als handlanger van het ETA-geweld heeft meer betekenis, maar het ligt in de lijn der verwachting dat partijleider Arzalluz - die zich de afgelopen dagen opmerkelijk stil hield - straks weer een nieuwe aanval van nationalisme krijgt en terugkrabbelt.

UITEINDELIJK ligt de sleutel van het probleem bij de Basken zelf. De betogingen tegen de ETA en hun handlangers zijn een hoopvol teken dat Baskenland zich niet langer laat afpersen door het geweld van een minderheid. Te hopen valt dat de afbrokkeling van de sociale basis voor de ETA zich versnelt. En dat meer Basken duidelijk maken dat zij niet langer gediend zijn van partijen waarvan de leiders de terreur steunen of met hun halfslachtige gedrag het vuurtje opstoken.

NRC Webpagina's
16 JULI 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)