|
In War game (1991) analyseerde hij de rol van CNN en Franse televisiestations ten tijde van de Golfoorlog. Hun 24-uurs verslaggeving, die de kijker voortdurend het gevoel gaf dat hij zelf bij het conflict aanwezig was en op
de hoogte was, ontmaskert Wolton in dit werk als een onmachtige, elk zicht op de werkelijkheid ontnemende exercitie, juist omdat het onmiddellijk karakter van dit soort verslaggeving elk inzicht onmogelijk maakt. Éloge
du grand public (Lof van het grote publiek (1993)) was een verdedigingvan de vertrouwde, generalistische televisie- en radiozenders en een felleaanval op de culturele tv-zender Arte, die de gewone televisiezenders een alibi zou verschaffen om de slecht bekeken cultuur uit hun programma te schrappen en culturele televisie zou verbannen naar een getto, voor een elite die toch al aan cultuur geen gebrek heeft.
Communicatie, is een van de leidende gedachten in Penser la communication, wordt ten onrechte vaak alleen in de technische betekenis van het woord verstaan. Wolton: ,,En als je het zo beperkt, gaat het natuurlijk steeds beter met de communicatie. Er is steeds meer, en het gaat steeds sneller. Maar communicatie is niet alleen een technisch verschijnsel, het iseen antropologisch verschijnsel. Communicatie in die zin is meer dan uitwisseling van boodschappen. Het is ook de wil om een ander aan te horen en te begrijpen. Geen enkele boodschap heeft ook zin op zichzelf, de zin ontstaatpas binnen een bepaalde contekst, een culturele identiteit waarbinnen een boodschap begrepen kan worden.''
Om die reden ook, denkt Wolton, is al het praten over een global village, een vaag soort wereldgemeenschap waarin nieuws en boodschappen door iedereen begrepen worden, onzin. ,,CNN is geen wereld-nieuwsstation, het is een duidelijk Amerikaans nieuwsstation, dat alleen technisch in de
hele wereld verspreid wordt. Steeds zie je die neiging van de technici om,
niet zonder succes, technische vooruitgang als vooruitgang van de mensheid in het algemeen voor te stellen. En natuurlijk nemen, in de economie,
de hoeveelheid doorgegeven data en de afhankelijkheid van snelle verbindingen toe.
,,Maar daarmee is nog niet gezegd, dat er sprake is van vooruitgang. Een
dictatuur kan heel goed ontstaan mét satelliet-televisie en internet. En
het is evenmin gezegd dat de toename van de communicatie in technische zin bijdraagt tot meer onderling begrip binnen de mensheid. Eerder ontstaat de noodzaak om je teweer te stellen tegen
die vloed aan gegevens en boodschappen die je met technische middelen bereikt. De mens is een vreemd wezen: in principe verafschuwt hij zijn buurman, maar hij is bereid met enige in
spanning zich in diens leven of motivaties te verdiepen en deze te begrijpen.
,,De huidige technische stand van zaken zorgt er echter voor, dat die buurman alomtegenwoordig is, dat de hele wereld als het ware dichtbij komt. Voor onderling begrip tussen mensen, daadwerkelijke communicatie dus, is
dat eerder een handicap. Dat kan een mens niet verwerken: de enige manier om onder die stroom van gegevens overeind te blijven is de versterking van de eigen identiteit.'' Dat zie je dan ook gebeuren, meent Wolton, bijvoorbeeld in de Verenigde Staten waar de "informatiemaatschappij' meer dan bij
ons al vorm heeft gekregen: een lawine van sociale bewegingen van etnische, religieuze of culturele aard die elk hun eigen, duidelijk van die van anderen verschillende identiteit poneren.
|
NRC Webpagina's
15 MEI 1998
|