Overzicht eerdere
afleveringen
ORGAANDONATIE
HET TEKORT BLIJFT
OPERATIE
BEZINNING
VRAAG EN ANTWOORD
INTERVIEWS
HERSENDOOD
REGISTREREN
PRESERVATIE
ORGANEN EN WEEFSELS
KERKEN
INLICHTINGEN
GRAFIEKEN
LINKS
|
Kerken
In de grondwet staat dat iedere Nederlander behoudens
wettelijke beperkingen het ,,recht op onaantastbaarheid van zijn
lichaam'' heeft. Het Humanistisch Verbond legt de nadruk op het
zelfbeschikkingsrecht van ieder individu: de volstrekt vrije keuze om
wel of niet aan een donatie mee te werken. En hoe staan kerken in
Nederland tegenover het transplanteren van delen van het ene lichaam
naar een ander?
Rooms-katholieken De rooms-katholieke kerk staat positief tegenover
orgaandonatie en legt de nadruk op vrijwilligheid. Paus Pius XII stelde
indertijd: ,,Orgaandonatie is goed, maar orgaandonatie mag niet
beschouwd worden als een vanzelfsprekende plicht van naastenliefde. De
vrijheid en vrijwilligheid dient, ook na de dood, gerespecteerd te
worden, evenals de wensen van de nabestaanden.'' De huidige paus,
Johannes Paulus II, heeft zich in soortgelijke bewoordingen uitgelaten.
De Nederlandse bisschoppen verklaarden in 1995: ,,Het lot van mensen die
ernstig ziek zijn en wachten op een transplantatie gaat ons zeer ter
harte. (...) Daarom herhalen wij onze aansporing tot het beschikbaar
stellen van organen na de eigen dood.''
Hervormden en Gereformeerden De Nederlands Hervormde Kerk en de
Gereformeerde Kerken in Nederland houden er geen officieel standpunt op
na. Wel heeft de commissie 'Kerk en Gezondheidszorg' van de Nederlandse
Hervormde en Gereformeerde Kerken de gevoelens aldus vertolkt: ,,Wij
juichen het dragen van een donorcodicil toe, hebben uiteraard begrip
voor mensen die dit bewust niet dragen, maar betreuren het wanneer geen
bewuste keuze werd gemaakt.'' Het Samenwerkingsorgaan voor het Pastoraat
van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland
en de Evangelisch-Lutherse Kerk publiceerde de brochure Pastorale vragen
rond orgaan- en weefseldonatie. Daarin staat: ,,Het is van groot belang
dat de mogelijkheid om na onze dood organen te doneren ook binnen de
gemeente van Christus aan de orde wordt gesteld.''
Moslims De islam kent diverse stromingen met sterk verschillende
opvattingen. In de Islamic Code of Medical Ethics (1991) staat: ,,Geen
kwaad wordt aan het stoffelijk overschot berokkend als het hart, de
nieren, ogen of slagaders worden uitgenomen voor een nuttig gebruik bij
een levend persoon. Dit is werkelijke naastenliefde.'' In The Islamic
Perspective in Medical Ethics (1989) werd genoteerd: ,,Het verwijderen
van organen na het overlijden is ontheiliging van het lichaam.'' Volgens
dr. H. Zwart van het Centrum voor Ethiek gaan moslims heel voorzichtig
met orgaandonatie om. ,,De hoofdtendens is positief'', zei hij in het
blad van de Nierstichting, ,,maar er zijn nog veel vragen.'' Soms luidt
de conclusie: ik wil wel donor zijn, maar alleen voor andere moslims,
aldus Zwart. Zo'n restrictie is in het Nederlandse systeem niet
mogelijk.
Onderzoek Het KASKI, (Katholiek Sociaal-kerkelijk Instituut) voerde in
verband met de nieuwe wet onderzoek uit onder predikanten, priesters en
pastoraal werkers. Hieruit bleek dat onder de katholieke pastoraal
werkenden die aan het onderzoek deelnamen, 45 procent zelf over een
codicil beschikte, aanzienlijk hoger dus dan het landelijk gemiddelde
van 22 procent. Zij noemden naastenliefde het belangrijkste motief en
verder de 'wederkerigheid': de codicildrager kan ooit zelf een orgaan
nodig hebben. Ook onder de gereformeerde pastoraal werkenden (43
procent) en hun hervormde collega's (30 procent) bleek het aantal
codicildragers ruim boven het gemiddelde te liggen.
Het KASKI-rapport Pastoraat en Orgaandonatie is voor 12,50 gulden te
bestellen via (070) 3 24 54 15. De brochure Pastorale vragen rond
orgaan- en weefseldonatie van het Samenwerkingsorgaan voor het Pastoraat
is bij een minimale afname van vijf exemplaren à zeventig cent
per stuk te bestellen door het benodigde bedrag over te maken op
girorekening 597107 t.n.v. S-orgaan voor het Pastoraat in Leusden onder
vermelding van code PA 214 en, in geval van telebankieren of girotel,
bovendien van de eigen naam en adres.
|
NRC
Webpagina's
20 maart 1998
|