|
|
Vincent
1861-1869 Bezoekt dorpsschool, later twee kostscholen. Houdt zich bezig met tekenen, maar beëindigt in 1868 abrupt zijn studie. 1869-1873 Jongste bediende bij de internationale kunsthandel Goupil & Cie. Werkt bij de Haagse vestiging, opgericht door oom Vincent. In 1872 bezoekt Theo Den Haag. Het leidt tot een levenslange correspondentie. 1873-1876 Vertrekt naar de vestiging in Londen van Goupil & Cie. Bezoekt veel musea en galeries in Londen, bestudeert de bijbel uitvoerig en besteedt weinig aandacht aan zijn werk. Wordt verliefd op de dochter van Ursula Loyer, eigenaresse van het pension waar hij verblijft. Haar afwijzing stelt hem diep teleur. 1876-1877 Wordt na verschillende overplaatsingen ontslagen bij Goupil & Cie. Wil dominee worden en keert terug naar Engeland. Werkt korte tijd als onderwijzer en hulpprediker. Zijn devotie begint obsessief te worden. 1877-1880 Verhuist naar Amsterdam, gaat na een kort verblijf op een zendelingenschool in Brussel in 1878 als lekenprediker naar de Belgische mijnstreek Borinage. Besluit net als de mijnwerkers in extreme armoede te leven. Dit wordt niet gewaardeerd door zijn superieuren. Wordt uit zijn functie ontheven, predikt nog korte tijd elders, maar zijn obsessieve geloofsinteresse neemt af. 1880-1883 Kiest voor het kunstenaarschap. Wordt financieel ondersteund door broer Theo. Verhuist naar Brussel en besluit tot zelfstudie. Wordt verliefd op nicht Cornelia Adriana (Kee) Vos-Stricker, die hem afwijst. Gaat, ondanks nieuwe depressie, door met schilderen. Volgt lessen bij zijn neef Anton Mauve in Den Haag en verhuist naar die stad. Eerste kennismaking met aquarel- en olieverftechniek. Neemt in 1882, tot grote schrik van zijn familie, Clasina Maria (Sien) Hoornik in huis. Een ongetrouwde, zwangere prostituee met een dochter van vijf. 1883-1885 De relatie met Sien komt tot een eind. Reist naar Drenthe, trekt later in bij zijn ouders in Nuenen. Begint in 1884 relatie met buurmeisje Margot Begemann. De ouders van de twee willen niet weten van een huwelijk en Margot probeert zich te vergiftigen. De relatie loopt stuk. In maart 1885 overlijdt Vincents vader. Voltooit De Aardappeleters. Vertrekt naar Antwerpen. 1886-1887 Voegt zich na een kort verblijf aan de École des Beaux-Arts in Antwerpen bij Theo in Parijs. Maakt kennis met het werk van de Franse impressionisten. Studeert vier maanden op het atelier van Fernand Cormon. Raakt bevriend met Paul Gauguin. Zijn schilderstijl verandert, het donkere palet verdwijnt. Organiseert in 1887 met Toulouse-Lautrec, Signac, Bernard en Anquetin (`De kunstenaars van de Petit Boulevard') een tentoonstelling in een restaurant. 1888 Gaat weg uit Parijs, naar Arles. Wil kunstenaarscollectief beginnen en gaat wonen en werken in een klein optrekje dat later bekend wordt als `Het Gele Huis'. Gauguin voegt zich bij hem. De turbulente vriendschap komt in december tot een eind. Naar verluidt valt Vincent Gauguin aan met een scheermes. Snijdt een stuk van zijn eigen linkeroor af, wordt opgenomen in het ziekenhuis van Arles. 1889 Verlaat op 7 januari het ziekenhuis, maar zijn mentale gesteldheid blijft zorgwekkend. Laat zich opnemen in psychiatrische inrichting Saint Paul-de-Mausole in Saint-Rémy. Schildert veel, stuurt zijn doeken naar Parijs. Enkele worden tentoongesteld. 1890 Gaat ondanks een nieuwe inzinking weg uit de inrichting en verhuist naar Auvers-sur-Oise, ten noorden van Parijs. Paul Gachet neemt de verzorging op zich. De gezondheid verbetert tijdelijk en er volgt een productieve periode. Bezoekt begin juli zijn broer in Parijs, hoort over de financiële moeilijkheden en de slechte gezondheid van Theo's zoon. Het betekent een mentale klap. Schiet zich op 27 juli in een korenveld in de borst. Overlijdt op 29 juli, met Theo aan zijn zijde, op 37-jarige leeftijd. Wordt in een met gele bloemen bedekte kist in Auvers-sur-Oise begraven. Theo overlijdt een jaar later op 33-jarige leeftijd. |
NRC Webpagina's
|
Bovenkant pagina |