K U N S T
|
NIEUWSSELECTIE
|
In: City, Amsterdam; Tuschinski, Den Haag; Cinerama, Rotterdam. Een schreeuwende golfer zonder ruitjesbroek
Door BIANCA STIGTER
De rest van de film is een droevige variant op Flodder in een villawijk oftewel een 'culture clash in de country club'. Want Happy neemt zijn slechte gewoontes mee naar de golfbaan en schreeuwt en schreeuwt nog harder. Met gevloek en spijkerbroek trekt hij daar een heel ander publiek dan gewone golfers: plotseling staan de gezapige greens vol met blote bierbuiken en vrouwen die een handtekening op hun D-cup willen. Was het maar een F-cup geweest; Happy Gilmore overdrijft niet genoeg om uit het ranzige gegeven munt te slaan. Het geschreeuw werkt op de zenuwen in plaats van op de knieën: geen moment worden die slap, zoals bij andere komedies uit het Dumb and Dumber-genre nog wel eens het geval is. Anders dan Beavis and Butthead heeft Happy, gespeeld en geschreven door de Saturday Night Live komiek Adam Sandler, helaas een hart van goud: hij doet aan een golfwedstrijd mee om geld te verdienen voor zijn zielige oma. Het sterkste karakter in Happy Gilmore is de zwijgende zwerver (Alan Covert) die Happy op de parkeerplaats van de golfclub als caddy engageert. Minzaam slaat hij zowel de ruitjes- als de spijkerbroeken gade. Het zwakste is dat van Chubbs Peterson (Carl Weathers), de veteraan die Happy wil trainen en zelf nooit de top heeft bereikt. Peterson is zwart, maar aan grappen over het legendarische racisme op Amerikaanse golfclubs doet regisseur Dennis Dugan niet. Hij schakelt de trainer uit door hem zijn hand aan een krokodil te laten verliezen, in de vijver waarin altijd wel een balletje verdwijnt in een golffilm. Het is eigenlijk een wonder dat Happy de krokodil later in dezelfde vijver weer tegenkomt - je verwacht dat zelfs hij voor deze on-gein was weggevlucht.
|
NRC Webpagina's
16 JULI 1997
|
Bovenkant pagina |