Krankzinnige crisis
AAN DE SERIE onbegrijpelijke
kabinetscrises kan na van nacht weer een nieuw hoofdstuk worden
toegevoegd. Paars gesneuveld in de Eerste Kamer door toedoen van VVD-
coryfee van weleer, Hans Wiegel. Een crisis waar niemand op zit te
wachten, die op geen enkele manier rationeel kan worden verklaard, maar
die desondanks wel een feit is. De parlementaire geschiedenis van
Nederland kent veel van deze voorbeelden.
Het referendum is dus uiteindelijk het breekpunt geworden. Weliswaar
moest het kabinet-Kok zich in de loop van vandaag nog bezinnen op de
ontstane situatie nadat de Eerste Kamer het voorstel om het correctief
referendum in te voeren had getorpedeerd, maar glashelder is dat er
politieke consequenties zullen worden getrokken. Minister-president Kok
wees er vannacht in de Eerste Kamer vlak voor de stemming niet voor
niets op dat het referendumvoorstel een "vitale plaats" inneemt binnen
de programmatische grondslag van het kabinet. Daarbij komt dat D66-
fractievoorzitter De Graaf reeds voorafgaand aan het debat in de senaat
had laten weten dat de tegenstem van zelfs maar één VVD'er
het einde van het kabinet zou betekenen. Die ene stem blijkt nu van
doorslaggevende betekenis geweest te zijn voor de verwerping van het
wetsvoorstel. Daarom is er in elk geval voor D66 geen weg meer terug.
DE CRISIS WAARIN het kabinet nu is verzeild kan geheel worden
toegeschreven aan VVD-senator Wiegel. Hij draagt de volledige
verantwoordelijkheid voor de politieke gevolgen van zijn tegenstem.
Wiegel heeft zijn persoonlijke principiële overtuiging laten
prevaleren boven het voortbestaan van het tweede kabinet-Kok. Dit
principe kan, zeker ook voor Wiegels eigen partij, een zeer hoge prijs
vergen.
Gezegd kan worden dat Wiegel zich met zijn stellingname van zijn meest
consistente kant heeft laten zien. Al zijn hele politieke leven heeft
hij zich verzet tegen staatkundige vernieuwingen zoals het referendum.
Toch is dit maar een deel van het verhaal. Het was dezelfde Wiegel, die
in de jaren zeventig als vice-premier ten tijde van het kabinet-Van Agt
herhaaldelijk zei dat een coalitie alleen kon functioneren als partijen
elkaar de ruimte gunden. Van meet af aan is duidelijk geweest dat het
referendum voor D66 een cruciaal punt was. Voor deze partij maakte de
zwaar bevochten politieke afspraak met PvdA en VVD in 1994 over het
correctief referendum de weg vrij voor toetreding tot het eerste paarse
kabinet. Het is dus begrijpelijk dat D66 eiste dat deze bij de
kabinetsformatie van vorig jaar herbevestigde politieke afspraak gestand
zou worden gedaan.
De vraag is vervolgens in hoeverre Eerste-Kamerleden gebonden zijn aan
het regeerakkoord dat fracties uit de Tweede Kamer sluiten. Voor
senatoren van de coalitiefracties geldt slechts een morele binding. Van
belang is vooral dat de VVD-senatoren het regeerakkoord met de daarin
vervatte afspraak over het referendum kenden, toen zij zich in 1995
kandideerden. Ook dat verplicht. Los daarvan zouden leden van de Eerste
Kamer bij zeer verregaande politieke acties, zoals vannacht vertoond,
zich bewust moeten zijn van de bijzondere positie die de senaat in het
staatsbestel inneemt. Het blijft een niet rechtstreeks gekozen orgaan.
Dat vraagt om een terughoudende opstelling in politieke kwesties.
PAARS TWEE KAN onmogelijk door in de huidige samenstelling, dat is wel
duidelijk. Maar hoe verder? Een extra complicatie is het gegeven dat het
kabinet geen conflict heeft met de direct gekozen
volksvertegenwoordigers van de Tweede Kamer. Dat schept echter ook
ruimte, want zo bezien is een nieuw vertrouwensvotum van de kiezer in de
vorm van vervroegde verkiezingen niet strikt noodzakelijk. PvdA en VVD
zouden met elkaar het paarse regeerprogramma, maar dan zonder referendum
en zonder D66, kunnen afmaken. In de Tweede Kamer hebben beide partijen
een meerderheid, maar in de nieuwe Eerste Kamer naar alle
waarschijnlijkheid niet. Hoe de exacte zetelverdeling eruit komt te zien
blijkt aanstaande dinsdag, wanneer de provinciale staten de nieuwe
Eerste Kamer kiezen. Het is aan PvdA en VVD te bepalen of zij het
aandurven te regeren met een minderheidspositie in de Eerste Kamer. Het
ligt voor de hand dat dit soort vragen en mogelijheden de komende dagen
aan de hand van een of meer informateurs zal worden onderzocht.
DE WERKELIJKHEID VAN nu is het einde van paars. Het was, om in D66-
termen te spreken, een krankzinnig avontuur. De samenwerking tussen de
voormalige antipoden VVD en PvdA leek het definitieve bewijs van het
einde van de gepolariseerde jaren zeventig en tachtig. Het werden ook
wel de jaren van Den Uyl en Wiegel genoemd. De laatste speelde vannacht
een hoofdrol in het drama waarmee het einde van het avontuur werd
aangekondigd. Er is een krankzinnige crisis voor in de plaats gekomen.