Overzicht eerdere
afleveringen
GENETISCHE MANIPULATIE
GOED OF SLECHT
VERENIGDE STATEN
GROOT-BRITTANNIË
SUPERMARKT
MEDICIJNEN
TECHNIEK
WETTEN EN REGELS
INLICHTINGEN
ETIKETTEN
VOEDINGSMIDDELEN
DIERPROEVEN
GESCHIEDENIS
LINKS
|
Dierproeven
Dieren worden volop gebruikt en getest in de
biotechnologische wetenschap. Voor medische doeleinden, maar ook voor de
productie van wol en voor de handel in vis. Een overzicht.
Muizen en kikkers
Het dier waarbij veruit het meest aan de genen wordt gesleuteld is de
muis. Muizengenen worden geblokkeerd om te kijken hoe ze zijn betrokken
bij tumorvorming, bij stofwisseling of bij de groei van zenuwbanen. In
andere muizen worden genen ingebracht om te kijken of ze medicijnen in
de urine kunnen maken (dat kunnen ze), of ze stress ontwikkelen, of
juist meer immuun worden.
De kikker is vooral voor ontwikkelingsbiologisch onderzoek een
belangrijk proefdier. Dit dier laat zich echter vrij lastig modificeren.
Maar ook zonder genetische manipulatie zijn gedrochten te maken, zoals
koploze kikkers. Onderzoekers kunnen het DNA ook op de 'ouderwetse'
manier veranderen, met chemische stoffen of radioactieve straling.
Wanneer hiermee bepaalde genen in een vroeg stadium van de ontwikkeling
worden beschadigd, kunnen de meest vreemde beesten ontstaan.
Konijnen, koeien, varkens en schapen
In april heeft het Leidse biotech-bedrijf Pharming toestemming gekregen
voor de eerste klinische testen met een biomedisch eiwit, afkomstig uit
de melk van transgene konijnen. Klinische testen met medicijnen uit de
melk van transgene koeien zullen de komende jaren volgen. Ongeveer even
ver zijn Schotse onderzoekers, die medicijnen halen uit de melk van
transgene schapen. De konijnen, koeien en schapen, die medicijnen
leveren, hebben een DNA-construct van delen van dierlijke en menselijke
genen gekregen, die er samen voor zorgen dat het biomedisch eiwit alleen
in de melkklier van de dieren wordt aangemaakt.
Het Australisch landbouwkundig instituut CSIRO hoopt binnen vijf jaar
schapen op de markt te brengen die meer wol geven. De schapen hebben
twee bacteriegenen gekregen, die betrokken zijn bij de aanmaak van een
voedingsstof die nodig is voor wol. In andere schapen proberen
Australiërs genen van de tabaksplant te zetten die coderen voor een
eiwit dat het skelet van de schadelijke aasvlieg afbreekt. De
onderzoekers hebben al muizen gemaakt die deze planteneiwitten aanmaken.
Verder werken de Australiërs aan schapen die hun wol makkelijker
loslaten.
Muggen, zijderupsen en mijten
Veldproeven met gemanipuleerde insecten zijn er nog niet, maar in
buitenlandse laboratoria wordt er wel aan gewerkt. Zo tracht een team
van Amerikaanse, Duitse en Britse biotechnologen via het inbrengen van
een bepaald muggengen, malariamuggen te maken die deze ziekte niet
kunnen overbrengen omdat ze resistent zijn tegen de malariaparasiet.
Franse onderzoekers proberen in zijderupsen extra rupsengenen te zetten
die coderen voor het zijde-eiwit, zodat de rups meer zijde maakt.
In Amerika loopt een veldproef met gemanipuleerde roofmijten. Deze mijt,
die landbouwkundig belangrijk is omdat hij de schadelijke spintmijt
opeet, heeft een gen gekregen van een bodembacterie. Het onschuldige
bacteriegen maakt de roofmijt vraatlustiger naar spintmijten.
Zalmen en karpers
Amerikaanse en Noorse vistelers maken sneller groeiende en grotere
zalmen door in de zalmen extra zalmengenen te zetten die coderen voor
een groeihormoon. Het is de vraag of ze ooit in de praktijk zullen
worden gebracht. De zalmen liggen bij het publiek slecht wegens hun
lelijkheid door overmatige vetaanzet. Daarbij zijn de dure, transgene
vissen niet zomaar te vermeerderen; de ingebrachte genen gaan bij
kruising meestal verloren. Iets meer toekomst lijkt er te zijn voor
vissen die beter tegen de kou kunnen. Canadezen proberen hiertoe in
zalmen anti-vriesgenen in te bouwen, afkomstig van vissen uit de
Noordpool. Onderzoekers van de Landbouwuniversiteit in Wageningen hebben
karpers gekloneerd. Handig voor handelaren, omdat hierdoor de mooiste
karpers naar believen kunnen worden vermeerderd.
|
NRC
Webpagina's
11 juni 1998
|