U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  
S e l e c t i e


Televisie

Radio

O O G   I N   O O G :
Een geslaagd en een mislukt interview

FRITS ABRAHAMS
Twee mensen aan een tafel. De een vertelt, de ander luistert. Méér is er in beginsel niet nodig voor een boeiend (half)uurtje televisie. Sonja Barend lukte het gisteravond in B&W met Robert (vroeger 'Baruch') Moszkowicz, het zwarte schaap van de succesvolle advocatenfamilie uit Maastricht.

Moszkowicz junior had een fascinerend levensverhaal te vertellen. Het was zó bijzonder dat het bijna onwaarschijnlijk werd. Als hij het als roman te boek zou willen stellen, zou je hem adviseren: zwak het hier en daar wat af, want het dreigt larmoyant te worden.

Ga maar na: met 22 jaar de jongste advocaat van Nederland, aan het begin van een indrukwekkende carrière in het kantoor van zijn vader. Dan volgt, in duizelingwekkende vaart, de neergang. Huwelijksproblemen, een verhouding met een cliënte die aan de drugs is, zélf uiteindelijk ook aan de heroïne en de cocaïne, een verslaafd geboren baby die na twee maanden sterft, arrestatie vanwege bankbreuk (het opnemen van ten kantore gedeponeerde gelden van klanten), verblijf in de gevangenis temidden van vroegere cliënten ('niet aangenaam, je blijft een buitenstaander'), gedwongen afkicken in drie weken, het proces met een verdediging door pa, veroordeling tot vier maanden (later omgezet in dienstverlening).

De loutering kon, als in een klassieke tragedie, niet uitblijven: het werken aan rehabilitatie, studie fiscaal recht, een tweede kind, breuk met pa, definitieve terugkeer in de advocatuur.

Ik bedoel maar: er zijn Nederlandse romans waarin aanzienlijk minder gebeurt. Voskuil zou hieruit stof putten voor een cyclus van 55 delen (Het Kantoor), maar dé aangewezen schrijver voor dit magnum opus was uiteraard Bordewijk geweest. Dat vader-zoon conflict! Vader helpt zoon uit de juridische nesten, maar desondanks ontstaat er een totale verwijdering. Daardoor eindigde ook het interview toch nog tamelijk treurig. ,,Ik heb hem laatst een briefje gestuurd en joodse klaagzangen'', zei Moszkowicz.

,,Heeft hij daar niet op gereageerd?'' vroeg Sonja.

,,Nog niet.''

Er zaten een paar losse eindjes aan het interview. Hoe is het afgelopen met de 'verslaafde cliënte'? En waarom noemt hij zich geen 'Baruch' meer? Ik heb het even bij Moszkowicz nagevraagd. Ook de 'verslaafde cliënte' is volledig van de drugs af, ze heeft nu een kantoorbaan. Moszkowicz is allang niet meer bij haar, hij heeft een nieuwe relatie. En 'Baruch' vond hij geen passende naam meer, omdat het 'gezegende' betekent.

Aan het einde van de avond vond er weer zo'n eenvoudig interview plaats, ditmaal in een foeilelijk studiozitje: Rémi van der Elzen (KRO) in gesprek met minister Hans Dijkstal. Het resultaat was aanzienlijk minder bevredigend.

Dijkstal staat bij de parlementaire pers bekend als 'open' en 'vlot communicerend', maar er is een type openheid dat zo gesloten is als een kluis. Dijkstal laat zelden méér los dan hij zich heeft voorgenomen. Achter die façade van joviale wellevendheid is hij de behoedzaamheid zelve.

'Plezierig' is het sleutelwoord van Hans Dijkstal. Plezierig was zijn jeugd, plezierig zijn zijn collega's in het kabinet en zijn ambtenaren op het departement. Als hij 's avonds thuiskomt, hoeft zijn vrouw nooit te vragen hoe het was. Nog terwijl hij zijn voeten staat te vegen, schalt het al door het huis: ,,Plezierig, reuze plezierig!''

