De kreukel-club
Roel Janssen
en jaar geleden waren er
verkiezingen waaruit Paars II voortkwam en nu zitten we met de brokken.
Na 289 dagen is de ploeg van Kok gestruikeld.
Het tweede kabinet-Kok is van meet af aan een teleurstelling geweest.
Het begon al met kwesties die het kabinet van zichzelf erfde. De
varkensstapel, de afwikkeling van de Bijlmerramp, het onbeheersbare
asielvraagstuk - de gaten die Paars I achterliet werden de valkuilen
voor Paars II. Dit kabinet hield zich bezig met 'kloten met kralen',
zoals in Den Haag besmuikt gefluisterd werd. Aan de vooravond van een
nieuwe eeuw etaleerde het kabinet een aaneenrijging van incidenten en
geen visie.
Honderd dagen zijn in andere landen een ijkpunt voor politieke
prestaties. Nu het kabinet na nog geen driehonderd dagen demissionair
is, kan het zeker aan een evaluatie onderworpen worden. Het resultaat
stemt niet vrolijk. Met de meeste bewindslieden wilde het maar niet
lukken.
Wim Kok (Algemene zaken): waar is Wim nu Nederland in NAVO-verband
verwikkeld is in zijn eerste 'linkse' oorlog? Anders dan Europese
collega's legt Kok de oorlog niet uit en bezoekt hij evenmin de troepen
of vluchtelingenkampen. Hij praat in het buitenland over het
'poldermodel'. Binnenslands is hij afwezig. De conclusie van de
Enquêtecommissie dat hij geen regisserende rol heeft gespeeld in
het Bijlmerdossier mag breder getrokken worden.
Annemarie Jorritsma (Economische zaken): Annemarie kan beter
smartlappen zingen dan economisch beleid voeren. Ze laat zich door haar
ambtenaren bijscholen in economische kennis. Tot nu toe zonder merkbaar
resultaat. Het is niet bekend of ze een visie heeft op de toekomst van
de Nederlandse economie.
Els Borst (VWS): vier jaar lang heeft de moeder van de
gezondheidszorg zwak beleid kunnen toedekken. In het vijfde jaar heeft
ze de praktijk nog steeds niet op orde, ondanks extra geld. Met
plannetjes die vervolgens weer worden ingetrokken is Borst een
zwalkende minister.
Gerrit Zalm (Financiën): de rijksfinanciën zijn op orde
en Zalms tegenspelers in de vorige kabinetsperiode - Ad Melkert en
Carlo Azeglio Ciampi - zijn verdwenen. Ciampi is president van
Italië geworden. Zalm speelt computerspelletjes op zijn departement
om de tijd te doden.
Klaas de Vries (Sociale zaken): Klaas de Vries? Is dat de
voorzitter van de SER of de directeur van de VNG? Als minister van
sociale zaken nog niet opgemerkt.
Bram Peper (Binnenlandse zaken): minister van voetbalrellen. In de
kwestie van de hervorming van het binnenlandse bestuur nog niet gezien.
Referendum? Stadsprovincies? Zie de impasse in Haaglanden en de ruzie
over Twentestad.
Tineke Netelenbos (Verkeer en Waterstaat): argumenteerbaar de
zwakste minister van de ploeg op een essentieel departement. De
infrastructurele toekomst van Nederland in handen van iemand die niet
bestuurt maar kakelt.
Jan Pronk (VROM): Pronk had nooit opnieuw in een kabinet moeten
terugkeren, maar de eer aan zichzelf moeten houden. Hij was
uitgerangeerd op Ontwikkelingssamenwerking en maakt nu ruzie met zijn
omgeving op VROM. Schrijft zijn nota's daarom eigenhandig.
Hajo Apotheker (Landbouw): in zekere zin het slachtoffer van de
juridische misser van zijn voorganger met de varkenswet. Apotheker kon
dat niet helpen, wel dat hij sindsdien geen vorderingen heeft gemaakt
met de terugdringing van de varkensstapel. Verder is landbouw vooral
Europees beleid.
Jozias van Aartsen (Buitenlandse zaken): geniet zo van zijn
gewichtige status als politieke baas van de diplomatieke dienst dat hij
de onvrede op zijn departement niet opmerkt. Van Aartsen zet een
traditie van zijn voorganger voort: matig ontwikkelde dossierkennis.
Eveline Herfkens (Ontwikkelingssamenwerking): het beste
beleidsinitiatief van dit kabinet - beperking van het aantal landen
voor bilaterale hulp - dreigt te verzanden in hobbyisme van de
minister. Herfkens is verleerd haar mond te houden. Haar Wereldbank-
ervaring valt slecht bij haar eigen departement.
Frank de Grave (Defensie): De Grave praat sneller dan een
mitrailleur kan schieten. Na zich een paar keer vergalloppeerd te
hebben houdt hij zijn mond. Minister van oorlog die het vredesdividend
moet binnenhalen.
Loek Hermans (Onderwijs): bij zijn aantreden kondigde Hermans aan
dat hij na de regelzucht van zijn voorgangers weinig wilde doen. Dat
heeft hij letterlijk genomen - tot opluchting van het onderwijsveld.
Eindelijk een minister die zo verstandig is niet vanuit Zoetermeer
alles te willen aansturen.
Benk Korthals (Justitie): nog geen publicitaire of politieke
missers begaan, maar dat is na het gehaspel van zijn voorganger
nauwelijks een verdienste. Ook nog geen ingrijpende beleidsdaden laten
zien. Het belangrijkste dossier doet zijn staatssecretaris.
Roger van Boxtel (Grote Steden): heeft het taboe op het begrip
immigratieland doorbroken. Voor het overige is Van Boxtel de belofte
voor de toekomst en dat zal hij altijd blijven.
De politiek-bestuurlijke kwaliteit van de meeste
staatssecretarissen maakt het beeld van Kok-II niet beter.
Het onervaren nieuwe parlement, met zwakke tegenspelers van de
regeringspartijen en de slappe oppositie van het CDA, biedt nauwelijks
weerwerk. De enige troost is dat de Nederlandse economie krachtig
genoeg is om een kreukel-kabinet te overleven en dat het op financieel-
economische hoofdlijnen goed gaat. Deze ploeg zal niet worden gemist.
rjanssen@nrc.nl