R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE Televisie
|
O O G I N O O G :
Goede onderwerpen, minder goede films
Door FRITS ABRAHAMS
Er werden gisteren drie ogenschijnlijk stevige documentaires met veelbelovende onderwerpen uitgezonden. De ervaring leert dat je als kijker blij mag zijn als er één écht goed is. Maar, helaas, zelfs dat was ditmaal niet het geval. De BRT zond Het verhaal van Kim uit, een film over Kim Phuc, het jonge meisje dat we ons nog goed herinneren van de foto van een Amerikaanse napalmaanval in Vietnam. Kim staat er huilend en naakt op, haar huid is geblakerd. Dat was in 1972. Hoe is het Kim Phuc sindsdien vergaan? Daarover ging die film. Het interessantst was het gedeelte dat de gebeurtenissen kort na de ramp reconstrueerde. Een Engelse journalist bleek Kim gered te hebben. Kim was op hem toegelopen, roepend: ,,Warm, warm, help ons!'' Hij had water over haar gegooid, kort daarna viel ze flauw. De foto van Kim werd een schrijnende metafoor van de gruwelijkheid van de Vietnam-oorlog. In de film vertelt kapitein Plummer, die het bevel tot de aanval had gegeven, hoe hij de volgende dag in een Amerikaanse krant de foto van Kim zag. Zijn overwinningsroes was op slag verdwenen. ,,Het was alsof ik een klap met een honkbalknuppel kreeg.'' Het ging snel bergafwaarts met Plummer. Hij werd alcoholist, vele huwelijken mislukten en pas de laatste jaren lijkt hij in het reine gekomen met zijn verleden. Hij mocht in deze film tot zijn grote vreugde Kim in zijn armen sluiten, want die is inmiddels als grote verzoener een tweede leven begonnen. Daar is niets op tegen, maar het hielp wel de documentaire om zeep, want we zagen die lieve Kim zich voortdurend snikkend in dergelijke omhelzingen storten. En overdaad schaadt, zelfs op het gebied van omhelzingen. Over het lot van Kim zélf kwamen we intussen te weinig te weten. Ze was een tijd lang door de nieuwe machthebbers in Vietnam misbruikt voor propaganda-doeleinden. Ten slotte was ze met haar man uitgeweken naar Canada. Haar geteisterde lichaam - haar huid is een landkaart van littekens - doet nog steeds veel pijn. Met die feitjes moesten we het doen - en dat is te weinig voor een film van een uur. Hetzelfde bezwaar gold de NPS-documentaire van Jan Louter en Jan Brokken over de schrijfster Jean Rhys. Het was verreweg de beste documentaire van de avond, maar toch viel er te veel op aan te merken. De film leed aan wat ik gemakshalve zou willen aanduiden als 'de VPRO-kwaal': veel tergend langzaam opgebouwde 'sfeer' en weinig harde informatie. Ik was zeer geïnteresseerd in het onderwerp, want Jean Rhys is een uitstekende schrijfster wier boeken ik twintig jaar geleden heb verslonden. Maar was ik blijven kijken als mijn interesse iets minder was geweest? Ik betwijfel het. Ik mag Jan Brokken graag door tropische oerwouden zien wandelen - hij heeft een redelijk soepele tred - maar ik had die tijd toch liever besteed gezien aan episoden in Rhys' leven die nu onderbelicht bleven. Het zwaartepunt van de film lag op het eiland Dominica waar Rhys geboren is, maar de achtergrond van negentig procent van Rhys' werk wordt gevormd door haar verblijf in West-Europa. Daar kwam ze immers al voor haar zeventiende terecht. Maar het was in ieder geval - vergeef me het woord - een integere documentaire. Dat valt moeilijk vol te houden over het wanproduct dat de NPS eerder op de avond uitzond: Heartbreak Hotel, een documentaire over de Amerikaanse persfotograaf Robert King. Hoe maak je als jonge fotograaf carrière? Het was het enige dat King en de filmmakers interesseerde. Temidden van alle oorlogsellende in Joegoslavië vroeg hij zich steeds wanhopiger af: ,,Zal ik ooit een break krijgen?'' Je ging waarachtig steeds vuriger hopen dat hij een keer zijn nek zou breaken, maar zelfs dat geluk was ons kijkers niet beschoren.
