NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 


Biologie in Ness-Ziona

Israel werkt aan biologische wapens

Methode

Referenties

Links

Extra uitleg

Zie ook:
Artikelen over de lading
van de 'Bijlmer El Al'

Bergman
Het bewijs dat Israel een offensief BW-programma heeft is niet door de open literatuur te leveren. Wel valt vast te stellen dat het IIBR uitstekend is ingericht voor zo'n onderzoek. Er is ervaring met het kweken van bacteriën in fermentoren van 250 liter (voor de bereiding van interferon), er is know-how in de bereiding van aerosols, er is een enorm bestand aan proefdieren (muizen, ratten, cavia's, katten, honden en diverse apensoorten, van makaken tot bavianen) en er is één melding gevonden van een proefneming met het (overigens onschuldige) gas SF6 in het veld. Verontrustend zijn de publicaties van IIBR-onderzoeker Eytal over de overlevingskansen van genetisch veranderde bacteriën in de natuur.

Wat betreft de intentie van het IIBR blijkt een analyse van zijn vroegste publicaties nog belangrijke informatie te kunnen verstrekken. In veel van de artikelen over de ontwikkeling van zenuwgas en het vriesdrogen van bacteriën uit de jaren vijftig wordt een zekere Ernst David Bergmann als co-auteur genoemd. Bergmann, die in 1975 stierf, was een organisch chemicus uit Berlijn die direct na de Tweede Wereldoorlog door Chaim Weizmann werd benoemd tot wetenschappelijk directeur van het Weizmann Instituut dat in 1949 was opgericht. Bergmann was, zoals door Seymour Hersh is beschreven, de stuwende kracht achter de ontwikkeling van het Israelische kernwapen. In een juist vorig jaar verschenen studie van Avner Cohen (‘Israel and the bomb') wordt uitvoerig uit de doeken gedaan hoe Bergmann poogde al het defensie-onderzoek binnen het Weizmann Instituut te plaatsen. Hij kwam in conflict met Weizmann zelf, die zijn instituut niet afhankelijk van het leger wilde zien, en moest in 1951 zijn post opgeven. Onmiddelijk daarop is hij door premier Ben Gurion benoemd tot diens wetenschappelijk adviseur op het gebied van defensie-onderzoek en kreeg hij minstens vier eigen instituten (‘Machons') voor defensie-onderzoek toegewezen, waaronder het vermaarde nucleaire centrum in Dimona. Het heeft er alle schijn van dat ‘Ness-Ziona' ook onder Bergmanns jurisdictie viel. De karakterschets die Cohen van hem geeft maakt het meer dan waarschijnlijk dat het Bergmann was die besloten heeft, zolang het succes van het nucleaire onderzoek niet vast stond, het gat in de Israelische defensie met chemische en biologische wapens te dichten. Seymour Hersh beschrijft hoe de CIA al lang geleden, los van de persoon Bergmann, tot dezelfde conclusie kwam.

Dat sluit dan de mogelijkheid niet uit, zegt Perry Robinson in Brighton behoedzaam, dat Israel ‘in and out' biologische wapens is gegaan. Inmiddels is het gat immers gestopt. Maar andere menen dat CBW-wapens voor Israel nog steeds waardevol zijn, omdat de inzet van nucleaire wapens zo makkelijk fatale repercussies kan hebben.

Aan het slot van deze Internet-studie is er de vraag waarom Israel zoveel publiceert over onderzoek dat het, zo te zien, beter geheim kan houden. Daarover wordt zeer verschillend gedacht. De een wijst erop dat Israel alleen door te publiceren toegang krijgt tot de buitenlandse instituten en symposia die voor het land zo belangrijk zijn. Anderen menen dat de welgekozen onthullingen deel uitmaken van een zekere afschrikking (zoals Israel ook voordeel kan hebben gehad van de onthullingen over zijn kernwapenprogramma door Vanunu) of juist een rookgordijn leggen.

Het is veel eenvoudiger, zegt dr. Henk Benschop van TNO's Prins Maurits Laboratorium (dat regelmatig samenwerkt met Ness-Ziona). ‘‘Het onderzoek in Ness-Ziona steunt voor een geweldig deel op Amerikaanse ‘grants' en op rechtstreekse samenwerking met Amerikaanse instituten. Ze moeten wel publiceren, of ze willen of niet.'' Daar valt aan toe te voegen dat het IIBR in vele tientallen verschillende tijdschriften publiceert. Zonder elektronische databank ontstond daaruit vroeger niet snel een totaalbeeld.

De hechte band met de Amerikanen blijkt ook uit de patenten die het IIBR deelt met Amerikaanse instituten en komt verder tot uiting op symposia van het Amerikaanse CBW-centrum in Edgewood waarop naast Canadezen en Britten (met wie een tripartite overeenkomst bestaat) bij voorkeur vertegenwoordigers van slechts twee andere landen worden toegelaten: Israel en Nederland. De gebleken intense Amerikaanse betrokkenheid bij een Israelisch CBW-programma waarvan het defensieve karakter niet is te bewijzen werpt een nieuw licht op de Amerikaanse verontwaardiging over soortgelijke programma's in Syrië, Iran en Irak. Ook in Israel onttrekt het CBW-programma zich immers aan democratische controle. Het betrekkelijke gemak waarmee aard en omvang van het Israelische programma uit de open literatuur zijn af te leiden, staat in contrast met de schaarse mededelingen die erover worden gedaan in hoorzittingen van het Amerikaanse Congres. Zeker is dat de VS in een lastig pakket zitten nu de oude partner hardnekkig blijft weigeren de conventies tegen chemische en biologische wapens te ratificeren.

Ga terug Terug naar het begin


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) 27 FEBRUARI 1999