Heel even gaf Dijkstal zich bloot toen het over de dood van zijn twee zoons ging, maar ook daarvan wilde hij vooral 'de positieve kanten' benadrukken.

Sonja Barend overkwam het een poosje geleden met Dijkstal. Er kwam niets uit. Dijkstal vroeg haar nog dringend hem te tutoyeren, maar Sonja hoorde je denken: ,,Zég jij eerst maar eens wat.'' Rémi van der Elzen heeft nooit moeite met tutoyeren. Als zij ooit nog eens God mag interviewen, zal ze Hem tijdens het voorgesprek op het hart drukken: ,,Je mag wel Rémi zeggen.''

T V   V O O R A F :


Reeks van fouten bij varkenspest

KOEN GREVEN
Zijn doorgaans zo vrolijke beesten hadden al hun levendigheid verloren. Er was iets mis, maar wat? Varkenshouder M. Melis uit Venhorst bracht op 21 januari een levend en een dood varken ter controle naar de gezondheidsdienst in Boxtel. De dieren hadden wat last van hun longen, was de conclusie van de dienst. Melis kreeg een zak medicijnen mee. Zijn zeventienhonderd varkens kregen hun vrolijkheid er echter niet mee terug. Sterker nog, ze vielen met bosjes dood neer. Weer bracht hij twee dieren naar de dienst. Darmstoornis, was dit keer de diagnose. Op 4 februari wist heel Nederland uiteindelijk wat er wel mis was met de varkens van Melis: varkenspest.

In een documentaire van het Vara-programma Zembla getiteld Varkens in Venhorst wordt nog eens op rijtje gezet wat er mis is gegaan met de ontdekking en de bestrijding van de ziekte die amper te stoppen lijkt. De hokken in Venhorst zijn leeg en de boeren boos.

Er had volgens de boeren veel kunnen worden voorkomen als er een rampenplan klaar had gelegen, een fax aan de burgemeester Van Boekel waarin een vervoersverbod werd afgekondigd niet pas de volgende ochtend aan de muur was geprikt, de ambtenaren van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV) hun werk goed hadden gedaan en de varkenspest eerder was vastgesteld. De opeenstapeling van fouten wordt de kijker stap voor stap voorgeschoteld, maar elk weerwoord van het ministerie of de RVV ontbreekt. In de documentaire van Zembla mogen de inwoners van Venhorst hun verhaal doen.

Het waren echter veel van diezelfde inwoners die, weliswaar binnen de regels, de zeer snelle verspreiding van de ziekte in de hand hebben gewerkt. De varkenspest werd pas op 4 februari officieel bekendgemaakt en een vervoersverbod was niet eerder van kracht, maar het gerucht waarde al enkele dagen door het dorp. Veehouder Thijssen, buurman van het eerste besmette bedrijf van M. Melis, vertelt tussen alle kritiek aan de instanties hoe hij zijn vette varkens een dag eerder liet weghalen. ,,Ze belden of ze de varkens eerder konden laden. 'Heb je nog niets gehoord dan?', zeiden ze toen ik vroeg waarom. Ze zijn meteen langsgekomen'', zegt Thijssen. Een paar dagen later bleek zijn bedrijf ook besmet te zijn. De broer van Melis is ook nog tot in de nacht van 3 februari bezig geweest met het vervoeren van zijn dieren. ,,Het was een gekkenhuis'', zegt een vervoerder, ,,want je kunt niet vliegen.'' P. Sala, directeur van een vleesverwerkingsbedrijf zegt dat hij in het begin nog enkele boeren ,,geholpen heeft''.

W. van den Brink, voorzitter van de vakgroep varkenshouderij van de Land- en Tuinbouworganisatie, vindt het ,,begrijpelijk'' dat de boeren zijn gaan rijden voordat het vervoersverbod van kracht werd. ,,Bij dit soort ziektes is het nog nooit anders gebeurd'', zegt hij.

