Niet alleen maar linten knippen
Kees van der Malen
Ambassadeur van de provincie. Voelhorens
van de minister. Een commissaris van de koningin moet dienstbaar en
betrokken zijn.
HIJ MOEST ER wel aan wennen. Als Jan Kamminga op dienstreis gaat, siert
de standaard van de provincie steevast zijn auto. Of het niet zonder
kon, had hij zich aanvankelijk afgevraagd. ,,Nee meneer, dat wordt zeer
op prijs gesteld'', bracht zijn chauffeur hem snel bij. En inderdaad,
als de commissaris een van zijn Gelderse gemeenten aandoet, ligt de
loper als het ware uit, staat de burgemeester hem soms nerveus op te
wachten en krijgt hij een allerkeurigste ontvangst.
De commissaris der koningin is in de provincie nog iemand: als
functionaris staat hij in aanzien. Met zijn persoon is het minder
gesteld: de meeste burgers kennen hun commissaris niet, zo leerde een
vorige week gepubliceerd onderzoekje. Zeven van de tien Nederlanders
wisten niet wie in hun provincie de commissaris was. Zo is het met de
commissaris een beetje als met het provinciaal bestuur: ze functioneren
allebei in de anonimiteit.
Mannen zijn het, voornamelijk middelbare mannen, die deze positie
bekleden. Joan Leemhuis, commissaris van de koningin in Zuid-Holland, is
pas de derde vrouw in die functie. Na Tineke Schilthuis (de latere
Staatsraad) en Margreeth de Boer (de latere minister).
Lang waren het deftige heren, tot voor de Tweede Wereldoorlog vooral
adellijke heren. Wie niet van adel was, kon nog een adelstitel
verwerven, maar wie geen geld had, kon de baan vergeten, want de
betaling voor de functie was lang matig. Zo moest de antirevolutionair
De Gaaij Fortman sr. in de jaren vijftig een commissarisschap aan zich
voorbij laten gaan omdat hij er eenvoudigweg de middelen voor miste.
Inmiddels verdient de commissaris royaal, ongeveer net zoveel als een
minister.
In de eerste helft van de vorige eeuw, toen de commissaris nog
gouverneur werd genoemd en hij een dienaar was van de Koning, gold hij
als een `empereur au petit pied': de machtige vertegenwoordiger van de
koning in de provincie. Tot ver in deze eeuw was hij een
`rijksdwarskijker', de controleur van het rijk in de provincie. Maar
tegenwoordig is hij vooral `de man van de provincie', de eerste
provinciaal bestuurder die het gezicht is van de provincie.
Praktisch doen de gedeputeerden het leeuwendeel van het werk: zij zijn
de belangrijkste portefeuillehouders. ,,Je hebt als commissaris een rol
op het tweede plan: ondersteunend en activerend'', zegt de Gelderse
commissaris Kamminga. Zelf ziet hij zijn functie als die van ,,een
oliemannetje'', iemand die achter de schermen ontwikkelingen stimuleert
en partijen bij elkaar brengt.
,,Ik heb altijd een klein notitieboekje bij me. Als ik dan op een
receptie ben, weet ik: die moet ik nog spreken, daar moet ik nog iets
mee regelen'', vertelt Kamminga. En die contacten van de commissaris
lopen in een vrij brede kring: van de universiteit en het bedrijfsleven
tot de rechterlijke macht. ,,Mijn instelling is: kan ik erbij helpen,
kan ik iets bijdragen.''
De gedeputeerden zijn de bestuurlijke voorhoede in de provinice, maar de
buitenwereld valt toch graag terug op de commissaris. Wim van Gelder,
vroeger gedeputeerde in Noord-Holland en sinds 1992 commissaris in
Zeeland, verbleef nog onlangs in Michigan, bij de directie van
chemiegigant Dow Chemical. De multinational heeft voor zijn vestiging in
het Zeeuws-Vlaamse Terneuzen besloten tot een miljardeninvestering, en
hoewel de commissaris voor de provincie niet de onderhandelende partij
was, zag de concerntop de commissaris toch graag als gast op het
hoofdkantoor verschijnen.
De commissaris is de man van de beeldvorming, de ambassadeur van de
provincie. Van Gelder, zelf afkomstig uit Amsterdam, probeert het imago
van Zeeland buiten de provincie verder te brengen dan wat hij ooit
noemde ,,het truttige beeld van het Zeeuws meisje''. Hij riep de Zeeuwen
tegelijk op het eigen dialect te koesteren, niet als een element van
folklore, maar als iets eigens waar ze trots op mogen zijn. En hij
probeert regelmatig de ingebakken voorzichtigheid van de Zeeuwse
bevolking te doorbreken. ,,Let's face the music and dance'', zo riep hij
begin dit jaar monter op zijn nieuwjaarsreceptie.
