Geweld slaat over van Macedonië naar Zuid-
Kosovo
Door onze correspondent YAËL VINCKX
PRISTINA, 30 MAART. Voor het
eerst in het Macedonische conflict zijn mortieren en granaten
afgeschoten op de Kosovaarse zijde van de grens. Daarbij kwamen drie
burgers om het leven. De Macedonische regering en de Albanese rebellen
ontkennen verantwoordelijk te zijn voor de beschietingen.
De Verenigde Naties en de NAVO-geleide vredesmacht in Kosovo hebben
bezorgd gereageerd op de uitbreiding van het conflict. De speciale
afgezant van de Verenigde Naties, Hans Haekkerup, zal vandaag een bezoek
brengen aan de Macedonische hoofdstad Skopje. Hij heeft verklaard aan te
zullen dringen op "terughoudendheid" bij de Macedonische regering.
De commandant van de vredesmacht KFOR, Carlo Cabigiosu, zei te betreuren
"dat burgers betrokken zijn geraakt en dat de levens van onze soldaten
in gevaar zijn geweest". Hij noemde het dorp waar de granaten vielen,
Krivenik "duidelijk" Kosovaars gebied.
Onder de drie slachtoffers is een cameraman van persbureau AP. Kerim
Lawton was enige maanden geleden teruggekeerd naar Kosovo, waar hij
eerder werkte. De andere twee slachtoffers zijn Kosovo-Albanese burgers.
Ruim tien mensen raakten gewond.
De Macedonische regering ontkende gisteren verantwoordelijk te zijn voor
de beschietingen. "Onze commandant in het veld zegt niet te hebben
geschoten op doelen in Kosovo", aldus een woordvoerder van de regering.
De Albanese rebellen wijzen ook elke verantwoordelijkheid af. "We hebben
niet eens zulke zware wapens", liet een commandant van het Nationaal
Bevrijdingsleger (UÇK) telefonisch weten.
De situatie is volgens de Verenigde Naties in Kosovo onduidelijk.
Waarschijnlijk hebben Macedonische troepen het vuur geopend op een kamp
van de rebellen in Gracane, niet ver van de Kosovaarse grens. Daarbij
zijn mortieren terecht gekomen in het Kosovaarse dorp Krivenik, op een
steenworp van de grens.
Ongeveer tweehonderd rebellen hebben zich ingegraven op een heuvel nabij
Gracane. Ze bieden stevig weerstand aan de Macedonische troepen. "Ze
vechten nog altijd", verklaarde een woordvoerder van het Macedonische
leger.
Zondag zetten politie en leger een groot offensief in tegen de rebellen
nabij de stad Tetovo in het noordwesten van Macedonië. Daarop
trokken de extremisten zich terug. Maar vooralsnog lijken ze niet van
plan hun positie nabij Gracane op te geven.
De rebellen strijden voor meer rechten voor de Albanese minderheid in
Macedonië. Deze minderheid bestaat volgens de Albanezen zelf uit
ruim 30 procent van de bevolking; de Macedoniërs houden het op 25
procent. Het optreden van de Macedonische regering heeft tot nu toe
instemming gekregen van de internationale gemeenschap. Enkele dagen
geleden prezen de secretaris-generaal van de NAVO, George Robertson, en
de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, de
regering nog om haar terughoudende militaire optreden. Met de
uitbreiding van het conflict naar Kosovo kan deze sympathie echter snel
wegebben.
Bij de beschietingen op Krivenek dreigde gisteren ook een patrouille
van KFOR onder vuur te komen. In de Joegoslavische provincie Kosovo, die
bestuurd wordt door de VN, zijn ongeveer 40.000 soldaten gelegerd.