Achteraf is gebleken dat vóór 4 februari al ongeveer veertig bedrijven met de ziekte besmet waren, daarna volgden er in Nederland nog meer dan 120 besmette bedrijven. Bij de bestrijding van de ziekte is veel misgegaan, maar de boeren die nu van Zembla hun boosheid mogen tonen over de chaos bij de bestrijding van de pest moeten voor een groot deel de hand in eigen boezem steken. De houding van 'ieder voor zich en God voor ons allen' heeft het indammen van het virus ernstig bemoeilijkt.

Het eerste officiële varkenspestslachtoffer M. Melis staat in de documentaire op zijn erf wat bokjes en herten te voeren. Het zijn de enige dieren die in de documentaire in beeld komen. Want varkens in Venhorst, ze zijn er niet meer. Zembla maakt duidelijk wat we al wisten: er zijn een hoop fouten gemaakt door vrijwel alle partijen. Maar op de vraag wat er nu moet gebeuren om weer zo snel mogelijk de varkens in Venhorst vrolijk te laten knorren, wordt geen antwoord gegeven.

Zembla, VARA/NPS, Ned.3, 20.53u.

F I L M   V O O R A F :


That summer of white roses

DANA LINSSEN
Soms blijken films die op breukvlakken in de geschiedenis zijn gemaakt achteraf onvermoede profetische kwaliteiten te bezitten. Dat was bijvoorbeeld het geval met veel van de films die in de jaren '80 uit de toenmalige Sovjet-Unie kwamen. Met behulp van treffende metaforen wisten ze een troebele politieke situatie in menselijke termen te vertalen.

Op een of andere manier verwacht je dat ook That Summer of White Roses (een Engels/Joegoslavische co-produktie uit 1989) zo'n soort film is. Het tijdens het laatste jaar van WOII in een Kroatische vakantieplaatsje gesitueerde verhaal over een naïeve badmeester die ervan droomt ooit nog eens iemands leven te redden, biedt daar op het eerste gezicht voldoende aanknopingspunten toe. Bovendien was tijdens de draaiperiode van deze film de nationalistische campagne van Milosevic al in volle gang.

Regisseur Rajko Grlic omschreef That Summer of White Roses zelf ook als ,,een film over de manier waarop de geschiedenis een spelletje met mensen speelt.'' Dat mag misschien het uitgangspunt zijn geweest van scenarioschrijver Boris Pekic, die samen met Grlic zijn roman Defence and the Last Days tot script bewerkte, in het eindprodukt is daar niets van terug te zien. Wat overblijft is een keurige, stilistisch tot in de puntjes verzorgde, maar verder wat suffe tragikomedie over klein leed. Zo blijkt de door Tom Conti gespeelde badmeester een miskende held: dat hij een voor de nazi's gevluchte vrouw en haar zoontje onderdak geeft, mag niemand weten. En áls hij dan eindelijk een drenkeling uit het water haalt, is het een Wehrmacht-officier, wat hem op hoon van de dorpelingen komt te staan. De voorzet die het verhaal hier geeft voor een subtiele schets van verzet en verraad wordt echter niet benut.

De mooiste momenten van de film zijn die waarin de badmeester en een oude visser (een verder nogal kleffe rol van Rod Steiger) aan het jongetje verhalen vertellen over de geheimen van de rivier. Die in groenig licht gehulde momenten verraden - ook op het veel kleinere televisiescherm - een cinematografische blik. Je waant je even in een andere film, waar je zonder het te weten heengezapt bent. Het onverholen Cockney-accent van Conti lijkt plotseling aan een ander personage te behoren. Grlic had beter een leuke Engelse film over een badmeester, een visser en een jongetje kunnen maken.

That Summer of white roses (Rajko Grlic, 1989, GB/Joegoslavië/Aus.) BBC1, 0.55-2.35u.

NRC Webpagina's
15 MEI 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)