U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Profiel - Vredesmissies NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


BELASTINGEN 2001
GRAFIEK NIEUWE STELSEL
WOORDENBOEK
CREATIVITEIT
TERUGGAVE
BELASTINGHULP
HUIZENBEZITTER
HYPOTHEEK
VERMOGENDEN
BELEGGERS
PARTNERS
JONGEREN
OUDEREN
GEZINNEN
FORENSEN
WERKGEVERS
FREELANCERS
COMMUNICATIE
RECLAME
INTERNET
Vrijheid heeft zijn prijs

Huizenbezitters hebben vrijwel allemaal een hypotheek waaraan een verzekering is gekoppeld. Boxhoppen met een kapitaalverzekering.

Adriaan Hiele

Iedere belastingplichtige voelt de hete adem van de nieuwe Wet Inkomstenbelasting (IB 2001) in zijn nek. Ontsnappen kan niet meer. Nu de wet eind november is aangenomen door de Tweede Kamer, en de Eerste Kamer naar verwachting volgt, kunnen de fiscale geleerden en hun helpers zich over de definitieve tekst buigen. Tot nu toe moest iedereen zich behelpen met voorlopige teksten, wat wrevel opwekte bij de belastingplichtigen die al vroeg het naadje van de kous wilden weten.

Ook verzekeraars en banken wachtten lang met suggesties en adviezen voor hun cliënten. Nog houden ze in sommige zaken een slag om de arm, zoals bij de koppeling van een kapitaalverzekering aan de hypotheek op de eigen woning. Dat is geen kwestie van onwil, maar eerder van onmacht. Fiscale veranderingen moet je immers bekijken vanuit iemands totale (financiële) positie, en die kennen deze instellingen niet. Daarom raden sommige van hen aan ,,in ieder geval uw adviseur te raadplegen''. Zelfs de fiscus geeft dat advies.

Daarmee verschuif je het probleem, want veel adviseurs hebben geen innige band met hun klanten. Een consument die de financiële (producten)mode van de afgelopen jaren slaafs volgde, doet zaken met bijvoorbeeld tien adviseurs, waarvan er niet één overzicht heeft van alle risico's. De wet heeft moeilijk in te schatten gevolgen voor huizenbezitters met een spaarhypotheek. Dat is een fiscaal vriendelijke constructie bestaande uit een aflossingsvrije schuld, een levens- of kapitaalverzekering waarin de toekomstige aflossing wordt opgebouwd (het levendeel) gecombineerd met een overlijdensdekking, en eventueel een dekking voor de vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid.

Door IB 2001 vervalt het belastingvoordeel van deze en andere kapitaalverzekeringen. Ze komen in box 3 (belastbaar inkomen uit sparen en beleggen) waar je over de poliswaarde jaarlijks de 1,2 procent vermogensrendementsheffing betaalt. Dat gaat dus van het polisrendement af. Daar staan twee voordelen tegenover: de einduitkering is belastingvrij en de huidige vermogensbelasting vervalt. De volgende kapitaalverzekeringen (eerste levensbehoeften) komen niet in box 3: uitkeringen bij invaliditeit, ziekte en ongeval, en begrafenispolissen tot een maximum van 12.579 gulden per persoon. Die komen in box 1.

Waarom heeft de overheid haar koers gewijzigd? Tot voor kort beschouwde de overheid bepaalde kapitaalverzekeringen als vormen van oudedagsvoorziening en het stimuleren waard. Daar is men van teruggekomen. Waarschijnlijk omdat half Nederland deze polissen sloot voor de belastingvoordelen en om te beleggen in aandelen. Beschaafd speculeren en geen oudedagsvoorziening.

Voor kapitaalverzekeringen die zijn afgesloten vóór 14 september 1999 (publicatiedatum IB 2001) en na 31 december 1991 geldt in box 3 tijdens de looptijd een vrijstelling tot maximaal 272.000 gulden per persoon tijdens zijn leven, naast de andere reguliere vrijstelling in die box. Aan het eind van de rit wordt het rentebestanddeel (slotuitkering minus betaalde premies) evenmin belast wanneer deze uitkering ook zou zijn vrijgesteld onder de huidige regels.

Wie zijn kapitaalverzekering koppelt aan de (hypotheek)lening voor zijn eigen woning, houdt de verzekering in box 1. Dat is mogelijk interessant voor huizenbezitters die op of na 14 september 1999 een spaarhypotheek of andere combinatie van lening en kapitaalverzekering sloten of nog zullen sluiten. Zij kunnen immers geen beroep doen op de overgangsvrijstelling. Dat lijkt een royaal gebaar van de wetgever: zo vermijd je die 1,2 procent vermogensrendementsheffing in box 3.

Maar dat huwelijk tussen de kapitaalverzekering eigen woning (kve) en de huislening heeft een duivels staartje: de fiscus verlangt een tegenprestatie. De uitkering van deze kapitaalverzekering, bij leven of bij voortijdig overlijden, moet gebruikt worden om de schuld (ter verwerving van de eigen woning) af te lossen. Alleen dan is de uitkering onbelast. De maximaal vrijgestelde en geïndexeerde bedragen zijn 276.566 gulden per belastingplichtige voor een polis die ten minste 20 jaar loopt, en 62.806 gulden voor een looptijd van ten minste 15 jaar. Deze vrijstellingen zijn beperkt tot het hypotheekbedrag. Het meerdere (minus de betaalde premies) is belast. Zo gelden er meer beperkende voorwaarden als je afwijkt van de door de wet voorgeschreven rechte paden.

Mensen die hun aflossingsvrije hypotheek breder zien dan de eigen woning, bijvoorbeeld als middel om te beleggen met geleend geld, moeten beseffen dat ze na het aflopen van een kapitaalverzekering eigen woning hun schuld (ten dele) kwijt zijn. De volgende partijen hebben mogelijk een belang bij het koppelen. De verzekeraar, de hypotheeknemer (gelduitlener), de fiscus, en de huiseigenaar.

De verzekeraar staat eigenlijk buiten de fiscale voordelen of nadelen van de verzekerde en heeft daarom geen direct belang. De gelduitlener verdient aan het uitzetten van geld en heeft geen belang bij mensen die moeten aflossen. De fiscus ziet graag dat mensen hun hypotheek (straks maximaal 30 jaar) aflossen. Dat vermindert de renteaftrek en verhoogt de belastingopbrengst. Bovendien verdwijnen er door de koppeling van de kapitaalverzekering vrijstellingsvoordelen uit het oude belastingsysteem, zoals die voor polissen afgesloten op uiterlijk 31 december 1991, waarvoor een onbeperkte vrijstelling voor de kapitaaluitkering geldt.

Welke gevolgen heeft koppelen voor de huiseigenaar? Hij ontloopt de 1,2 procent heffing over de poliswaarde in box 3, als regel tot een maximum vrijgesteld bedrag, dat makkelijk overschreden kan worden. Verder geldt de verplichte gehele of gedeeltelijke aflossing van de hypotheek. De conclusie kan zijn dat de koppeling de huiseigenaar aan vele beperkende fiscale regels bindt, terwijl de voordelen of nadelen in veel gevallen pas blijken wanneer de polis tot uitkering komt. Daar staat tegenover dat de gevolgen van niet koppelen duidelijk zijn: 1,2 procent heffing in box 3 en alle vrijheid. En dat is veel waard.

NRC Webpagina's
7 december 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad