U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  
S e l e c t i e


Televisie

Films op tv

Radio

O O G   I N   O O G :
Het geduld van de goede verslaggever

DOOR FRITS ABRAHAMS
Een artistiek leider die na zijn afscheid eenzaam wegloopt uit het Amsterdamse Concertgebouw. Men wilde niet naar hem luisteren, goed, dan moest hij maar opstappen. Jan Zekveld hield de eer aan zichzelf.

Mooier had Roel van Dalen zijn vijfdelige documentaire voor de AVRO over het Koninklijk Concertgebouworkest niet kunnen beginnen. Het koningsdrama tussen de zakelijk leider, Willem Wijnbergen, en Zekveld speelde zich vlak voor zijn ogen af toen hij de opnamen voor zijn serie begon. Was het keepersgeluk, of was het een door journalistieke intuïtie bepaald toeval: een keuze voor het goede onderwerp op het goede moment? Ik houd het maar op het laatste, te meer omdat Van Dalen al vaker heeft aangetoond over die intuïtie te beschikken. Zijn fraaie documentaire-series Surveillance (over een Rotterdams politiebureau) en - vooral - Veroordeeld (over een Limburgse gevangenis) waren er treffende voorbeelden van. Ook daar ging het om gistende wereldjes die onder externe druk stonden.

Van Dalens talent als documentarist werd tot aan Veroordeeld misschien wat onderschat. Hij is geen vernieuwer, geen origineel filmkunstenaar, maar hij heeft kennelijk een feilloos gevoel voor de dramatische dimensies van zijn 'onderwerp'. Met ongetwijfeld onuitputtelijk geduld - goede verslaggeving is meestal een kwestie van geduld - wint hij het vertrouwen van zijn omgeving en slaat hij vervolgens toe. In Het Parool las ik dat chefdirigent Chailly tegen Wijnbergen over de filmploeg had gezegd: ,,Djeezis Willem, are they on our balls forever?'' Dat is het mooiste compliment dat hij Van Dalen had kunnen maken. Overigens wekte Chailly bij mij de indruk dat hij het liefst dag en nacht een filmploeg on zijn balls heeft: hij houdt minstens evenveel van de camera als de camera van hem.

Over zijn orkest liet Chailly zich op een bepaald moment opvallend negatief uit. Op verzoek van de orkestleden, die steen en been klaagden over de werkdruk (,,Velen lopen bij de fysiotherapeut''), liet Chailly een toegift vallen. Later zei hij daarover: ,,Ik was niet verbaasd. Ik ken de calvinistische kant van dit orkest, ze zien alleen de negatieve kanten.''

Langdurig toegewijd observeren maakt de werkelijkheid doorzichtig. Neem dat afscheid van Zekveld van zijn orkest. Ogenschijnlijk was hij de morele winnaar: 'the good guy' die zijn artistieke ambities gefnuikt zag door de commerciële eisen van zijn zakelijk leider, 'bad guy' Wijnbergen. Maar toen ik Zekveld met het orkest zag omgaan, groeiden mijn twijfels. Dat vormelijke, zwijgend aangehoorde afscheidsspeechje, de afstandelijke handdrukken - zelfs geen vrouwelijke orkestlid dat hem omhelsde - deden de vraag rijzen: stond dat orkest eigenlijk wel achter hem? (Die vraag had Van Dalen misschien ook explicieter aan het orkest moeten voorleggen.)

Er was gisteravond nóg een opvallende documentaire op de tv: de op het International Documentary Festival met de 'zilveren wolf' bekroonde video-documentaire Mr. Behrmann van Andreas Voigt. Het ging over een Letse jood die Buchenwald had overleefd en zijn leven met acteursambities nog zin probeerde te geven. Of hij op de toneelschool had gezeten? ,,De grootste ter wereld: veertien concentratiekampen (...) Als ik niet zo'n goede acteur was geweest, had ik het niet overleefd.''