T V V O O R A F : Labour kampt met armoede
Door PAUL LUTTIKHUIS
In de documentaire Labour is dood. Leve nieuw Labour! schetst Jeroen Akkermans, correspondent van RTL Nieuws in Groot- Brittannië, aan de hand van een arbeidersgezin uit Liverpool de metamorfose van Labour in de jaren negentig. De partij veranderde van een socialistisch bolwerk dat werd gedomineerd door de vakbonden, in een gematigd progressieve partij. Ted en Mary Holmes hebben een genuanceerde kijk op het verleden. Natuurlijk was het vroeger beter. Als Mary in de jaren vijftig in de huurkazerne waar het kinderrijke gezin woonde na een bevalling moest aansterken, was er altijd wel een buurvrouw die een stevige kippensoep kwam brengen. Solidariteit was heel gewoon. Nu wordt men in de sloppenwijken slechts ,,verenigd door de armoede''. Maar Ted Holmes geeft grif toe, dat er vroeger grote fouten zijn gemaakt. Hij weet nog heel goed hoe mensen de gratis gezondheidszorg misbruikten door meteen maar drie kunstgebitten te bestellen als ze een nieuw nodig hadden. ,,Pure hebzucht, was het'', volgens Holmes. Ook herinnert hij zich dat de havenarbeiders staakten omdat ze in de bus een radio eisten waarop ze de uitslagen van de paardenraces konden horen. ,,De hoogste tijd dat we eens goed nieuws horen, dat we een Labour-regering terugkrijgen'', zegt Mary Holmes nu tijdens een bingo-avond, georganiseerd door een vereniging van oorlogsverteranen. Toch is de aarzeling over een regering onder Tony Blair groot. De arbeiders, van wie velen werkloos, herkennen zich nauwelijks in de ,,knappe gozer'', zoals Mary hem noemt. Regisseur Jeroen Akkermans heeft daar begrip voor. Hij slaagt er een paar keer in met zijn cameraman in het verkiezingsgewoel rond Blair door te dringen en stelt hem een paar netelige vragen. Of Labour nog wel de waarden van de arbeidersklasse representeert? Met een vage opmerking dat de waarden van de arbeidersklasse net zo goed die van de middenklasse zijn, probeert de geprikkelde Blair zich ervan af te maken. Een partijstrateeg van Labour mag later uitleggen hoe het wel zit. Maar welke waarde Akkermans aan diens promotiepraatje hecht blijkt als hij met de camera inzoomt op de mond. Door deze visuele truc is het moeilijk de woordenstroom te volgen, laat staan serieus te nemen. Daarmee kiest Akkermans partij voor de arbeiders van Liverpool. Liefdevol brengt hij de haven in beeld, en de havenarbeiders die al veertien maanden staken, nadat ze vorig jaar werden ontslagen en domweg vervangen door goedkopere arbeidskrachten. Hun woede op Labour, dat zich verschuilt achter de Conservatieve 'antivakbondswetten' is onmiskenbaar. Zorgvuldig laat Akkermans zien hoe kinderen van Mary en Ted vechten om hun hoofd boven water te houden. De taxichauffeur vraagt zich af of hij niet beter ,,rechts'' kan worden. De metselaar, die zijn inkomen de laatste jaren met meer dan een kwart zag dalen, denkt met heimwee terug aan de vroegere solidariteit. De sjouwer, die zijn baantje dankt aan zijn broer, vertelt dat hij bij iedere sollicitatie een van de vijfhonderd gegadigden was. Met stemmige, oude zwart-wit opnamen, van de haven, van stakingen en ook van de familie Holmes (in 1959 al eens geportretteerd en in 1963 te zien in een recalmespotje voor Cornflakes) plaatst Akkermans hun opmerkingen in historisch kader.
Labour is dood, Leve nieuw Labour!, RTL5, 22.55u. F I L M V O O R A F : Midnight Cowboy
Door BIANCA STIGTER
Geen gezicht kan zo goed naïviteit uitdrukken als dat van Jon Voight, de acteur die Buck speelt. Dom, goedmoedig, zelfverzekerd en vlezig jaagt deze jongenskop zijn versie van The American Dream na, die zijn mannenlichaam voor hem verdienen moet. Buck wil het in New York maken als hoer. Midnight Cowboy, de eerste Amerikaanse film van de Engelse regisseur John Schlesinger, die eerder Darling maakte en later Marathon Man, stamt uit 1969, een van de jaren dat underdogs, misfits en losers dat ook in Hollywoodfilms bleven. Behalve Voight speelt ook Dustin Hoffman in Midnight Cowboy, mank en zo miezerig als Voight op zijn cowboylaarzen stoer is. Hoffmans Ratso kent de stad, hij is er geboren, maar het helpt hem niet, en Buck evenmin. De film concentreert zich op hun vriendschap, omdat er niets anders overblijft om zich op te concentreren. Optmisme en pessimisme vermengen zich in deze film, die Oscars kreeg voor film, scenario en regie, zoals dat alleen omstreeks 1970 kon. Curieus is het verschil tussen seks met vrouwen en met mannen. Een vrouw neuken en ervoor betaald krijgen, dat is een soort paradijs, zeker als de vrouw een bontjas draagt en naar party's gaat waar Andy Warhol zou kunnen komen. Seks met een man is een vernedering in een louche hotelkamer, die alleen maar door geweld voorkomen kan worden. Met het geld dat Buck met dit geweld verdient, verricht hij wel een goede daad. Hij brengt de stervende Ratso naar Miami, en in de bus raken de twee vrienden elkaar eindelijk aan, het enige gebaar in deze ontluisterende film dat niets met geld en alles met vriendschap te maken heeft: Buck sluit Ratso's ogen. Midnight Cowboy, (John Schlesinger, 1969, VS). BBC1, 1.30-3.20u.
|
NRC Webpagina's
29 APRIL 1997
|
Bovenkant pagina |