M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Piet Schreuders, een instituut onder de grafici
Door KOOSJE SIERMAN
AMSTERDAM, 16 MEI. Wanneer ontwerpers met iets nieuws komen, gaat het meestal om een nieuwe stijl of een nieuw apparaat. Maar soms verschijnt er iets heel afwijkends. Twintig jaar geleden hield ontwerper Piet Schreuders (1951) aan de Gerrit Rietveld Academie zijn pamflet Lay in-lay out ten doop. Het was zijn debuut als ontwerpcriticus. Om de bijeenkomst op te fleuren scheurde hij ter plaatse een affiche aan flarden van Wim Crouwel, zakelijk wonderkind van de 'objectieve typografie' van die dagen, en eveneens aanwezig. Schreuders toelichting: 'Dit vind ik lelijk'. Zijn pamflet was ook niet mis, getuige alleen al de openingszet: ,,Het vak 'grafisch vormgeven' is misdadig en zou eigenlijk niet mogen bestaan. We zullen er een boekje aan wijden.'' Schreuders porde met frisse energie in de pretenties van de ontwerpprofessie. Onder collega's had hij wel enig opzien gebaard. De een noemde hem een 'dol geworden bromfietser' (Dick Dooijes), de ander 'een gevaarlijk element' (Huib van Krimpen) en het boekje raakte snel uitverkocht. Nu, twintig jaar later, is er een nieuwe editie uitgebracht door Uitgeverij De Buitenkant, door Schreuders uitgebreid met tal van tussentijds verschenen opstellen, actuele annotaties, voor- en nabeschouwingen en afbeeldingen in geraffineerd duotone. De twintig tussenliggende jaren hebben Schreuders' opvattingen intact gelaten, zoals hij ook fysiek de uitstraling van een tengere, wat tijdloze student behield. In de beschutting van zijn kantoor, aan de muur een Amerikaanse vlag en een wanhopige drukkersbekentenis, door hem ooit aangetroffen op een drukpers - 'Wim, de hele rotzooi is naar de klote!' - geeft Schreuders commentaar: ,,Misschien reageerde ik destijds wat oververhit, maar het ontwerpklimaat in Nederland komt me nog even verstikkend voor. Natuurlijk zijn er ook hier uitzonderingen, ontwerpers die fluitend achter hun bureau de hoogwaardigste dingen maken. De Nederlandse cultuur zit vast aan regels, dogma's, hokjes, clubjes, kamertjes. Ik hoef maar een willekeurig stukje papier uit Amerika te zien of ik onderga een gevoel van vrijheid. De dingen zijn daar zo direct! In Nederland herken je meteen uit welk clubje een bepaald ontwerp voortkomt, dat wil ik helemaal niet weten. Een ontwerp moet net zo rechtstreeks zijn als e-mail. Die beoordeel je immers ook op inhoud en niet op plaats van verzending.''Toen Schreuders rond 1976 zelfgeschoold het vak binnenviel, als student Nederlands die geswitcht was in het zicht van de academische eindstreep, genoot hij al een zekere faam met zijn blad Furore (sinds 1975). Het was een van zijn talloze periodieken in eigen beheer, waarvan de bekendste misschien wel de Poezenkrant (sinds 1974) werd. Voor de VPRO ontwierp hij De Juinensche Courant (1982) van Van Kooten & De Bie. Schreuders: ,,Ik vind kranten altijd wel aantrekkelijk. Als kind, in Rotterdam, maakte ik de Nieuwe Rotterdamse Courant op zakformaat. Mijn eerste eigen krant was De Wolkenkrabber (1971), nog vooral het produkt van mijn plezier in de fysieke handelingen: het fotokopiëren, vergaren en nieten van de papieren. Dat er ook nog tekst moest zijn begon ik later pas interessant te vinden. Kranten zijn interessant door hun tijdsaspect. Er is een vorig nummer en een volgend nummer: continuïteit. Daardoor kun je steeds beter worden. Je kunt reacties verwerken: 'Wat wij in onze vorige aflevering beweerden blijkt niet helemaal juist te zijn'. Ik merk nu dat ik zelfs van Lay in-lay out een soort krant heb gemaakt, door over de omstandigheden destijds en nu te schrijven.'' Piet Schreuders, die onder de naam 'Instituut Schreuders' wekelijks een VPRO-radiokwartier 'muzikale opzoekingen op het gebied van de lichte grammofoonmuziek' presenteert, is inderdaad in z'n eentje een instituut geworden. Er schuilt een compleet team in hem: de ontwerper die beeld aanbrengt, de archivaris die feiten verzamelt, de schrijver die zijn kurkdroge ironie inbrengt, de uitgever die de resultaten openbaart. Het hele team put zijn brandstof uit de Amerikaanse massacultuur van deze eeuw. Amerika! Met een getrouwheid die grenst aan de pastiche kan Schreuders ontwerpen construeren rond een oud en vergeten Amerikaans drukwerkje. Hij publiceert zijn nauwgezette studies over Amerikaanse onderwerpen van wisselend gewicht: de weelderige omslagen van pockets uit de jaren veertig en vijftig, het luchtrooster dat op 15 september 1954 de lichte jurk van Marilyn Monroe aan het wervelen bracht. ,,Amerikanen waarderen hun cultuur maar verwaarlozen deze ook. Voor ons is de Amerikaanse massacultuur onontkoombaar. De gedrukte en filmische media worden in onze eeuw nu eenmaal geterroriseerd door Amerika, niet door Polen of Tsjechoslowakije. Mijn liefde is er een 'for better or for worse'.'' In zijn omgang met materiaal, hoe universeel het onderwerp ook lijkt, zijn het vaak de meer kwetsbare aspecten die Schreuders boeien: de hardwerkende, vindingrijke, soms anonieme vaklui achter de werkstukken. In zijn opstel over de 'spiegelglasletter', een geschilderde letter die hij aantrof op etalageruiten in Amsterdamse volksbuurten, zocht hij naar de maker. Zijn voorbeelden roepen een verpletterende atmosfeer op van de jaren vijftig, een wereld bedacht en bevolkt door mannen: 'Techn. Bureau Nationaal', 'Billardfabriek Wilhelmina', 'Postzegelhandel J. Rijxman', 'Boekhandel Playboy'. ,,De regelmaat in het schrift maakt het een interessant onderwerp om moeite voor te doen. Waaruit die moeite gaat bestaan is nooit duidelijk: archiefonderzoek, interviews, of gewoon vierduizend paperbacks verzamelen.'' Massacultuur in Nederland is echter een betrekkelijk begrip. De spiegelglasletter gaf haar geheimen niet prijs. Erger, ze is snel aan het uitsterven. ,,Tien jaar geleden was de letter nog bepalend voor het stadsbeeld. Maar ik heb gemerkt dat ruiten breken en niet worden vervangen. Het is een tot verdwijnen gedoemde tak van de kunstnijverheid.''
Piet Schreuders, 'Lay in-lay out en ander oud zeer' (Uitgeverij De Buitenkant). Prijs Ÿ45,-. Presentatie op zaterdag 17 mei, 13u, Athenaeum Boekhandel, Spui, Amsterdam.
|
NRC Webpagina's
16 MEI 1997
|
Bovenkant pagina |