In Macedonië moet dialoog snel beginnen
De Macedoniërs zeggen
bereid te zijn "de lessen te leren" uit het geweld van de afgelopen twee
weken. De dialoog met de Albanese minderheid moet zo snel mogelijk
beginnen.
Door onze correspondent YAEL VINCKX
SKOPJE, 28 MAART. De kanonnen bulderen niet meer, de kalasjnikovs
antwoorden niet meer. Het is stil in de heuvels rond de stad Tetovo in
het noordwesten van Macedonië, ook al begon het leger vanochtend
nog wel een 'schoonmaakoperatie' in het gebied waar een krappe twee
weken lang Albanese rebellen en Macedonische troepen tegen elkaar
hebben gevochten.
De buitenland-gezant van de EU, Javier Solana, stapte gisteren in Tetovo
arm in arm met de Albanese burgemeester over het centrale plein en
zoende later de Albanese politieke leider Arben Xhaferi hartelijk op de
wang.
Het gematigde militaire optreden van de Macedonische regering is alom
geprezen. Bij het offensief zijn nauwelijks slachtoffers gevallen.
Solana deed de toejuichingen gisteren dunnetjes over. "Ik denk dat een
land het recht heeft zijn eigen territorium te verdedigen. Het moet wel
binnen proporties blijven." De EU-afgezant riep de rebellen op de wapens
neer te leggen een 'politiek leven' te beginnen. Tegelijk riep Solana de
Macedonische regering op snel de dialoog met de Albanese minderheid aan
te gaan. De Franse minister van Buitenlandse Zaken, Hubert
Védrine, ging verder. Hij riep Skopje op snel te handelen en
veranderingen in te voeren "zoals de erkenning van de Albanese taal en
cultuur".
De regering heeft al eerder aangekondigd over de rechten van de Albanese
minderheid in het land te willen praten. Ze wilde echter eerst de
rebellen 'neutraliseren'. Dat is gelukt. De rebellen hebben hun posities
in dorpen als Selce verlaten en zijn de bergen in getrokken. Het woord
is aan de politiek.
De Albanezen eisen gelijke behandeling en meer rechten voor de Albanese
minderheid in Macedonië. Zo willen ze in de grondwet gelijk worden
gesteld aan de Slavische Macedoniërs, willen ze Albanees praten in
het parlement en eisen ze de oprichting een door de staat gefinancierde
Albaneestalige universiteit. Skopje is zich bewust van het dreigende
gevaar. De dialoog moet snel op gang komen, want de rebellen zijn
slechts 'geneutraliseerd'. Een adviseur van president Boris Trajkovski
liet gisteren weten dat de dialoog breder moet worden gevoerd. De
woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken zei: "We hebben
veel te leren van deze crisis." De president zelf verklaarde open te
staan voor een politieke oplossing en de mogelijkheid van herziening van
de grondwet te willen 'bespreken'.
Ook Arben Xhaferi wil praten. Zijn Democratische Partij van Albanezen
(PDSh) heeft sterk geleden onder de aanvallen van de rebellen. Xhaferi's
partij bekleedt vijf ministerposten in de regering. Maar ze heeft tot nu
toe weinig kunnen bereiken voor de Albanezen; té weinig in de
ogen van veel Albanezen. De oplaaiende strijd heeft de slinkende
achterban van de PDSh verder doen slinken.
De rebellen blijven een donkere wolk boven de politieke
onderhandelingen. Zij zitten in de bergen en wachten af. Hun legertje
heeft te weinig manschappen en te weinig modern wapentuig om een echte
oorlog te ontketenen, maar het heeft wel aangetoond een guerrilla te
kunnen beginnen. Hun bevoorradingslijnen vanuit Kosovo zijn allerminst
afgesneden. De vredesmacht KFOR is niet bij machte deze aanvoer te
verhinderen.
Het is dus van het grootste belang dat de Macedonische regering snel de
dialoog aangaat met de Albanese minderheid. De resultaten mogen ook niet
te lang op zich laten wachten. Want een nieuwe crisis wacht om de hoek.