NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 




Overzicht eerdere
afleveringen


 ORGAANDONATIE
 HET TEKORT BLIJFT
 OPERATIE
 BEZINNING
 VRAAG EN ANTWOORD
 INTERVIEWS
 HERSENDOOD
 REGISTREREN
 PRESERVATIE
 ORGANEN EN WEEFSELS
 KERKEN
 INLICHTINGEN
 GRAFIEKEN
 LINKS

| Hoornvlies - Sjef Timp | Nier - J.B.W.M. Möller | Nier - Steven Goossens

Snel verwend

naam: Sjef Timp
leeftijd: 47 jaar
woonplaats: Leiden
transplantatie van: hoornvlies
beroep: Hoofd personeelszaken bij een organisatie voor gehandicaptenzorg

,,Zo'n tien jaar gelden kreeg ik een donorhoornvlies. Voor die operatie keek ik een jaar lang door een dikke mist. Ik heb een aangeboren oogafwijking, glaucoom, waardoor de druk in het oog te groot wordt. Uiteindelijk verloor ik het ene oog, terwijl ik met het andere voortdurend door een beslagen ruit keek. Mijn zicht was nog maar 10 tot 20 procent van dat van een gezond mens. ,,Ik heb mazzel gehad. De normale wachttijd zou zo'n half jaar tot negen maanden zijn, ik was na drie maanden al aan de beurt. Ik heb het hoornvlies als een geschenk aanvaard. Ik ging fluitend naar de opname en dacht: nu gaat er een wereld voor me open, dit wordt een prettige happening. ,,Maar dat viel tegen. Het werd na de transplantatie een nare en pijnlijke bedoening. Een half jaar later, op oudejaarsdag, begon mijn lichaam het hoornvlies plotseling af te stoten. Van twee vierkante millimeter weefsel werd ik zo ziek als een hond.

Rillend van ellende en zwaar onder de chemicaliën om de afstoting te stoppen, belandde ik in het ziekenhuis. ,,Het hoornvlies is toen na weken van behandeling toch behouden gebleven. Het heeft voorkomen dat ik door mijn oogziekte mijn baan had moeten opgeven of dat ik sociaal geïsoleerd zou zijn geraakt. Mijn gezichtsscherpte was na een maand zo goed als die nog nooit was geweest. Ik kon weer fietsen en van een beeldscherm lezen. ,,Maar een mens is snel verwend. Zo'n hoornvliestransplantatie is een ondankbaar werkje voor een arts, lijkt mij, want drie weken later voelt het al alsof het zicht nooit anders is geweest. Het is goed om er niet dagelijks bij stil te staan. Dat kan ook nooit de bedoeling van de donor zijn geweest. ,,Een transplantatie wordt in het ziekenhuis heel klinisch benaderd. Toch ga je je een beeld vormen van de donor. Blijkbaar had ik dat nodig omdat ik er geen genoegen mee kon nemen om heel intens contact te hebben met dat kleine stukje weefsel en niet met de rest van die mens. ,,Ik stel me hem voor als iemand die totaal niet op mij lijkt. Hij is iets jonger dan ik, extravert, klein en watervlug. Een beetje een Italiaans type. Maar ik hoef het niet echt te weten. Ook gaat het niet zover dat ik me schuldig voel over zijn dood. Hij heeft zelf gewild dat zijn organen niet nutteloos onder de grond verdwenen. Het was geen offer, hij is niet voor mí&jacute; gestorven. Hij is gestórven.''

Herleven

naam: J.B.W.M. Möller
leeftijd: 74 jaar
transplantatie van: nier in 1991
beroep: bisschop van Groningen

