O P I N I E
|
NIEUWSSELECTIE
|
H O O F D A R T I K E L :
Generaal en politie
Deze wel zeer ver doorgevoerde inspraak legde een onnodig zware hypotheek op het IRT, concludeerde de commissie-Wierenga, die echter moest erkennen dat bij omvangrijke reorganisatieprocessen binnen de politie ,,een goede relatie met de dienstencommissie een sine qua non is''. In Rotterdam is met deze conclusie geen rekening gehouden, in ieder geval is daar vorig jaar voor een heel andere aanpak gekozen. Het korps Rotterdam-Rijnmond staat voor de noodzaak van een ingrijpend veranderingsproces, luidde de diagnose van de korpsbeheerder, burgemeester Peper. Zeven maanden geleden parachuteerde hij de daadkrachtige landmachtgeneraal Brinkman als nieuwe korpschef met de volle zegen van minister Dijkstal (Binnenlandse Zaken) die in het kielzog van de parlementaire IRT-enquête de gesloten circuits aan de politietop wilde openbreken. Generaal Brinkman, de eerste commandant van de Luchtmobiele Brigade van de vernieuwde Koninklijke Landmacht, leek daarvoor de aangewezen persoon. DE GEVESTIGDE MACHTEN in het korps (en ook wel daarbuiten) lieten direct blijken geheel niet gecharmeerd te zijn van zo'n topbenoeming van buitenaf. Binnen een jaar is het tot een openlijke breuk gekomen tussen de korpschef en de ondernemingsraad met daarachter de machtige politievakorganisaties. De nieuwe chef heeft geen blad voor de mond genomen als het gaat om de vergadercircuits en ,,een verhullende, vrijblijvende en defensieve stijl van leidinggeven'', en de ,,enorme papierstromen'' die de Rotterdamse politie produceert. Dat is een nette manier om te zeggen dat onder de vorige korpschef Hessing de apparatsjiks van de bonden en de vergadertijgers van de OR de dienst zijn gaan uitmaken. Een pikante noot is dat Hessing bij zijn aantreden in 1989 ook al gold als een 'Macher'. De Rotterdamse OR en de bonden voelen zich geschoffeerd door het ongeduld van de nieuwe korpschef met de overlegcultuur en ze verwijten de oud-militair de specifieke politiesfeer niet aan te voelen. Alle misbaar zou bijna doen vergeten dat er serieuze vragen zijn te stellen, bijvoorbeeld over de rol van de districten binnen het korps, de dienstenroosters en de vraag wie het voor het zeggen heeft binnen het politie-apparaat. Dat raakt direct de traditionele greep van de bonden op de beheersprocessen bij de politie, die alleen maar lijkt te zijn versterkt bij de ingrijpende reorganisatie die tot de regiokorpsen heeft geleid. De kloof tussen korpsleiding en werkvloer blijft ook in het nieuwe bestel een probleem, zo bleek ruim een jaar geleden uit een toekomstverkenning van de Stichting Maatschappij en Politie. Een benoeming van buiten maakt dat er niet gemakkelijker op. Het is niet duidelijk wat korpsbeheerder Peper dacht te doen aan deze evidente complicatie. DE VOORNAAMSTE CONCLUSIE is echter dat de bonden en de apparatsjiks door zo direct het onaanvaardbaar uit te spreken, een zware verdenking op zich laden dat ze Brinkman geen faire kans willen geven. Als de gevestigde machten binnen de politie deze slag zouden winnen, zullen de gevolgen daarvan niet alleen in Rotterdam-Rijnmond, maar in heel Nederland, nog lang doorwerken. De generaal is er de man niet naar om eigener beweging op te geven in zijn conflict met de bonden en de OR om de macht over de politie. De politiek verantwoordelijken - Peper en Dijkstal - hebben een grote verantwoordelijkheid op zich genomen met de benoeming van Brinkman. Dat schept verplichtingen die ze nu moeten waarmaken.
|
NRC Webpagina's
29 APRIL 1997
|
Bovenkant pagina |