De film viel me niet mee. De achtergronden van deze zwaar getraumatiseerde man werden te weinig uitgediept. Zijn jeugdjaren kwamen er bekaaid af, zijn carrière als acteur bleef schimmig en over zijn huidige bestaan werden we evenmin royaal ingelicht. Wie was nou eigenlijk die Behrmann, vroeg ik me na afloop af, en waarom moest er een film aan hem worden gewijd? Het speet me een beetje dat ik voor hem de eerste documentaire van deze avond - Grenzeloze liefde van Puck de Leeuw over drie westerse vrouwen en hun Japanse geliefden - had laten schieten. Met twee documentaires op één avond zit ik aan mijn taks, en ik vrees voor de NPS dat dat voor meer kijkers geldt.

T V   V O O R A F :


Een serie Nederlandse filmflarden

DOOR HENK VAN GELDER
Het is een alleraardigste gedachte die ten grondslag ligt aan de serie 100 Jaar Nederlandse Cinema: twintig filmpjes, elk een minuut of vier, waarin thematisch gerangschikte fragmenten uit Nederlandse bioscoopfilms zijn verwerkt. Een op zijn minst onderhoudende en op zijn best hilarische spectacle coupé zou zoiets kunnen opleveren, waarin beelden uit recente films onverwacht blijken te rijmen met scènetjes van veel langer geleden, en combinaties van filmsterren, lokaties en thema's misschien zelfs wel iets te betekenen krijgen.

Het resultaat, sinds vorige week via de KRO te zien op de zeer late donderdagavond en vanaf 9 januari ook in de voorprogramma's van bijkans alle bioscopen, valt echter danig tegen. Plompverloren en ogenschijnlijk lukraak hebben de samenstellers Dave Schram en Piet Adriaanse scènes uit 68 films van vroeger en nu achter elkaar gezet, zonder veel samenhang of komisch contrast - van een flard uit De mésavonturen van een Fransch heertje zonder pantalon in Zandvoort uit 1905 tot en met een langere bedscène met Alex van Warmerdam uit De jurk van dit jaar.

Natuurlijk is het af en toe een genot zo'n fragment terug te zien, al was het maar om de jeugdige gelaatstrekken van Piet Römer of Johnny Kraaykamp of de ontdekking dat Gert Jan Dröge al een rolletje heeft gespeeld in de vergeten jongerenfilm Andy, bloed en blond haar (1979). Maar er ontbreken er ook veel: geen Fien de la Mar of Johan Kaart, geen Wim Sonneveld of Kitty Courbois en geen enkele film uit het feestelijke oeuvre van Pim de la Parra & Wim Verstappen.

Elke aflevering wordt in korte, vaak ietwat cryptische bewoordingen ingeleid door een coryfee. Theo van Gogh, Rijk de Gooyer en Huub Stapel presenteren er twee, hetgeen vragen oproept over hun bijzondere betekenis. Belangrijker is echter de vraag wat de bedoeling van de serie is. Uit de steun van het Nederlands Fonds voor de Film kan worden afgeleid dat er een promotionele bedoeling achter zit: kijk eens hoeveel kwaliteit de Nederlandse film heeft opgeleverd. Niet voor niets omvat de selectie veel Flodder en Soldaat van Oranje en weinig evidente flops.

Maar het meest teleurstellend vind ik de fantasieloze manier waarop de scènes achter elkaar werden gezet. Twee van de twintig zijn anders: één over fietsen en één over achtervolgingen, die alletwee in snelle sequenties stukjes uit veel verschillende films laten zien. Zó, vol beeldrijmen en op elkaar botsende fragmenten, had naar mijn smaak de hele serie moeten zijn.

100 Jaar Nederlandse Cinema, wekelijks op donderdag, Ned.1, 0.34-0.39u.; herhaling op zaterdag, Ned.1, 17.06-17.11u.

NRC Webpagina's
10 DECEMBER 1996


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)