Lexicon
Vreemd woordgebruik en merkwaardige puntentelling
kenmerken het tennisspel dat overigens eenvoudige spelregels kent. Een
verklarende woordenlijst.
Tennis De herkomst van het woord tennis is niet duidelijk. Het
vermoeden
bestaat dat het is afgeleid van het Franse tenez, een woord dat als
waarschuwing of oproep werd gebruikt voor wie een bal moest vangen.
Tennis werd al in de elfde eeuw beoefend, vermoedelijk het eerst in
Frankrijk en aanvankelijk onder de naam jeu de paume. Het werd niet met
rackets gespeeld, maar met de blote handen en uitsluitend door gemengde
paren. (Het dubbelspel was er dus eerder dan het enkelspel.) In Engelse
geschriften omstreeks 1400 komen al termen voor als tene'tz, tenne's,
tenise, teney's en tenys.
Het gebruik van het woord tennis voor de sport zoals we die nu kennen,
is betrekkelijk nieuw. Voor 1900 heette de sport lawntennis, omdat het
werd gespeeld op lawns, grasvelden. Tennis was volgens de Britten een
sport die, in tegenstelling tot lawntennis, uitsluitend op overdekte
banen (courts) werd gespeeld en daarom ook wel court-tennis werd
genoemd. De oorspronkelijke benaming is in Nederland terug te vinden in
de naam van de nationale tennisbond: de Koninklijke Nederlandse Lawn
Tennis Bond (KNLTB).
Racket Het spelen met de handen was pijnlijk en dus trokken de
spelers
handschoenen aan. Later bekleedden zij de binnenkant van de handschoenen
met een verend netwerk, dat het terugslaan van de bal vergemakkelijkte.
De volgende stap was dat de handschoen werd vervangen door een stok met
aan het uiteinde een netwerk. Zo ontstond, ongeveer in 1500, het
tennisracket. Het woord racket is afgeleid van het Arabisch voor
'handpalm'.
Telling De voor buitenstaanders raadselachtige telling bij
games, van 15
naar 30 naar 40, waarna de score nog slechts in termen als deuce (zie
aldaar) en advantage wordt aangeduid, is eigenlijk een vorm van
klokkijken. Zij stamt vermoedelijk uit de periode dat tennis vooral aan
koninklijke hoven werd beoefend. Om een game te winnen moesten de
spelers vier punten scoren. De score werd aangegeven met behulp van een
klok. Bij het eerste punt werd de wijzer op 15 gezet, bij het tweede op
30, bij het derde op 45 en bij het vierde was de wijzer terug bij het
begin: de game was gewonnen.
Deze telling werd gehandhaafd, met dien verstande dat bij het uitroepen
van een (tussen)stand fourty-five werd vervangen door fourty, omdat dit
een korter woord is. Ook tegenwoordig hebben scheidsrechters de neiging
tot inkorting: fifteen klinkt nogal eens als fif.
Love Deze aanduiding dat een speler in een game op nul punten
staat,
heeft niets met de liefde te maken. Het is, zo wordt aangenomen, een
verbastering van het Franse l'oef, ei. Het ei werd gezien als een
symbool voor nul. Veertig-ei dus.
Deuce Als beide spelers in een game fourty hebben bereikt
staat het
fourty all en klinkt het deuce op. Ze moeten dan net zo lang doorspelen
tot een van hen twee punten meer dan de ander heeft gescoord. Deuce is
een verbastering van het Franse deux wat weer een inkorting is van de
Franse term voor fourty all: quarante à deux.
Tiebreak Deze methode om een set niet eindeloos te laten
voortduren (in
de Verenigde Staten kwam het in een dubbelspel een keer tot de score
49-47) is in de jaren zeventig ingevoerd. Als de spelers op 6-6 in games
zijn uitgekomen, wordt de set beslist met behulp van een tiebreak.
Vandaar de veel voorkomende score 7-6. Deze beslissende game heeft een
afwijkende puntentelling. Winnaar is degene die zeven (of meer) punten
wint met twee punten voorsprong. Tie is een Engels woord voor gelijk
staan, een stand die doorbroken moet worden.
Bronnen: 'Honderd jaar sport' van M. Adriani Engels (1960), de Engelse
sportencyclopedie 'The Game' en 'The Oxford Companion to Sports &
Games'.
|