Kok hield de deur op een kier
Chic, slim en zorgvuldig, zo
kwalificeren staatsrechtgeleerden de verklaring van premier Kok
vannacht in de Eerste Kamer.
Door onze redacteur ROBERT GIEBELS
DEN HAAG, 19 MEI. Onaanvaardbaar - dat hoge woord kwam vannacht om half
twee niet over de lippen van de minister-president. In plaats daarvan
legde hij een zorgvuldig opgestelde verklaring af om álle
coalitiefracties in de Eerste Kamer ertoe te bewegen voor een
wetsvoorstel te stemmen waarmee referenda mogelijk worden gemaakt. De
verklaring was de dichtst mogelijke benadering van 'onaanvaardbaar'.
Waarom deze manoeuvre? Volgens staatsrechtvorsers is daar maar
één reden voor: Kok moest de deur naar een oplossing op
een kier kunnen houden. Met een onaanvaardbaar had hij die in het slot
gegooid.
Hoogleraar staatsrecht D.J. Elzinga meent dat Kok met zijn verklaring
zelfs verschíllende deuren open heeft willen houden. Op een van
die deuren staat 'debat over Bijlmerenquête', op een andere staat
'tijdelijk rompkabinet PvdA-VVD'. Ook kan het bijzonder beraad dat Kok
vandaag met het kabinet voert (en dat een al even zware lading heeft
als het onaanvaardbaar), dienen als afkoeling voor de D66-ministers.
Want Kok was wellicht ongelukkig met de druk die de politiek leider van
D66, De Graaf, op het debat had gezet. De Graaf had gesteld dat de
democraten uit het kabinet zouden stappen als zelfs maar
één Eerste-Kamerlid van de VVD tegen het referendum zou
stemmen, ook als het D66-kroonjuweel door toedoen van bijvoorbeeld
senator Bierman van de Groenen stuk zou vallen.
Met het houden van een bijzonder kabinetsberaad, denkt Elzinga, zou Kok
druk kunnen uitoefenen op D66 om toch vooral in het kabinet te blijven
zitten. Bijvoorbeeld met de belofte dat nog deze kabinetsperiode een
nieuw wetsvoorstel voor het referendum naar de Tweede Kamer zal worden
gezonden. " Had Kok het onaanvaardbaar uitgesproken", aldus Elzinga,
"dan was politiek beraad helemaal niet nodig geweest. Dan had Kok linea
recta naar het staatshoofd kunnen gaan."
Volgens de staatsrechtgeleerde is de belangrijkste overweging bij de
verklaring van Kok geweest dat het kabinet daarmee aan de knoppen van
het eigen voortbestaan blijft zitten. Bij het uitspreken van een
onaanvaardbaar zou de nacht van 18 op 19 mei 1999 in de
geschiedenisboeken gaan als de nacht waarop de Eerste Kamer de premier
trotseerde en het kabinet naar huis stuurde. "Dan had vannacht 'de
nacht van Wiegel' geheten", zegt Elzinga. Dat moet een gruwel zijn voor
Kok.
Anderzijds was een 'nacht van Wiegel' voor de PvdA volgens hem gunstig
geweest bij het electorale zwartepietenspel dat aan de verkiezingen
vooraf zal gaan. Wie immers breekt, betaalt, zo heeft ook de 'nacht van
Schmelzer' in oktober 1966 geleerd. Door het openhouden van de deur
naar een oplossing heeft Kok het tegenstemmen van VVD-senatoren volgens
de staatsrechtwatcher van de SGP, M. de Bruyne, makkelijk
gemaakt. De keerzijde van de wil van het kabinet om de touwtjes in
handen te houden, is dan dat de VVD bij de verkiezingen D66 de
kabinetscrisis kan aanwrijven.
"Dit is de mooiste crisis die ik ooit heb meegemaakt", zegt De Bruyne,
die regelmatig over staatsrecht publiceert. Volgens hem kón Kok
het onaanvaardbaar eenvoudigweg niet uitspreken, omdat er niets
onaanvaardbaars aan de hand was. Het ging vannacht immers niet langer
om de zaak, het referendum, maar om de steun van de coalitiepartijen
voor die zaak.
"Een onaanvaardbaar wordt uitgesproken over het wel of niet aannemen van
een wetsvoorstel", legt De Bruyne uit, "maar op het moment dat Kok zijn
overigens hele goede en mooie verklaring uitsprak was onduidelijk of het
referendum het überhaupt zou halen, als ook de hele VVD-fractie in
de Eerste Kamer vóór zou stemmen." Indien Kok het
'onaanvaardbaar' had uitgesproken, dan had dat geslagen op stemgedrag
van VVD-senatoren, niet op het al of niet aannemen van een
wetsvoorstel. "Maar bij een individuele voor- of tegenstem past het
'onaanvaardbaar' niet", redeneert De Bruyne.
In plaats daarvan deed Kok een klemmend beroep op alledrie de fracties
in de Eerste Kamer die bij de coalitie horen en te wijzen op de grote
politieke gevolgen die individuele tegenstemmen zouden hebben. "Maar
wat die gevolgen zijn wist Kok op dat moment niet", verklaart
hoogleraar staatsrecht A. Koekkoek van de Katholieke Universiteit
Brabant.