|
DERDE WOENSDAG
Cahier Derde Woensdag
|
LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ
Slecht contact met diensten
De Rekenkamer vindt daarnaast dat de samenwerking tekortschiet tussen het departement en de uitvoerende diensten die onder verantwoordelijkheid van de minister vallen. Van diensten als de Dienst Landelijk Gebied en de Rijksdienst voor Vee en Vlees krijgt het departement te laat of onvolledig informatie over opbrengsten, openstaande rekeningen en management. De oorzaak ligt in personeelsgebrek en reorganisaties bij de betreffende diensten. Eerder dit jaar plaatste de Rekenkamer ook al kritische kanttekeningen bij de informatieverstrekking van het onlangs verzelfstandigde Staatsbosbeheer aan het departement. Grotere problemen doen zich voor bij de herinrichting van de intensieve veehouderij. Op verzoek van de Kamer besteedt de Rekenkamer extra aandacht aan dit onderdeel van het beleid. Volgens de Rekenkamer is niet na te gaan of de honderden miljoenen guldens die worden geïnvesteerd in de aanpak van het mestprobleem ook daadwerkelijk leiden tot een vermindering van het aantal kilo's mest. Ook valt niet te achterhalen of het ministerie een marktconforme prijs betaalt voor de varkens die worden opgekocht. Een ander punt van kritiek op de aanpak van het mestprobleem betreft de verantwoordelijkheid van de betrokken provincies. Zeker nu Nederland van de Europese Unie een kleiner deel van de kosten bij de bestrijding van de varkenspest terugkrijgt dan waarop was gerekend, komt pijnlijk aan het licht dat met de provincies geen afspraken zijn gemaakt over een mogelijk tegenvallende tegemoetkoming uit ‘Brussel'. Anders gezegd: fouten van provincies waar Nederland in Brussel verantwoording over moet afleggen, komen geheel voor rekening van het departement. De Europese ‘boete' voor fouten bij de bestrijding van de varkenspest bedraagt vooralsnog ongeveer 200 miljoen gulden. Een van de andere onderzoekspunten van de Rekenkamer betrof de biologische landbouw. De Kamer wilde weten waar Brinkhorst de komende jaren naartoe wil met de biologische landbouw: hoeveel bedrijven, hoeveel hectares. De minister heeft slechts een deel van de vragen daarover beantwoord. Hij wijst er op dat de markt en de wijze waarop het bedrijfsleven inspeelt op de markt bepalend is voor de omvang van de biologische landbouw. Dat is tegen het zere been van de Rekenkamer. ,,De minister dient het beleid zodanig te formuleren dat het beleid ook evalueerbaar is'', stellen de rekenmeesters. Gele kaart dus. Brinkhorst reageert geprikkeld op de constateringen van de Rekenkamer. Hij noemt het rapport ,,te negatief getoonzet'' en verwijst onder meer naar lopende rechtszaken over de varkenswet en naar nieuw beleid om het mestprobleem aan te pakken. De Rekenkamer meent dat het onvermogen om stallen en landbouwgrond op waarde te taxeren ook bij dit nieuwe beleid kan leiden tot oneigenlijk gebruik van overheidsgeld. Van fouten in de administratieve organisatie, de automatisering en de informatiebeveiliging wil de minister ook niets weten. De Rekenkamer meldt te zoeken naar een manier om een ‘constructieve dialoog' met de minister aan te gaan.
EGBERT KALSE
Documenten (in pdf-formaat):
Jaarverslagen:
Rapporten bij de jaarverslagen:
De vaste Kamercommissie LNV heeft dinsdag 6 juni 2000, van 16.00 tot 17.30 uur een overleg met de bewindslieden over het jaarverslag.
|
Bovenkant pagina |