Kamminga, voorheen makelaar, partijvoorzitter van de VVD en voorzitter
van de branche-organisatie voor het midden- en kleinbedrijf, is
voorstander van een dynamische uitoefening van het commissarisschap.
,,Ik weiger alleen bezig te zijn in een ceremoniele rol. Ik ga niet
uitsluitend linten doorknippen. Waar ik uitgenodigd word, geef ik
duidelijk mijn visie'', vertelt hij.
,,Vroeger moest de commissaris de vrede bewaren, rust in de tent houden,
hoe minder gerucht, hoe beter. Hij was een volstrekt apolitieke techneut
die ervoor zorgde dat het besluitvormingsproces goed liep. Dat vind ik
een te magere taakopvatting. Ik vind dat een commissaris actief moet
zijn als eerste belangenbehartiger van de provincie. En zijn autoriteit
moet hij niet ontlenen aan zijn hoge status, maar aan zijn toegevoegde
waarde. Ik zeg wel eens: de commissaris moet afdalen uit zijn ivoren
toren.''
Een deel van zijn werk blijft onzichtbaar. Maar als de fusie tussen een
groter en een kleiner ziekenhuis moeilijk loopt, kan hij de betrokkenen
binnenskamers vriendelijk manen zich soepeler op te stellen. En als
Philips aarzelt of in Nijmegen een nieuwe chipsfabriek moet komen, is
hij de man die thuis een ontvangst kan bereiden voor een select
gezelschap onder wie Roel Pieper, de tweede man van het
elektronicaconcern.
Soms is Kamminga voluit zichtbaar en hoorbaar. Bijvoorbeeld als hij zich
ergert over de besluiteloosheid in de provincie over het doortrekken van
de A18 tussen Doetinchem en Enschede. Zo weigerde hij een boodschap van
de regionale Kamer van Koophandel om in Den Haag voor de aanleg van de
weg te pleiten, zolang betrokken partijen in de provincie geen keuze
voor een trace durfden te maken. ,,Ik heb toen gezegd: `u wilt mij met
een onmogelijke boodschap naar Den Haag sturen, maakt u nu eerst eens
een keuze'. Daar schrikt men dan wel van.''
Soms neemt hij ruimte, zoals op het terrein van de politie. ,,Vroeger
mocht je iets zeggen over de benoeming van een nieuwe korpschef als de
benoeming rond was. Daar hou ik niet van; of je adviseert omdat je
invloed hebt of je adviseert niet.''
Laatst bracht hij de burgemeesters van de drie politieregio's in zijn
provincie bij elkaar. Voor een politieregio werd de bijstand voor
voetbalwedstrijden in het nieuwe Gelredome-stadion in Arnhem te machtig.
Kamminga bracht als toezichthouder de partijen bij elkaar en inmiddels
verlenen de andere twee politieregio's bijstand. Ik neem geen besluiten.
Ik stimuleer dat anderen besluiten nemen'', vat hij zijn taakopvatting
samen.
De commissaris is niet helemaal weg als man van het rijk. Zo heeft hij
nog altijd zijn wettelijke verantwoordelijkheid als het gaat om
calamiteiten en rampenbestrijding. En als een provincie rijksgeld moet
losweken uit Den Haag, zet ze toch altijd graag de commissaris in als
een invloedrijke gesprekspartner. Zo goed als Den Haag graag
commissarissen inschakelt voor landelijke kwesties als een onderzoek
naar Screbrenica (Van Kemenade), een discussie over uitbreiding van de
luchtvaart (Van Gelder) en een studie naar een nieuw beurzenstelsel
(Hermans).
Samen zien ze elkaar ook met enige regelmaat in Den Haag. Het tijdstip
staat altijd vast. En het verloop van de bijeenkomst ongeveer ook. Noem
het een ritueel. Iedere laatste maandag van de maand melden elf heren en
een dame uit de provincie zich op het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Ze overleggen er (met elkaar), ze lunchen (met de minister) en ze
vergaderen (opnieuw met de minister). Waarna ze in hun dienstauto's weer
vertrekken richting provincie.
De twaalf commissarissen der koningin hechten zeer aan het overleg dat
niet alleen als plezierig maar ook als informatief wordt gezien. Want ze
horen er nog eens iets en als het goed is hoort de minister ook nog
eens iets van hen. Tenslotte, zo typeert Kamminga hun positie, zijn zij
,,de voelhorens van de minister in de regio''.
Geraadpleegde literatuur: De commissaris der koningin, historie en
functioneren. J.W. Janssens.
|