,,Iedereen zou donor moeten zijn. Of moeten..., het zou mooi zijn als iedereen het zou worden. Ik vind het een Goddelijke opdracht het lijden van anderen te helpen verlichten. En als donor doe je dat. Daarom ook geef ik dit interview. Niet om over mezelf en mijn gezondheid te praten, want dat doe ik niet graag. Maar om uit te dragen hoe belangrijk het is dat iedereen zijn organen na zijn dood beschikbaar stelt. ,,Ik had al jaren slechte nieren. In 1971 openbaarde die aandoening zich voor het eerst. Ik had hoge bloeddruk, was chronisch moe en ging slechter zien. Ik werd ook magerder en ging er geel uitzien. In 1990 lieten mijn nieren het volledig afweten en onderging ik nierdialyse. Drie dagen per week werd ik vier uur achtereen gespoeld. Daarna was ik ziek en doodmoe. Als je jarenlang dialyse krijgt, kun je erg verzwakken. De artsen vroegen of ik in aanmerking wilde komen voor transplantatie. Ik zei meteen ja. Lijden en sterven horen bij het leven, maar wij hoeven het lijden niet te zoeken. Ik was niet aan mijn ziekte gehecht. ,,Ik weet nog dat ik 's avonds met een preek bezig was toen de telefoon ging. Binnen een uur lag ik in het ziekenhuis. Tegen de operatie zag ik niet erg op. De meeste niertransplantaties slagen wel. Na vier uur kwam ik bij en ik dacht: hier ben ik weer. Maar daarna werd ik erg ziek. Ik heb een jaar met complicaties in het ziekenhuis gelegen. De nieuwe nier moest aan mijn lichaam wennen. Biologisch wordt het nooit je eigen nier. Het blijft vreemd weefsel. Gelukkig kreeg ik geen afstotingsverschijnselen. Na enige tijd ging ik me geleidelijk aan beter voelen. ,,Ik heb geboft. Ik stond iets meer dan een jaar op de wachtlijst; de meeste mensen wachten veel langer. En de donornier paste uiteindelijk heel goed bij mij. Ik voel me heel goed. Daar ben ik dankbaar voor. Dankzij de transplantatie heb ik een nieuw leven gekregen. ,,Transplantatie is niet een kwestie van in leven gehouden worden. Het is niet overleven, maar hèrleven. Twintig jaar geleden was ik aan deze nierziekte doodgegaan. De ontwikkeling van de wetenschap die ik als door God gegeven beschouw, is steeds verder gegaan. De geneeskunde is een zegen voor de mens. Ik ben dus blij dat ik in deze tijd leef. ,,De rooms-katholieke kerk staat positief tegenover orgaandonatie. Je lichaam heb je van God gekregen en is niet voor jezelf alleen. Het nalaten van donororganen beschouw ik dan ook als een daad van naastenliefde. ,,Ik weet niet wiens nier ik nu heb. Ik ben daar ook niet nieuwsgierig naar. Het is goed dat ik het niet weet, het zou psychisch gezien moeilijkheden kunnen geven. Er is me alleen gezegd dat het geen Nederlander is. Ik bid wel eens voor het zieleheil van die persoon. Dat het hem of haar - ik weet niet of het een man of vrouw was - goed mag gaan. Want ik ben diegene erg dankbaar.''

Complicaties

naam: Steven Goossens
leeftijd: 25 jaar
transplantatie van: nier
beroep: geen

,,In het academisch ziekenhuis van Antwerpen heb ik acht jaar geleden een nier gekregen. Vanaf mijn geboorte is één nier ziek geweest, verschrompeld. Heel langzaam is dat overgegaan op de andere nier. Hoe dat kwam, dat wisten ze niet goed. Op mijn vijftiende ben ik aan de dialyse gegaan en werd ik meteen op de wachtlijst geplaatst voor transplantatie. ,,Twee jaar later kreeg ik een nier. Met de nier is nu alles goed maar ik heb in de afgelopen acht jaar wel zo'n beetje alle complicaties gekregen die mogelijk zijn. De nier werd allereerst niet meteen geaccepteerd, dat heeft een kleine maand geduurd. Ik kreeg ook vocht in de longen. Vier jaar geleden begon ook een stuk heup af te sterven door alle medicatie die ik kreeg. Daar hebben ze een prothese moeten plaatsen.

Vanaf dat moment is het eigenlijk echt fout gegaan. ,,Er begon kalk op de prothese te groeien. Dat is heel pijnlijk, de spieren rondom de prothese schuren als het ware over het kalk. Na een jaar hebben ze dat verwijderd. Het kwam echter weer terug en er is opnieuw geopereerd. Achteraf hoorde ik dat het een hele zware operatie is geweest. Gevolg is wel dat ik nu constant met pijn leef. ,,Nee, gezien de situatie van nu zou ik nooit meer een niertransplantatie willen ondergaan. Voor de transplantatie ging alles veel beter. Mijn dialyseperiode is goed verlopen. Ik ging gewoon naar school. Ik heb ook nog gestudeerd om reclametekenaar te worden maar die studie heb ik inmiddels moeten afbreken.

Nu zit ik de hele dag thuis met een invalide-uitkering. Ga ik buiten de deur dan gebruik ik meestal een rolstoel. ,,Ze hebben het voor de transplantatie alleen gehad over mogelijke afstoting van de nier, maar het nooit gehad over alle andere mogelijke complicaties.''

Teksten (van boven naar beneden): Aranka Klomp, Karin de Mik, Tijn Kramer

NRC Webpagina's
20 maart 1998

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) MAART 1998