|
AIDS GEZOCHT: VACCIN ZWANGERSCHAP KINDEREN BESMETTE TOEKOMST VRIJEN WET EN RECHT HULPVERLENING INFECTIES VOORLICHTING ECONOMIE WERELD AIDS DAG ORGANISATIES Overzicht eerdere afleveringen Profiel
|
De enige luxe is een voetbalveld
Vele organisaties zetten zich in om aids in ontwikkelingslanden te bestrijden. Ook acties van eenlingen hebben succes in het buitenland. TIENTALLEN internationale en landelijke organisaties bieden steun aan gebieden buiten Nederland met een groot aidsprobleem. Vooral in Afrika waar de aidsepidemie zich het snelst verspreidt, zijn veel instanties actief. Naast grote organisaties zijn ook individuele hulpacties op touw gezet om de ziekte te bestrijden.
De Voluntary Service Overseas (VSO) is een van de vele organisaties die ontwikkelingshulp biedt aan Derde-Wereldlanden. De VSO werkt voornamelijk met vakmensen die kennis overbrengen in onderontwikkelde gebieden. In meer dan vijftig landen zijn leraren, maatschappelijk werkers en artsen van de VSO actief. Gedurende een uitzendtijd van twee jaar leiden ze de lokale bevolking op, zodat die hun werkzaamheden daarna zelf kunnen overnemen. In samenwerking met UNAIDS heeft de VSO een speciaal aidspreventieplan opgesteld voor het zuiden van Afrika. De komende vijf jaar worden vanuit Nederland vijftig aidsdeskundigen uitgezonden naar Malawi, Zambia, Namibië, Zimbabwe, Mozambique en Zuid-Afrika. Artsen en verpleegkundigen geven niet alleen aidsvoorlichting aan de bevolking. Ze geven ook trainingen aan vakgenoten en andere VSO-medewerkers, opdat zij in hun werk ook aandacht besteden aan de preventie van HIV. Namibië is een van de zes landen waar het aidspreventieplan wordt uitgevoerd. Verpleegkundige Trudy Mantel werkt al enkele jaren als aidscoördinator in Namibië. Zij werkt in dienst van het Namibische ministerie van Gezondheidszorg en zet samen met Afrikaanse collega's voorlichtingscampagnes op. Daarnaast geeft ze trainingen aan verpleegkundigen en vrijwilligers over medische zorg aan aidspatienten. Mantel leidt ook een soort buddy's op, die ondersteuning geven aan HIV-geïnfecteerden en hun familie. Volgens Mantel zijn Namibische gezondheidswerkers al enkele jaren geleden met deze activiteiten begonnen. Namibië staat op de derde plaats op de wereldranglijst van HIV-besmettingen. In 2000 zullen 200.000 mensen met het virus geïnfecteerd zijn op een bevolking van 1,6 miljoen. Hoewel aids een groot probleem is met sterke sociale en economische gevolgen, vindt Mantel dat er in het Westen een te negatief en ellendig beeld wordt geschetst van de situatie. ,,In Namibië en in andere Afrikaanse landen leeft heel sterk het idee van Positief Leven. Mensen met HIV zijn zelfbewust en willen niet gezien worden als slachtoffers. De boodschap is dan ook dat je je niet hoeft te schamen en dat je steun moet zoeken bij familie, vrienden en lotgenoten. Bovendien vinden mensen hier veel steun in hun geloof.'' In Namibië wordt aids niet langer uitsluitend als een medisch, maar ook als een maatschappelijk probleem erkend. Hoewel sommige mensen nog steeds ontkennen dat aids bestaat, wordt er nu door de kerk en de regering openlijk over de ziekte gesproken. Verpleegkundige Mantel: ,,Voorlichting is er volop en condooms zijn overal gratis verkrijgbaar. De meeste mensen weten nu wel hoe de ziekte verspreid wordt en hoe je het kunt voorkomen besmet te raken. Het komt er nu op aan dat mensen zichzelf en anderen beschermen. Dat betekent vooral een verandering van seksueel gedrag. Maar verandering van gedrag is altijd moeilijk en kost tijd, vooral als je iets moet veranderen wat plezierig is.'' Een wel heel bijzondere vorm van aidshulpverlening komt van de 76-jarige Pola van der Donck. In 1985 overleed haar broer aan aids en vanaf dat moment heeft ze zich ingezet om de ziekte te bestrijden. In 1994 ging zij voor het eerst naar Zambia om het aidsprobleem in dit land met eigen ogen te aanschouwen. Inmiddels heeft ze zoveel projecten opgezet dat ze 'aidsambassadeur van Zambia' wordt genoemd. Ze maakte de renovatie en uitbreiding van een weeshuis mogelijk en heeft twee hospitaals opgebouwd ,,waar aidspatiënten in alle rust kunnen sterven''. Deze opvang is te vergelijken met de Nederlandse hospices. Van der Donck is niet verbonden aan een organisatie en probeert financiële steun te verwerven bij kerkelijke instanties, UNICEF en bij het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking. Op dit moment werkt Van der Donck aan een nieuw project dat ze binnen twee jaar wil realiseren. In een nieuw te bouwen dorp zullen 150 kinderen worden opgevangen van wie de ouders zijn overleden aan aids. In Zambia is bijna een miljoen kinderen wees, ongeveer eentiende van de hele bevolking. Deze kinderen kunnen niet altijd door familie verzorgd worden en leven vaak onder slechte omstandigheden op straat. Volgens Van der Donck is het heel belangrijk dat deze kinderen een gevoel van zelfrespect opbouwen. ,,In het kinderdorp leren de kinderen een vak en ze leren hoe ze het land moeten bebouwen. Het leven in het dorp is precies hetzelfde als in elk ander dorp. De kinderen worden goed verzorgd, maar niet verwend. De enige luxe is een voetbalveld, waar de kinderen kunnen spelen. Zo leren ze om later op eigen benen te staan.'' Inmiddels is met de aanleg van het dorp begonnen - de omheining staat - maar Van der Donck heeft nog niet voldoende financiele middelen. ,,Dit dorp moet er komen. Het gaat om de kwetsbaarste kinderen waar niemand naar omkijkt. En als er eenmaal één dorp is komen er misschien meer plaatsen waar aidskinderen kunnen worden opgevangen.'' Een aantal weken geleden kreeg Van der Donck bezoek van Mozambwe, een aartsbisschop uit Zambia, met wie zij op haar reizen bevriend is geraakt. Ook Mozambwe is betrokken bij de bouw van het kinderdorp. Bij zijn tweewekelijkse bezoek probeerde hij steun te krijgen voor het kinderdorp bij verschillende bisdommen en kerkelijke instanties. Volgens Mozambwe is er nog steeds hoop en kan de aidsepidemie gestopt worden. ,,We moeten ons niet laten ontmoedigen door de statistieken. Door Pola's initiatief en soortgelijke projecten is de ziekte geaccepteerd in de samenleving. De hele gemeenschap wordt betrokken bij voorlichtingscampagnes en de behandeling van aidspatiënten. Mijn standpunt blijft dat een hele generatie gered kan worden door de redding van één mens.''
|
NRC Webpagina's
|
Bovenkant pagina |